mijn kijk opHoe autonoom is de hedendaagse kunst?
Tot in de 19e eeuw was vrijwel alle kunst moralistisch, of hoorde dat volgens de toen geldende norm te zijn. In de hedendaagse kunst is men bang van moraal en afkerig van moralisme. Kunst is er alleen voor zichzelf; een uitdrukking van de ultieme vrijheid. Met zijn "Kritiek op het oordeelsvermogen" kan de filosoof Immanuel Kant gezien worden als aanstichter van deze ommekeer, zij het dat zijn boek verkeerd begrepen werd, en de hedendaagse kunst bij tijden hopeloos ontspoort. Kant had het niet over de autonomie van de kunst, maar over die van de smaak. Hoe autonoom de hedendaagse kunst is hangt dus af van wat je onder autonoom verstaat.
Autonome kunst
De filosoof Immanuel Kant introduceerde tegen het einde van de 18e eeuw het begrip
l'art pour l'art; kunst om de kunst. Daarmee bedoelde hij te zeggen: kunst is niet het middel maar het doel zelf. Kunst is er niet om uitdrukking te geven aan iets buiten zichzelf, kunst is er om vanwege zichzelf bewonderd, genoten, te worden. Kunst moet autonoom zijn.
Verkeerd begrepen
In de loop van de 19e eeuw werd dit idee opgepikt door vele kunstenaars van allerlei disciplines. Zij vatten zijn idee op als: 'de ultieme vrijheid'. Volgens hen had Kant beweerd dat kunst
boven iedere wet en moraal verheven was, en zij verlustigden zich in het zich afzetten tegen de burgerlijke moraal. Zij hadden de filosoof echter verkeerd begrepen.
Kant
Wat bedoelde Kant? Kant had het eigenlijk niet over de autonomie van de kunst, maar over de
autonomie van de smaak. Hij bedoelde daarmee dat een oordeel volledig belangeloos moest zijn. Verlangen of begeerte waren uitgesloten bij het vormen van een oordeel. Een vrouw, een sieraad of een jachttrofee kon louter op grond van
belangeloze bewondering 'mooi' genoemd worden, met andere woorden: het ging om de
uiterlijke verschijningsvorm, niet om de waarde die aan het object toegekend werd.
Morele mens
Ons oordeelsvermogen blaast ongemerkt bij vrijwel elke gedachte die in ons opkomt een partijtje mee. Kant ziet de oordelende mens, de morele mens, als het sluitstuk van de schepping. Diens
culturele beheersing is volgens hem de bekroning van de natuur. Dat impliceert wel dat de mens eerst zichzelf in de hand heeft; dat hij zich onderwerpt aan de
zedelijke wetten zoals door God bedoeld.
Gods bedoeling
Kan Kant Gods bedoeling kennen? Hij beroept zich op logische gevolgtrekkingen. De noodzaak van een
moraal is in zoverre 'bewijsbaar' dat ze
onmisbaar is. Volgens Kant is de wereld fundamenteel in orde zolang men een deugdzaam leven leidt. Schone kunsten zonder morele basis zouden slechts ter verstrooiing dienen. Kant pleit voor kunst met een morele relevantie versus puur amusement.
Vrijheid
Hoe kan een zuiver smaakoordeel autonoom zijn als er morele belangen in het spel zijn? Voor Kant zijn schoonheid en moraal vergelijkbare waarden. Schoonheid is een subjectieve ervaring. Iets inspireert ons, zeg, een gloedvolle zonsondergang, en vervolgens ontstaat uit het vrije spel van onze kennisvermogens, bewondering voor dit natuurspektakel. Ook voor de morele keuzes die wij maken is vrijheid onontbeerlijk. Tussen de natuur en de vrije mens heerst harmonie.
Subliem
Een stap verder gaat de sublieme ervaring. Ook deze verwijst naar de moraal, maar zonder dat er sprake is van harmonie; het sublieme overtreft de harmonie. Sublieme ervaringen verwijzen niet naar iets dat wij al kennen, maar juist naar
iets wat wij niet kennen, iets wat ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Wie kan zich een beeld vormen van het leven na de dood, van de hemel? We hebben er hoogstens een 'idee' van. Het idee dat de hemel de
sublimering van 'het goede' moet zijn, zoals de hel de overtreffende trap van 'het kwade'. Maar hoe het er uitziet daarboven (of daaronder), dat weten we niet.
Schoonheid
Wanneer een smaakoordeel werkelijk zuiver en belangeloos is, zegt Kant, dan bezit het een
algemene geldigheid. Net zoals mensen een gemeenschappelijke zin voor moraal hebben, bezitten zij die ook voor schoonheid.
Ook wanneer het gaat over kunst, en niet meer over natuur, kan de schoonheid haar morele belang bewijzen. Dat belang schuilt in het idee dat wij hebben van wat
esthetisch is. Ook hier schieten woorden te kort. We worden geraakt, maar hoe of wat, dat gaat ons begrip te boven.
Talent
Een geslaagd kunstwerk laat zich nooit helemaal weergeven in een ander medium. Een beschrijving haalt het niet bij het schilderij in kwestie, een verfilming doet er goed aan het boek slechts als inspiratiebron te benutten. Alleen het ware talent (de
natuurlijke gave) kan uitdrukking geven aan esthetische ideeën. Dit genie moet origineel zijn, en over smaak beschikken, om al te woeste uitspattingen te vermijden.
Hedendaagse kunst
Dat laatste is nu juist wat in de hedendaagse kunst eerder regel dan uitzondering is.
Schone kunsten zijn niet langer de norm. Nee, kunst moet liefst
zedeloos en subversief zijn. En zelfs Kants pleidooi voor autonomie is in het geding, hoe anders zijn de torenhoge kunstprijzen te verklaren? We zijn verder verwijderd van een zuivere, belangeloze bewondering dan ooit.