De verbazingwekkende waarheid achter het Pantheon in Rome
Het Pantheon in Rome is een van de meest beschreven gebouwen uit de oudheid, maar is desondanks nooit helemaal begrepen. Nu, bijna negentienhonderd jaar na de bouw, beginnen wetenschappers het geheim van het Pantheon te ontrafelen. En het geheim dat zij blootleggen zal ons respect voor de Romeinse bouwmeesters alleen maar groter maken.
Iedereen die voor het eerst het Pantheon binnenloopt heeft een paar seconden nodig om te herstellen. De overgang van de drukke, hete stad naar de harmonieuze, serene rust is indrukwekkend. Zelfs honderden aanwezige toeristen kunnen dit niet doorbreken. Voor een bezoeker in de tweede eeuw moet het nog indrukwekkender zijn geweest. Tegenwoordig staat het Pantheon vrij en zien we direct de ronde buitenmuren, maar in de tijd van Hadrianus was het Pantheon omsloten door andere gebouwen en onttrokken twee zuilengalerijen de ronde muren aan het gezicht. Het straatniveau lag meters lager dan nu, en het tempelfront stond op een podium met vier geel-marmeren treden. De bezoeker liep door de imposante voorhal met het bronzen plafond naar de ingang van de tempel en stond plotseling in een betoverende, ronde wereld. Hij moet met stomheid zijn geslagen.
Betekenis
Over het Pantheon zijn boekenkasten vol geschreven. Over de bouwtechnieken, de vernuftige cassettes en het extra lichte beton van vulkanische steen die samen een koepel met een diameter van meer dan 43 meter mogelijk maakten. Maar de ware betekenis van het gebouw is al sinds de oudheid onduidelijk. Nog geen zeventig jaar na de bouw schrijft Dio Cassius over het Pantheon: Het zou zo heten omdat er beelden van vele goden in staan, maar ik denk dat de naam is gegeven vanwege de koepel, die het hemelgewelf voorstelt. Het is opvallend dat deze senator en geschiedschrijver die 55 jaar na de bouw van het Pantheon in Rome kwam wonen, moet gissen naar het oorspronkelijke idee achter het Pantheon. Pas nu, in de eenentwintigste eeuw, beginnen we het geheim te ontrafelen. De sleutel hiertoe is de ligging van het Pantheon ten opzichte van de zon.
De zon
Weinig toeristen zal het opvallen, maar het Pantheon ligt met de ingang pal naar het noorden, wat ongebruikelijk is voor antieke tempels. Het was praktisch om de ingang op het zuiden te richten, zodat het interieur zo lang mogelijk verlicht werd door de zon. Bij het Pantheon is dat net andersom en zal er nooit direct zonlicht door de ingang naar binnen vallen. De enige lichtbron is de achteneenhalve meter wijde opening in het midden van de koepel (de oculus). Het licht verspreidt zich van daaruit over de ruimte en draagt bij aan de magische sfeer in het interieur. Maar zoals bij alles in het Pantheon is de oculus meer dan alleen een lichtopening en is zelfs de diameter van groot belang.
Het geheim
Iedere dag maakt het licht dat door de opening valt een reis door het interieur van het Pantheon. Toeristen die in de zomer naar Rome komen, zien de zon hoog aan de hemel en de lichtvlek bijna recht onder de oculus. In de winter staat de zon laag en raakt zij net de bovenste rij cassettes van de koepel aan. De hele winter blijft de lichtvlek in de koepel schijnen en komt zij niet lager. Maar dan, op 20 maart, om 12 uur zakt de zonnevlek vonder de cassettes en schijnt zij voor het eerst sinds de vorige zomer weer door het rooster boven de bronzen deuren naar buiten. Dit is een heel bijzonder moment, want 20 maart is de dag van de equinox, de dag dat de zon de evenaar passeert en de nacht exact even lang duurt als de dag. Na deze datum volgt de lente, en elke dag klimt de zon hoger. Dan, op 21 april om twaalf uur, staat de zon zo hoog, dat de lichtvlek precies in zijn geheel de ingang belicht. Wie op dat moment binnenloopt wordt opgenomen door een verblindend licht. En ook dit is een hele bijzondere dag. Want 21 april is de datum waarop de Romeinen de stichting van de stad vierden. Volgens de legende werd Rome op 21 april 753 v.Chr. gesticht. Tijdens het jaarlijkse feest trad de priester om 12 uur het Pantheon binnen, en werd hij omhuld door zonnelicht. Alsof Rome werd aangewezen door de zon en opgenomen werd door de goden.
Zon, maan en planeten
Iedere dag maakt de zonnevlek een reis door het Pantheon. Als de zon opkomt verschijnt de lichtvlek op de westkant van het interieur en in de loop van de dag verplaatst het zich naar de oostkant. In de lente belicht de zon de noordkant van het Pantheon maar hoe hoger de zon komt te staan, hoe verder de lichtvlek naar de zuidkant van het interieur opschuift. De zon beschijnt eerst de twee voorste nissen en later de twee middelste. In deze nissen stonden de beelden en altaren van de verschillende goden. Alleen de twee nissen aan de zuidkant en de centrale nis tegenover de ingang worden nooit verlicht, omdat de zon zover niet komt. In deze nissen stonden de beelden van de zogenaamde
chthonische goden van de onderwereld, de plek waar de zon nooit schijnt.
Koepel
Niets in het Pantheon is aan het toeval overgelaten, niets is er zonder reden. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de indeling van de cassettes in de koepel. Het gewelf telt vijf rijen van 28 cassettes. Maar wie goed kijkt ziet dat de cassettes niet via een symmetrisch plan zijn geordend. Het zou logisch zijn om de koepel te verdelen in twee helften of vier kwarten, en dan de cassettes symmetrisch te ordenen. Dat is hier niet gebeurd. De architect heeft gekozen voor een onlogische ordening met 28 cassettes. Dit maakt het extra ingewikkeld om het gewelf te berekenen en te bouwen. Dat de architect deze keuze heeft gemaakt, geeft aan dat het getal 28 een betekenis heeft. Om deze betekenis te begrijpen, moeten we bedenken dat de koepel de hemel uitbeeldt. Het is duidelijk dat de oculus in het midden voor de zon staat. De rijen cassettes eronder staan elk voor een van de vijf zichtbare planeten: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. En het getal 28 staat voor de 28 dagen en ongeveer 1 uur die de maan erover doet om weer bij het sterrenbeeld terug te keren vanwaar ze haar reis begon. (Vitruvius) Zo beeldt de koepel de hemel uit met alle bewegingen die de zon, maan en de planeten maken.
Conclusie
Het Pantheon was al een wonder, maar nu we de oude betekenis weer kennen, is het wonder alleen maar groter geworden. Astro-archeologen Hannah en Maglio hebben de diepere betekenis blootgelegd en aangetoond dat Romeinse bouwmeesters niet alleen technische en praktische architecten waren. Het hele gebouw is neergezet als een reusachtige zonnewijzer die de equinox aangeeft en precies op de dag van de stichting van de stad de ingang vol in de zon zet. Het is niet zo dat we het Pantheon moeten zien als een exacte zonnewijzer voor dagelijks gebruik, want de Romeinen hadden uitstekende kalenders. Maar het gebouw is een symbolische zonnewijzer ter ere van de zon en de goden en ter meerdere glorie van Rome.