Wetenschap en kunst in de 15e-18e eeuw
De kunst en de wetenschap worden vaak gezien als twee niet met elkaar verenigbare gebieden. Kunst is het gevolg van emotie en gevoel, wetenschap daar in tegen komt voort uit de menselijke ratio. Ondanks deze grote tegenstrijdigheid zijn er in de kunstgeschiedenis ook voorbeelden te vinden van werken waarbij er een duidelijk samengaan te vinden is tussen wetenschap en kunst.
De wereld verandert
Na periodes van beperkte wetenschap begon deze in de Renaissance weer op te bloeien. De mens verruimde zijn kijk en keek niet meer op een dogmatische manier tegen de wereld aan. Het kerkelijk wereldbeeld veranderde in een individueel wereldbeeld. De wetenschap kreeg door de stagnatie van de kerkelijke invloed meer vrijheid en begon zich steeds meer te ontwikkelen. De methode waarop wetenschap werd uitgevoerd veranderde ook definitief. In de loop van de 16e en 17e eeuw werd er meer waarde gehecht aan eigen observatie en zelf experimenteren. Men begon te beseffen dat wanneer je de oorzaken van fenomenen verwerft je machtige sleutels in handen hebt om niet alleen de wereld te begrijpen maar ook om hem te veranderen. De moderne wetenschap was geboren. Naast deze ontwikkelingen in de wetenschap verandert ook de kunst in de loop van de 16e en 17e eeuw sterk.
In overeenkomst met de wetenschap had de beperking van de kerkelijke invloed ook grote gevolgen voor de kunst. Schilder- en beeldhouwkunst kregen in tegenstelling tot de Middeleeuwen niet altijd meer een christelijk/kerkelijk karakter. Het waren niet meer alleen de Mariabeelden, Jezus figuren, heiligen, duivels of engelen die in de kunst werden afgebeeld. Steeds meer werden zaken uit het dagelijkse leven weergegeven. De afbeeldingen gingen over de dingen om ons heen en niet over buitenwereldse zaken. Deze ontwikkelingen gooiden de deur open voor een synthese tussen de wetenschap en de kunst. De Renaissance en de Verlichting, waarbij het optimisme van de mens voorop stond, zijn periodes geweest waarbij het mogelijk werd dat de wetenschap in de kunst werd weergegeven.
De Vitruvische man
Het eerste werk dat ik zal bespreken en gelijk al een goede indruk geeft van de vermenging tussen kunst en wetenschap is het werk ‘De Vitruvische man’ (zie plaatje) van
Leonardo da Vinci. Deze tekening staat ook wel bekend als de
Uomini universali . Het werk is omstreeks 1490 gemaakt en is in het bezit van de Galleria dell’Academia in Venetië.
In de loop van de geschiedenis zijn er meerdere van zulke werken gemaakt.Ze zijn gebaseerd op de theorie van Vitruvius. Deze Romeinse militair onderzocht de verhoudingen van constructies, zo ook die tussen de lichaamsdelen. Vitruvius heeft vastgesteld dat tussen de lichaamsdelen bepaalde verhoudingen bestaan, Da vinci heeft deze theorie verder uitgewerkt.
Leonardo heeft zich lange tijd in zijn leven bezig gehouden met anatomie. Over het menselijk lichaam heeft hij een aantal stukken geschreven uitgewerkt met verdere tekeningen. De Vitruviusche mens is een onderdeel van deze tekeningen. De tekening is 344 bij 245 mm. Tijdens zijn onderzoek heeft Da Vinci eerst meerdere secties bij mannen gedaan om tot deze basis lichaamsmaten te komen. De Vitruviusman kan worden afgebeeld in een vierkant maar ook in een cirkel, dit is dan ook te zien in de tekening. De eerste regel van het onderschrift luidt: “Van de haarwortels tot de onderkant van de kin is het een tiende deel van de totale lengte.” De verschillende lichaamsdelen verhouden zich zo tot elkaar dat er één getal is dat precies elke verhouding binnen het menselijke lichaam aangeeft. Naast het lichaam wordt dit getal ook in verband gebracht met alle verhoudingen binnen de natuur. Dit getal, dat ook wel bekend staat als de gulden snede, is 1,6180339887499..
Zo’n onderzoek naar de verhoudingen binnen het lichaam wordt ook wel de proportieleer genoemd. Deze leer ontwikkelde zich in de Renaissance en is belangrijk voor de kunst. Om tot een perfecte weergave van de mens te komen in de kunst moest men kennis hebben van de verhoudingen. De proportieleer heeft dus gezorgd voor een zekere verbetering binnen de kunst. Je zou dus kunnen concluderen dat door het bedrijven van wetenschap er een zekere omslag is gekomen in de kunst. Werd de mens in de Middeleeuwen nogal onnauwkeurig afgebeeld, in de Renaissance was het een kunst om te zorgen voor een perfecte weergave van de werkelijke mens. De tekening is dan ook een schoolvoorbeeld voor het streven naar wiskundige exactheid in de kunst.
Onderzoek naar het perspectief
Het volgende werk betreft een houtsnede van
Albrecht Dürer. Deze kunstenaar geldt als één van de beste en grootste Renaissance kunstenaars uit Duitsland Dürer was tekenaar, kunsttheoreticus en maker van houtsneden en gravures. Daarnaast hield hij zich ook bezig met het bedenken van nieuwe methodes voor het verdedigen van steden en onderzocht hij het perspectief.
Dürer kan net als Leonardo Da Vinci tot de humanisten worden gerekend. Het humanisme ontstond in de Renaissance en is een op de mens gerichte levensbeschouwing. Het betekent niet dat men God aan de kant zette. Men gaat de mens eerder zien als het evenbeeld van God. Het humanisme is vooral beïnvloed door de klassieke waarden. De levensbeschouwing had een ideaalbeeld over de mens die ook wel bekend staat als de homo universalis. Dit is een mens die zich in allerlei facetten van het leven heeft ontwikkeld, zowel qua kennis als lichamelijk welzijn en vaardigheden. Zo’n homo universalis, waar Da vinci het grootste voorbeeld van is, had meerdere beroepen en richtte zich dan ook op meerdere zaken in de kunst maar ook in de wetenschap. Willen wij een vermenging vinden tussen kunst en wetenschap dan zullen we ons op de humanisten moeten richten, beter gezegd op de homo universalis. Zij zijn namelijk vaak de personen geweest die de wetenschap hebben weergegeven in de kunst. Voor hen was dit mogelijk omdat zij (over het algemeen) zowel wetenschap beoefenden als kunst vervaardigden. Zij konden hun wetenschappelijke ontdekkingen/onderzoeken vastleggen in de kunst. Dat deze humanisten zo invloedrijk zijn geweest is te verklaren door de vrijheid die zij kregen in de Renaissance. Waren wetenschappers en kunstenaars in de Middeleeuwen nog beperkt in hun doen en laten, in de Renaissance waren zij (in zekere vorm) vrij in het bepalen van wat zij afbeelden. Doordat het in de Renaissance mode wordt voor rijke mensen om kunst te gaan verzamelen wordt de plaats van de kunstenaar in de samenleving belangrijker. De homo universalis is niet meer alleen de ambachtsman uit de Middeleeuwen. Hij is nu ook wetenschapper; de kunstenaar die over een grote algemene kennis bezit. Deze ‘homo universalissen’ krijgen dan ook steeds meer aanzien en worden door de machthebbers steeds meer gerespecteerd.
Terugkomend op Dürer, deze man heeft in de loop van zijn leven veel landen bezocht. Één van die landen was Italië. Hier kwam hij voor het eerst in aanraking met de nog niet zo oude wetenschap van het
perspectief. Als meetkundige schreef hij het boek’ Der Unterweisung der Messung’. (De instructie van de meting). In dit document staan een aantal bekende houtsneden waaronder ‘Der zeichner der Laute’, wat betekend ‘De tekenaar van de geluiden/van het klinken’ (zie plaatje ). Deze houtsnede,gemaakt in 1525, toont aan hoe een luit (het muziekinstrument links op de tafel) in perspectief kan worden weergeven op een tekening. Dit gebeurt door middel van een projectiedraad. Deze draad is gespannen op de ooghoogte van de tekenaar, de persoon rechts op de afbeelding. De persoon links van de tekenaar is zijn assistent. Het rechteruiteinde van de projectie is vastgemaakt aan de muur. Het linkeruiteinde van de draad verandert steeds van plaats. Elke keer wordt dit linkeruiteinde verbonden met een ander punt van de luit, wat de taak is van de assistent. De tekenaar kan door middel van de op ooghoogte geplaatste draad precies vaststellen waar het punt moet komen op de tekening dat overeenkomt met juist dat punt op de luit dat op dat moment verbonden is met de draad. Zo kan een tekening op de juiste manier in perspectief worden weergeven.
De anatomieles
Bron: Rembrandt, Wikimedia Commons (Publiek domein) Het derde werk dat ik zal bespreken is het schilderij ‘De anatomie lessen van professor Nicolaes Tulp’ van
Rembrandt van Rijn (zie plaatje). Bij dit schilderij is er echter sprake van een verschil in vergelijking met de twee eerder besproken werken. Rembrandt heeft namelijk in tegenstelling tot Da Vinci en Dürer enkel het schilderij geschilderd. Hij is niet de homo universalis die de andere twee wel waren. Hij hield zich enkel bezig met schilderen en het maken van etsen. Hij bedreef geen wetenschap wat de andere twee wel deden. Toch is ook in het schilderij van de anatomieles sprake van een vermenging tussen wetenschap en kunst. Rembrandt mag dan zelf geen wetenschap hebben bedreven, hij heeft wel een wetenschappelijk onderzoek in de kunst vastgelegd. Namelijk de wetenschap van de
anatomie, misschien wel het belangrijke onderdeel van de wetenschap in die tijd. Anatomie is eigenlijk de kennis hebben om het menselijk lichaam te ontleden. In de loop van de Renaissance was deze wetenschap op komen zetten en in de Gouden Eeuw (17e eeuw) was het een erg populaire wetenschap in Nederland.
Door de enorme voorspoed vanwege de overzeese handel werd het (met name in het gewest Holland) erg populair om portretten te schilderen. De middelklasse kon het zich veroorloven om zichzelf vast te leggen op schilderijen. Daarnaast gaf het hen ook voldoening om hun eigen bezigheden in de kunst te herkennen, dit bracht een bepaalde status met zich mee. Naast kooplieden en welgestelde burgers vroegen ook medici en wetenschappers uit het 17e eeuwse Amsterdam schilders, om hen vast te leggen tijdens hun werkzaamheden. Nicolaes Tulp is hier een goed voorbeeld van. Dit schilderij is onderdeel van een groep portretten van verschillende anatomiesecties. Het schilderij is gemaakt in 1632 en hangt tegenwoordig in het Mauritshuis in Den Haag. Het werk heeft eerst in de bestuurskamer van het Chirurgijnsgilde gehangen.
Zo'n anatomiestuk kent een centraal motief, een anatomische les, en een hoofdrolspeler, de praelector oftewel de voorlezer. De praelector, in dit geval Dr. Tulp, was een vooraanstaand medicus en gaf een soort van cursussen/theorielessen aan zijn chirurgijns.Tijdens zo'n les werd dan een sectie op het lichaam genomen. Het lichaam werd grondig ontleed. Bij dit schilderij werden de spieren van de arm bestudeerd. Zij werden als het ware gedemonstreerd aan de chirurgen. De lijken zelf waren vaak misdadigers, in dit geval was het de overvaller Adriaen het Kint.
Rembrandt maakte dit schilderij in zijn vroegere periode, hij was 26. De opdrachtgever was het Chirurgijnsgilde zelf en met name Dr Nicolaes Tulp. In die periode van Rembrandts carrière moet het een grote opdracht voor hem zijn geweest. Uit het feit dat Rembrandt jaren later nog meer opdrachten van hen heeft gekregen is het zo goed als zeker dat het gilde erg tevreden was met zijn werken.
Het vogeltje
Bij het laatste werk dat ik zal bespreken laat ik de Renaissance achter me en richt ik me op de Verlichting. De idealen van de Franse Revolutie daalden neer over Europa. Het vertrouwen en het gebruik van de ratio was essentieel in het Verlichtingsdenken. Hierdoor kreeg de wetenschap een belangrijke functie binnen de maatschappij. Bekende figuren als Voltaire, Locke en Newton deden hun intrede. Problemen in de maatschappij werden nadrukkelijk bekeken en men zocht er oplossingen voor. De centrale gedachte was het feit dat elke vraagstelling in de wereld binnen bepaalde tijd opgelost zou worden als men maar de ratio zou gebruiken en goed onderzoek zou verrichten.
Het laatste werk is van de hand van de Engelse schilder
Joseph Wright of Derby. Hij leefde van 1734 tot 1797. Hij was een romantische schilder, die vooral de natuur en landschappen in zijn schilderijen vastlegde. Opmerkelijk is dat ondanks het feit dat hij een aanhanger van de Romantiek was hij ook experimenten en idealen uit de net beschreven Verlichting vastlegde. Dit is natuurlijk opmerkelijk aangezien het feit dat de Romantiek de tegenliggende reactie was op de Verlichting. Op Wright's schilderijen zijn naast natuuraspecten ook o.a. nieuwe machines, wetenschappelijke experimenten en leiders van de Industriële Revolutie te zien. Het is dus duidelijk dat hij beide aan elkaar tegengestelde stromingen vastlegde. Zowel de natuur als de vooruitgang binnen de menselijke cultuur. Het bekendste werk van Wright is het schilderij 'An Experiment on a Bird in the Air Pump' (zie plaatje) dat hij in 1768 maakte. Het schilderij toont een experiment met een vogeltje. Het laat duidelijk zien dat men in de loop van de 18e eeuw met van alles experimenteerde. Zo zie je in dit schilderij dat de mens van toen het helemaal niet logisch vond dat op het moment dat je de luchttoevoer afsluit het vogeltje zal stikken.
Ook dit schilderij is weer een duidelijk voorbeeld van een synthese tussen wetenschap en kunst; een wetenschappelijke experiment uit de 18e eeuw wordt op schilderij vastgelegd.