Inspiratie van een kunstenaar
Waar haalt een kunstenaar zijn inspiratie vandaan? Soms is dat duidelijk van de titel van het werk af te leiden. “La Mer” van Debussy verwijst niet bepaald naar het Amsterdam-Rijnkanaal maar echt wel naar de zee. “Dejeuner sur l’Herbe” van Manet is ook geen schildering van een zakje frites bij de FEBO maar wel van een ondeugende picknickscène. Maar waar Jeroen Bosch zijn veelvuldige taferelen vandaan heeft gehaald is voor veel kunsthistorici nog steeds een raadsel.
La Mer inspiratie voor Debussy
“Het ruisen van de zee, de zacht gebogen lijn van een horizon, het geritsel van de wind in de bladeren, de schreeuw van een vogel. Deze geluiden roepen in ons vele en verschillende indrukken op. En plotseling, zonder dat we ons hiervoor ook maar hoeven in te spannen, horen we in zo'n geluid een muzikale klank die al harmonie in zich draagt.”
Met dit (vertaalde) citaat gaf Debussy een uitleg over zijn inspiratie voor de drie symfonische schetsen die hij in 1905 onder de titel “La Mer” publiceerde. Het was daarbij niet zijn bedoeling om dingen precies in de muziek weer te geven door exacte nabootsingen van de klanken. “La Mer” vertelt geen verhaal en roept eigenlijk ook geen beelden op. Als dat bij het publiek wél gebeurt komt dat door de verbeeldingskracht van de luisteraar zelf. Debussy wilde alleen overbrengen hoe hij de natuur waarnam en interpreteerde.
Charles Trénet zong letterlijk over de zee in een lied met dezelfde naam “La Mer”. Een voorbeeld van onverbloemde uitbeelding is een schilderij van Manet “Dejeuner sur l’Herbe”. Geen twijfel mogelijk. Je hoeft slechts te kijken.
Jeroen Bosch op breukvlak middeleeuwen en renaissance
Hij zou geestverruimende middelen hebben gebruikt of lid zijn geweest van een geheimzinnige sekte. Een ander idee is dat hij zich heeft laten inspireren door teksten en vooral door afbeeldingen uit de late middeleeuwen. Het geboortejaar van Jheronimus of Hiëronymus of Jeroen Bosch is niet zeker maar moet rond 1450 zijn geweest. Hij is op 9 augustus 1516 in ’s Hertogenbosch begraven. Als zoon van Aleid van der Mynnen en Anthonis van Aken is zijn eigenlijke naam Jheronimus van Aken.
Zijn kunstrichting behoort tot de Noordelijke Renaissance. Jeroen Bosch ging de geschiedenis in als “de schepper des duivels” met zijn satirische voorstellingen. Hij bevond zich op het breukvlak van de Godgerichte middeleeuwen en de meer mensgerichte tijd van de renaissance. Het zouden vooral de afbeeldingen uit de getijdenboeken zijn geweest die Jeroen Bosch hebben geïnspireerd.
Getijdenboek van Katharina van Kleef
Naast religieuze werken werden in de Rooms-katholieke kerk al vanaf de vijftiende eeuw getijdenboeken voor leken vervaardigd. Een getijdenboek is een boek met gebeden die door het jaar heen zijn gerangschikt. Zij zijn voor de kunstgeschiedenis van grote betekenis door prachtige randversieringen, miniaturen met ambachten, planten en dieren en versierde initialen. Het getijdenboek van Katherina van Kleef, vermoedelijk uit 1440, is het belangrijkste laatmiddeleeuwse manuscript dat uit de Noordelijke Nederlanden bewaard is gebleven.
Katherina van Kleef gaf opdrachten aan kunstenaars
Katherina van Kleef, hertogin van Gelre, was een schatrijke vrouw, eigenzinnig en heerszuchtig maar ontzettend vroom. Zij speelde zowel in de politiek van Noordwest Europa als in het kunstleven een belangrijke rol. Ze gaf voor haar privécollecties opdrachten aan diverse kunstenaars zoals aan een onbekend gebleven kunstenaar om een getijdenboek te maken. Die onbekende kunstenaar is onder de naam “Meester van Katherina van Kleef” in de geschiedenisboeken terecht gekomen. Hij wordt gerekend tot de top van de boekverluchters uit de 15e eeuw. Met veel oog voor detail maakte hij een wereld van devotie, demonen en het dagelijks leven.
Hellemuil van Jeroen Bosch
Sommige van de afbeeldingen uit het getijdenboek hebben een zekere overeenkomst met het werk van Jeroen Bosch. De trotse Katherina van Kleef heeft op haar kasteel in Nijmegen haar boek aan veel mensen laten zien. Het is zo goed als zeker dat ook de familie van Aken (afkomstig uit die stad maar wonend in Nijmegen van waaruit zij rond 1450 verhuisden naar ’s Hertogenbosch) het boek heeft gezien.
De 168 miniaturen van het getijdenboek staan ook dichter bij de mens dan bij andere boekverluchters die hun onderwerpen vooral uit de bijbel haalden. De afbeelding “Hellemuil” waarin verdoemde zielen in de muil van de hel werden geschoven, zou Bosch gezien en geïnspireerd kunnen hebben. Ook de versieringen in de marges vol vreemde wezens en planten zouden de fantasieën van Bosch hebben kunnen prikkelen.
Water naar de zee
Maar, zoals zo vaak, heeft elke nieuwe visie voorstanders en tegenstanders. En al stroomt er nog zoveel water naar “La Mer”, meningsverschillen zullen er blijven.
Lees verder