Tames Oud - kunstenaar van Ameland
Tames Oud, geboren op Ameland, werd visserman en kroegbaas en was tevens kunstenaar. Hij was een virtuoos in de techniek van de linoleumsnede en houtsnede. Als schilder vervaardigde hij fraaie landschappen. De Amelander tekende graag boerderijen, vee en vissers die aan het werk waren. Zijn werk hangt in de belangrijke musea van Nederland en in onder meer Brussel en New York. Gemeente Ameland en de Amelander Musea hebben een aantal werken in bezit. Oud werd geboren in 1895 en stierf in 1953.
De kunstenaar van pen, kwast en de linoleumsnede
Tames Oud van Ameland
Tames Oud zag het levenslicht in Nes op Ameland, op 18 mei 1885. Zijn vader was daar in de scheepsbouw werkzaam. Al vroeg was duidelijk dat Tames van tekenen hield, maar van een opleiding in de kunsten kon geen sprake zijn. Het gezin bestond uit twaalf kinderen en de familie Oud had het niet breed. Tames was de jongste van het stel. De kleine Oud werd al vroeg naar zee gestuurd, zoals zoveel jongens van het eiland. Ze kwamen op de koopvaardij of op de loggers terecht en gingen ter haringvangst. Tames werd ook visserman en later stoker op de koopvaardij. In de vrije tijd pakte hij het potlood en tekende er op los. Ook maakte hij zo nu en dan een schilderij. Hij tekende graag vissers en vissersvrouwen, boerderijen, vee en havens.
Kardinaal de Jong
Tames Oud was bevriend met
Johannes de Jong, die later Kardinaal zou worden. Ze waren achterneven van elkaar.
Eerste Wereldoorlog
Op zijn 19e verliet hij het eiland om er alleen af en toe voor een bezoekje terug te keren. In de Eerste Wereldoorlog werd de jongeman gemobiliseerd. Tames Oud werd in Zeeland gelegerd en zag de verslagen mensen uit België voorbijtrekken. De 'verslagen mens' werd een steeds terugkerend thema in zijn werk.
Oversteek Waddenzee
In de winter van 1917 1918 ging hij tijdens een verlofperiode naar het noorden en wilde de oversteek over de Waddenzee naar Ameland maken. De Waddenzee lag vol ijs. De oversteek ging minder voorspoedig als dat Oud en zijn maten hoopten en verwachtten en ze raakten de weg kwijt. Niemand wist waar ze waren en de hoop om de mannen levend terug te vinden werd opgegeven. Uiteindelijk werden ze gevonden. Tames Oud en zijn maten waren uitgeput en hadden bevroren voeten.
Glasblazer
Na de mobilisatie ging Tames Oud weer varen en werkte hij in verschillende fabrieken om aan de kost te komen. Hij trouwde en in 1918 werd zijn dochter geboren. Ze hadden het niet breed maar ondanks het harde werken en ondanks de armoede bleef Tames tekenen en schilderen. Het gezin woonde korte tijd in Brussel en trok daarna verder naar Wallonië. In 1923 werd hij glasblazer in Charleroi en ging het gezin in die stad wonen. Om wat geld bij te verdienen werd de oud-Amelander bokser. In de avonduren bokste hij wedstrijden voor het geld.
Schilderijen en linosneden
In die tijd begon hij aan het Atheneum een studie om het imitatieschilderen van hout, marmer en leder onder de knie te krijgen. Ook leerde hij marmer, brons en ivoor bewerken en hout te snijden. In de jaren 30 paste hij die kennis toe in het vervaardigen van houtsneden en linoleumsneden.
Akademie voor Schone Kunsten
Aan het einde van de jaren 20 verhuisde het gezin weer naar Brussel en ging Tames Oud aan de Akademie voor Schone Kunsten studeren. Hij doorliep de opleiding met glans en vestigde zich in Antwerpen. Om in onderhoud te voorzien werd hij sjouwer in de dokken maar in de vrije tijd bleef hij tekenen en schilderen. Ook ging hij als decoratieschilder werken en decoreerde vele huizen in de buurt van Brussel. In die branche vestigde hij zijn bedrijf als Entreprises Générales de Peintures in Schaarbeek en schilderde marmer- en houtimitaties. Het gezin verhuisde nogmaals, deze keer naar Laken.
Tentoonstelling in atelier van de kunstenaar
Zijn eerste tentoonstelling was in 1931 in zijn eigen atelier. Er hingen dertig maritieme taferelen maar de belangstelling was niet zo groot. Toch kreeg hij een lovende kritiek in een Belgisch tijdschrift en werd hij genoemd in een rijtje met grote schilders uit die tijd zoals Ensor en Permeke. In 1932 kreeg Oud zijn eerste grote tentoonstelling, in het gemeentehuis in Laken. Tijdens die expositie wordt Tames Oud dé ontdekking van de tentoonstelling genoemd. Hij schilderde woeste zeeën en onaangetaste landschappen die bij de critici bijzonder in de smaak vielen. De naam van de schilder raakte bekend; er waren lovende en minder lovende kritieken.
Café in Brussel
In 1934 openden Tames Oud en zijn vrouw een café in Brussel en verhuisden ze naar het noorden van de stad. De kunstenaar schilderde op zolder. Hele nachten zat hij voor het doek, want overdag was het er te druk voor.
Taferelen van Ameland
Op de doeken ontstonden ondermeer prachtige sneeuwlandschappen en ook schilderde hij taferelen van Ameland. Er volgden meer tentoonstellingen en zijn schilderijen hingen op de wereldtentoonstelling in Brussel in 1935. Ondertussen liep het café goed en schilderde Oud door. Hij maakte werken waarin details van het onderwerp ontbraken maar dat deed de voorstelling alles behalve aan kracht inboeten. Na vijf jaar werd het allengs minder druk in het café omdat Oud teveel gasten afschrok met zijn fanatieke praten over kunst.
Bron: Uit boek: Tames Oud Bron: Uit boek: Tames Oud Bron: Uit boek: Tames Oud
Den Haag
Het was nog niet gedaan met de verhuizingen van Oud. Zijn dochter was mannequin en zij vestigde zich in Amsterdam. Oud en zijn vrouw vertrokken daarop ook naar Nederland en gingen in Den Haag wonen. Zijn eerste tentoonstelling in Nederland was in 1939. Het werd de eerste in een reeks.
Museum of Modern Art in New York
In die tijd groeide de waardering voor zijn werk, voor zijn schilderijen en linosneden. Onder meer de Koninklijke Bibliotheek in Brussel, het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum in Amsterdam hebben werk van Oud in hun collectie. Met linos nam hij zelfs deel aan de Biënnale in Venetië in 1952 en in dat jaar werd grafiek aan het Museum of Modern Art in New York verkocht. Werken van Oud werden in het beroemde museum in New York ook tentoongesteld, maar daar heeft de kunstenaar niet meer van mogen genieten. Hij stierf op 24 januari 1953 en was pas 57 jaar oud.
Lees verder