De Domus Aurea in Rome
De Domus Aurea is gebouwd door keizer Nero en staat in Rome. Door het instortingsgevaar is het inmiddels niet meer te bezichtigen van de binnenkant, maar het blijft natuurlijk een bouwwerk dat niet vergeten moet worden!
Het ontstaan van de Domus Aurea: de brand van Rome
De brand van Rome is in de nacht van 19 juli 64 ontstaan in de winkels onder de houten tribunes van het Circus Maximus. De meeste huizen in die tijd waren ook van hout gemaakt, dus het werd al snel een vuurzee die oversloeg naar het Forum Boarium, de Aventijn en het verwoestte de keizerlijke paleizen op de Palatijn. Na vijf dagen kregen ze de brand pas onder controle: 4 van de 14 Romeinse districten werden volledig verwoest en nog 7 andere werden zwaar beschadigd. De brand werd aan de voet van de Esquilijn gestopt door een groot aantal huizen en door een pas gebouwd deel van Nero’s paleis. Het is niet zeker waar Nero was op het moment van de brand.
Er zijn een aantal theorieën over het ontstaan van de brand en de plek waar Nero zich zou bevinden:
- Omdat Nero de stad wilde verwoesten, stuurde Nero in het geheim, mannen die deden alsof ze dronken waren. Nero zou in dit geval toekijken vanuit zijn paleis op de Palatijn en hij zou hier gespeeld hebben op zijn lier.
- Gemotiveerd door een idiote opwelling stuurde hij openlijk mensen, terwijl hij op de Esquilijn zong en op zijn lier speelde.
- Nero stuurde mannen om de stad in brand te steken, terwijl hij zong en op zijn lier speelde op een privéplek.
- De brand was een ongeluk, Nero was in Antium.
- De brand is veroorzaakt door Christenen.
- Suetonius: “Vanuit de toren van Maecenas keek Nero toe tijdens die brand en was, zoals hij het uitdrukte, verheugd om de schoonheid van het vuur en bracht in die van hem bekende toneelkledij het lied ‘De val van Troje’.”
Tacitus was 9 jaar oud tijdens de brand en hij schrijft in zijn Annalen dat Nero in Antium was en zich terughaastte naar Rome, op het moment dat hij hoorde dat de stad in brand stond. Daarna zou hij een grote hulpactie hebben georganiseerd, die hij zelf betaalde. Ook zegt Tacitus dat hij zijn paleizen voor de daklozen opende en dat gratis voedsel uitdeelde.
Na de brand stelde Nero nieuwe bouwregels op voor de stad. Huizen mochten niet meer te dicht op elkaar gebouwd worden en elk huis moest aan de voorzijde voorzien zijn van een porticus, zodat de brandweerlieden daarop konden klimmen en zo de hogere verdiepingen toegankelijker waren in geval van nood.
De geruchten dat Nero zelf de opdracht had gegeven om de brand te stichten, kwam door zijn nieuwe paleis, die hij bouwde in het deel van de stad dat verwoest was door de brand. Hij bouwde de 300 hectare grote Domus Aurea(= Het Gouden Huis). Nero liet de goden en orakels raadplegen, maar er werd geen betere uitleg gevonden. De Christenen werden al gehaat in Rome en zij kregen dan ook de schuld van de brand. Zij werden op wrede wijze om het leven gebracht. Sommigen werden gekleed in dierenhuiden om vervolgens door wilde honden verscheurd te worden, anderen werden gekruisigd en in brand gestoken om als nachtelijke verlichting te dienen. Nero was persoonlijk bij deze vertoningen, hij was verkleed in het kostuum van een wagenrenner en hij stond op een wagen.
Waarom heeft Nero de Domus Aurea gebouwd?
Nero was geïnspireerd door de meest luxueuze en de bekendste badplaats van het Romeinse Rijk, Baiae aan de Golf van Napels. Hij wilde zelfs een 257 km. lang kanaal van Baiae naar Rome maken, om de badplaats fysiek aan Rome te koppelen, dit heeft hij uiteindelijk niet gedaan, hij heeft de Domus Aurea gebouwd.
Na de brand van Rome was er ruimte in het centrum van Rome, zo kon Nero een groot stuk onteigenen om daar zijn eigen paleis te bouwen. Na de brand zag Nero zichzelf als de Zon. Het paleis dat gebouwd moest worden moest dus niet alleen zijn voor een Romeins keizer, maar ook voor de Zon. Aangezien de Zon vaak gekenmerkt wordt met goud, moest het paleis ook van goud voorzien zijn. Het is niet voor niets dat het paleis de naam ‘Domus Aurea’ heeft gekregen. Het gouden huis van Nero zou het grootste en meest indrukwekkende paleis worden wat men ooit had gezien.
De bouw van de Domus Aurea
Voor de bouw van zijn paleis huurde Nero 2 grote en bekende architecten in: Severus en Celer. Zij waren ook begonnen aan zijn eerdere paleis: de Domus Transitoria, die is afgebrand in 64. Over deze architecten is weinig bekend, maar dat zij een gigantisch werk hebben geleverd met een overschrijding van alle limieten is wel duidelijk. De architecten waren geïnspireerd door de Egyptisch-Oosterse bouwkunst, maar tijdens de bouw van de Domus Aurea hebben ze een nieuwe stijl ontwikkeld, een stijl die nog nooit was gezien in het Romeinse Rijk. Bij de bouw van een project waren nog nooit zulke technische en artistieke oplossingen gezien. De architecten deden nog iets nieuws, ze gebruikten ander bouwmateriaal. In het oude Rome werd alles meestal gemaakt van klei, maar niet de Domus Aurea, dat werd gebouwd van beton! Er waren vele voordelen aan beton: het droogde sneller en het is zo sterk gebleken dat het zelfs 2 eeuwen later nog steeds staat. De bouwkunst van de Domus Aurea is later overgenomen door vele architecten. De bouwkunst van de Domus Aurea is een voorbeeld geweest voor de latere bouwkunst.
In de Domus Aurea stond het grote meer centraal, dit moest een zee voorstellen. Om het meer heen stonden gebouwen die steden voorstelden. De Domus Aurea werd omringd door landbouwgrond: akkers, wijngaarden, weilanden en wouden met een heel groot aantal vee. Naast het meer stond een beeld van de Zonnekoning Apollo: de Colossus. Het gezicht van dit beeld leek heel erg op het gezicht van Nero en daarom was het Vespasianus die het hoofd liet vervangen door het hoofd van Apollo. Van dit beeld is nu niks meer over, je ziet alleen een wit vierkant in het wegdek. Ook het meer is er nu niet meer, op de plek van het grote meer staat nu het Colosseum. Dit grote bouwwerk heeft ook zijn naam te danken aan de Domus Aurea. Keizer Hadrianus bracht de Colossus Neronis naar het Amphitheatrum Flavium en later heeft men de naam veranderd in Colosseum, dat vernoemd was naar het beeld van Nero.
Dit waren echter niet de enige ruimtes in de Domus Aurea. Er waren heel veel ruimtes, maar van heel veel ruimtes weten we tot op de dag van vandaag niet wat de functie ervan was. We kunnen het alleen maar raden, maar de fresco’s helpen ons wel heel erg. Ook hebben oude geschiedschrijvers dingen geschreven over de kamers in de Domus Aurea, ook daaraan hebben we nu een indruk van de functie van de kamers in de Domus Aurea.
De octagonale kamer is het middelpunt geweest van de Domus Aurea en het middelpunt van Rome. In de tijd van Nero kon je vanuit die kamer uitkijken over bossen, tuinen en vijvers, net zoals je dat nu hebt als je in een villa aan zee staat. Ook wordt er gezegd dat deze kamer de symmetrie-as moet zijn geweest van het huis. Dat zou betekenen dat de oost- en westvleugel even lang zouden zijn, dat betekent dat de Domus Aurea 370 meter lang was. De kamer had een achthoekige vorm met een ronde koepel. De functie van deze kamer is niet duidelijk: sommigen gaan ervanuit dat het de kamer is met de eeuwig ronddraaiende hemel(die is beschreven door Suetonius) en dan zou dit de banketzaal zijn, anderen houden het erop dat het een kamer is om je te ontspannen, van het uitzicht te genieten en om de kunstwerken te bekijken.
De Domus Aurea nam een gigantische ruimte in beslag, het liep van de Palatijn tot de Esquilijn en het nam ook een deel van de Caelius in beslag. Zo’n groot paleis had tot dan toe nog niemand gezien.
De grootte van het Huis is vooral omschreven door Suetonius, hij schreef: 'De voorhal was zo hoog dat een kolossaal bronzen beeld van Nero (Collosus Neronis, gemaakt door de griek Zenodoros) met een hoogte van zevenendertig meter rechtop in de hal kon staan, en zo breed dat de hal een zuilengang van drie rijen zuilen bevatte van een mijl lang. Binnen het complex bevond zich een ovaal, kunstmatig meer groot als een zee. Wanneer de keizer een feest gaf, werden banketten geserveerd op bootjes en in bordelen aan het meer waar vrouwen van adel de dienst uit maakten. Nero had langs de oevers groepen gebouwen laten plaatsen die steden moesten voorstellen. Het paleis had landerijen met korenvelden, wijngaarden, weiden en bossen in bonte variaties met alle soorten tamme en wilde dieren.'
Ook heeft dezelfde Suetonius het interieur beschreven: "De zalen waren alle verguld en met edelstenen en parelmoer ingelegd. De plafonds van de eetzalen waren versierd met ivoorsnijwerk en er waren luiken in gemaakt, zodat er bloemen over de gasten konden worden uitgestrooid. Ook was er een buizenstelsel in aangebracht waaruit men geurige stoffen kon laten sproeien. De banketzaal had een ronde vorm en een houten koepelplafond dat dag en nacht ronddraaide en zo het heelal voorstelde. De zaal bevatte baden: enkelen met stromend zeewater en anderen met zwavelhoudend water."
Schilder- en beeldhouwkunst in de Domus Aurea
Elke kamer in de Domus Aurea was versierd met goud, edelstenen, fresco’s, parelmoer, marmer en bloemen. Dit weten we door beschrijvingen van Tacitus en Suetonius. Wij hebben alleen de fresco’s aangetroffen, maar vroeger zijn er schetsen gemaakt van hoe het huis toen werd aangetroffen. De fresco’s uit de Domus Aurea zijn gemaakt door Fabullus. Hij maakte gebruik van het trompe l’oeil-effect, als je naar de fresco’s kijkt lijkt het net of je naar buiten kijkt. Ook is er beschreven dat Fabullus slechts enkele uren per dag in de Domus Aurea te vinden was, omdat dan het licht goed viel. Helaas zijn heel veel fresco’s door de jaren vergaan en kunnen we alleen door de kunstenaars uit de 15e eeuw ‘zien’ hoe het eruit gezien zou hebben, zij maakten er namelijk schetsen van en die zijn wel bewaard gebleven. De thema’s van de fresco’s zijn wel bekend, de thema’s hebben vooral te maken met water en de zon. Het water kan weer gekoppeld worden aan Baiae en de Zon, omdat Nero zichzelf zag al de Zon.
In de Domus Aurea zijn drie bekende beelden gevonden: de Laocoöngroep, de stervende Galliër en de Galliër die zelfmoord pleegt. De stervende Galliër en de Galliër die zelfmoord pleegt hebben hoogstwaarschijnlijk in de octagonale kamer gestaan, maar ze zijn later weggehaald en overgeplaatst naar andere gebouwen.
Het was de bezitter van een wijngaard die de Laocoöngroep in 1506 ontdekte. Op het voetstuk stond dat het was gemaakt door Athenodoros, zoon van Agesandros. Door deze inscriptie werd duidelijk dat het hetzelfde beeld was dat door Plinius Maior was beschreven in één van zijn boeken. Pas in 1905 werd de arm gevonden en die is er later aan vastgemaakt.
De schilder- en beeldhouwkunst hebben een grote invloed gehad op latere kunstenaars. Raphaël, Michelangelo en Bernini hebben met bewondering naar de beelden en naar de fresco’s gekeken en zij werden daardoor geïnspireerd. Ook waren de fresco’s in de Domus Aurea de eerste kleurfresco’s die gevonden werden uit de Romeinse tijd. Wij hebben dus heel veel kunnen leren, door de fresco’s te bestuderen, over het oude Romeinse Rijk. Er was wel een nadeel aan de vondsten. Door deze ontdekkingen ontstond in de Renaissance een schattenjacht naar beelden uit het Romeinse Rijk. Hierdoor werd veel schade toegebracht aan de gebouwen uit het oude Rome.
De Domus Aurea in de tijd na Nero en de heropgravingen
Onder de heerschappij van keizer Otho in 68 na Christus werd er nog veel geld besteed aan de Domus Aurea. Hij was echter maar 3 maanden keizer dus veel tijd om het bouwwerk af te maken had hij niet. De Domus Aurea is ook nooit afgebouwd hoe Nero het wilde. In de tijd na Otho zijn er geen goede dingen meer gedaan aan de Domus Aurea. Het grote beeld, de Colossus, had het hoofd van Nero en het was Vespasianus die dit inzag en het hoofd liet vervangen door het hoofd van Apollo. Van dat beeld is nu zelfs helemaal niks meer over. Ook stelde Vespasianus grote delen van de Domus Aurea open voor publiek. Ook het meer moest eraan geloven, op die plek werd het Colosseum gebouwd, dat is genoemd naar het beeld van Nero, Colossus Neronis. Vespasianus spaarde wel de benedenverdieping van het Gouden Huis. Vervolgens liet keizer Domitianus(81-96) het paleis op de Palatijn afbreken. Ook Trajanus heeft veel veranderd aan de Domus Aurea. Na een brand in Rome in 104, werden daar zijn Thermen gebouwd. Vervolgens gaf keizer Hadrianus de opdracht om de enorme voorhal te slopen en daar de tempel van Venus en Roma te bouwen. Ook bracht hij de Colossus Neronis naar het Amphitheatrum Flavium.
De eerste zalen van het Huis werden ontdekt door arbeiders die in de 16e eeuw op de Oppius-heuvel in de ondergrondse gewelven doordrongen. De ondergrondse gangen waren versierd met fresco’s en stucwerk. De versieringen waren niet onmiddellijk herkend en daarom noemden ze de gangen grotten en de schilderingen ‘grotesken’. De grotesken stelden libellen met vrouwenhoofden voor en mannen met hele grote armen. De schilderingen zijn een grote inspiratiebron geweest voor kunstenaars als Raphaël(de Vaticaanse loges) en ook van Michelangelo. Het belangrijkste van het Huis is de eerste gekleurde afbeeldingen die ons iets konden vertellen over de Oudheid. De bezoekers in de Renaissance liepen niet op de vloeren, maar op het zand dat keizer Trajanus daar had gestrooid, zodat bezoekers het plafond beter konden bestuderen. De bezoekers maakten op het plafond hun handtekening en daardoor weten we nu dat daar mensen als Raphaël geweest zijn. In de 17e eeuw is de Domus Aurea niet bezocht, want uit de 17e eeuw zijn geen handtekeningen gevonden. In de 18e eeuw kwam er wel weer interesse in de Romeinse Oudheid, getuigen de handtekeningen met potlood uit de 18e eeuw.
Het was Paus Clemente XIII die tussen 1758 en 1769 de eerste regelmatige opgravingen startte. Hij liet het werk over aan de Engelsman O. Cameron. In 1939 heeft Antonio Munoz, directeur van de Koninklijke Musea, de opgravingen doorgezet. In 1969 spoorde Soprintendenza aan om de bovenste verdieping waterdicht te maken. Boven de Domus Aurea was namelijk een park gevestigd dat regelmatig besproeid werd. Dat is tevens de reden dat de fresco’s nu bijna niet meer te herkennen zijn. Er is ook een Nederlands onderzoeksproject geweest onder leiding van dhr. P.G.P. Meyboom, van de Universiteit Leiden. Dit project heeft ervoor gezorgd dat er nog meer schade aan het Huis werd toegebracht. Tussen het begin van de jaren ’80 en 1999 is de Domus Aurea gesloten geweest voor publiek wegens restauraties en conserveringswerkzaamheden. In 1999 werd het weer geopend voor publiek, maar het is inmiddels alweer gesloten wegens het gevaar voor instorting.