Sappho, de dichteres uit Lesbos
Sappho leefde in de 6de en 7de eeuw voor Christus en werd door Plato de tiende muze genoemd. Ze schreef heel veel gedichten in het oude Griekenland en vernieuwde de poëzie. Er is weinig bekend over haar leven. Haar poëzie had wel invloed op latere grote dichters.
Leven
Sappho leefde tussen 625 en 570 v.C. op het eiland
Lesbos. Haar geboorteplaats is onbekend. Ze was de eerste poëte die in de eerste persoon schreef (in plaats vanuit het standpunt van de goden) en het metrum verfijnde. Het strakke, maar ook verheven metrum wordt ‘de
Sapphische strofe’ genoemd. De details van haar leven liggen verscholen in de legendes en de mythologie. De enige betrouwbare bron die we evenwel hebben is de
Suidas, een Grieks lexicon dat in de tiende eeuw werd samengesteld.
Sappho werd geboren uit een adellijke familie. Ze leefde het grootste deel van haar leven in
Mytilene op een korte periode van verbanning in Sicilië na omstreeks 600 v.C. Ze trouwde met een welstellende man uit Mytilene en schonk hem een dochter die ze
Cleis noemden. Ze stond aan het hoofd van een zogenaamde Thiasos of een school voor ongehuwde vrouwen. Het was toen traditie dat welstellende families hun dochter aan zulke scholen toevertrouwden om hen op te voeden met goede manieren en hun compositie, zang en voordracht aan te leren. Veel van Sappho’s poëzie vond daar haar oorsprong en ze gebruikte menige studente als onderwerp van haar gedichten.
Gemeenschap van vrouwen
De gemeenschap van vrouwen op het eiland Lesbos kwam vaak bijeen om poëzie te lezen en muziek te spelen. Ze organiseerde religieuze vrouwenfestivals en vierden hun dochters eerste menstruatie. Sappho was zelf begiftigd met talent voor muziek en dans en demonstreerde deze tijdens de bijeenkomsten. Gedurende deze periode in de Griekse geschiedenis werden homoseksuele en lesbische relaties op het eiland getolereerd.
Haar poëzie
In Sappho’s leven evolueerde de poëzie van een epische vorm -heldenverhalen door de goden verteld- naar meer persoonlijke vertellingen. Sappho was een van de eerste dichters om levendige gevoelspoëzie te schrijven. Haar belangrijkste thema was de liefde en de sterke gevoelens die dat met zich bracht, zoals passie, jaloezie, genegenheid en haat. Haar gedichten werden begeleid op de
lier voorgedragen, zodat de emotionele impact groter werd.
Niet alleen het thema van haar poëzie was revolutionair, maar ook haar taal beïnvloedde latere poëzie. Ze schreef enkel in het locale dialect met populaire woorden en uitdrukkingen. Ze had een gracieuze en elegante stijl. Het metrum dat ze gebruikte staat nu bekend als de Sapphische strofe die van invloed was op
Ovidius en
Catullus.
Sappho’s bekendste werk is haar
Ode aan Aphrodite:
Onsterfelijke Aphrodite op je luisterrijke troon
betoverende dochter van Zeus
ik smeek u Vrouwe - verpletter mijn geest niet
onder kwelling en smart
maar kom mij te hulp zoals vroeger
toen je mijn verre klaagzang hoorde
en je vaders schitterende huis verliet
in je gouden wagen
met prachtige zwanen bespannen
die je in volle vaart van de hemel
door de heldere ether voerde
naar de donkere aarde
stralend met je onsterfelijke glimlach
stond je voor mij en vroeg wat er scheelde
"Waarom riep je mij en wat kan de pijn stillen
van je woelige geest
wie zou ik moeten overreden
om je liefdesverdriet te stoppen
Sappho over wie klaag je
en wie doet je vreselijk lijden?
ze ontloopt je nu maar spoedig zal ze je zoeken
nu weigert ze geschenken maar straks zal zij er geven
nu versmaadt ze je liefde maar morgen zal ze je beminnen
tegen haar wil in"
kom bij me zoals weleer en sus mijn smart
laat me niet bitter smachten
en geef me alles wat ik verlang
- Godin, in mijn strijd sta mij altijd bij
© Lepus: vertaling uit het Engels
Kritiek en rehabilitatie
Sappho’s werk werd in de derde eeuw v.C. in negen delen gepubliceerd. Ofschoon haar werk tijdens haar leven geprezen werd, werd het door de kerk na de vierde eeuw bekritiseerd en verworpen vanwege het erotisch en lesbisch karakter. Pogingen om haar poëzie weer ingang te doen vinden begonnen tijdens de Renaisssance en werden sindsdien verdergezet. Het moet gezegd dat moderne vertalingen vaak het lesbische karakter in de schaduw stellen. Ten gevolge van de legenden en mythen die haar leven omringen en het gebrek aan teruggevonden teksten, blijft Sappho een mysterieuze figuur die in het collectief geheugen geprent blijft als de vrouw die verantwoordelijk was voor de introductie van de woorden ‘
lesbisch’ en ‘
sapphisch’ in het moderne taalgebruik.
Sappho’s tafelversiering bevat motieven uit de Griekse kunsten en architectuur die haar invloed op cultureel vlak illustreren. Er zijn ook verwijzingen naar haar als de ‘bloem der bevalligheid’, een naam die schrijvers uit haar tijd haar gaven.
Op het bord vind je weer een
vulva in het centrum met errond een bloemenvorm met blaadjes in verschillende tinten van blauw, paars en groen. Het kleurenpalet geeft de kleur van de
Egeïsche Zee weer waar Lesbos zich bevindt.
Op de achterzijde van de tafellegger vormen de kleuren van de zee de achtergrond van een geborduurde Dorische tempel. Vier golflijnen boorden de legger af. Zij geven het golvende haar weer dat je vaak vindt bij Griekse standbeelden uit de klassieke periode.
Vooraan is de naam van Sappho geborduurd, ingebet in een uitbarsting van kleuren die haar poëzie definiëren als een ‘uitbarsting van vrouwelijke creativiteit’. De ‘S’ van haar naam wordt verlucht met de afbeelding van een lier, het instrument dat gebruikt werd om de voordracht van haar poëzie te begeleiden.