Klinkklare proeven (1969-1970)
Het eind van de jaren ’60 was een bloeiperiode wat betreft thematische keramiektentoonstellingen in de Nederlandse musea. Zo hield Boijmans in 1968 een expositie over spaarpotten en het Groninger Museum in 1969 een expositie over keramische eieren. Hierdoor aangestoken organiseerde het Stedelijk Museum Schiedam eind 1969 een tentoonstelling met wedstrijd rondom likeur- en jeneverkruiken.
De tentoonstelling
De tentoonstelling vond plaats van 20 december 1969 tot 19 januari 1970. Naast de keramische kruikjes, die in opdracht waren ontworpen door de keramisten, vond tevens een expositie plaats van schilderijen, prenten, zilverwerk en glaswerk van de Leerdam fabriek, die het drinken van likeur en jenever als thema hadden. Een en ander kon bekostigd worden door subsidie van de Stichting Nationaal Gedistilleerd Museum, dat midden jaren ’60 was opgericht. Het doel van de stichting was het in ere houden van het jenever stoken in Nederland en in dit streven paste een dergelijke tentoonstelling vanzelfsprekend prima.
De wedstrijd
Bij de tentoonstelling werd een wedstrijd uitgeschreven, met als opdracht moderne kruiken te ontwerpen voor jenever of likeur. In totaal werd 67 ontwerpen ingezonden, door de volgende kunstenaars: Adriana Baarspul, Lucie Q. Bakker, Klaashenk Blonk, Hilbert Boxem, Leo Braat, Henk Dil, Elisabeth Gerst, Henk Groenhuis, Suson Hubrecht-van Hoogstraten, Margreet Huisman, Hans de Jong, H.H. Kamerlingh Onnes, Anneke ten Katen, Lily ter Kuile, Jan Pieter van Leeuwen, Johan van Loon, Lou Schwirtz, Josje Smit, Jan van Stolk, Francine Timmers, Diet Wiegman, Lili Willemsen-Brouwer, Gerda Wijmans, Gijb Zaalberg en Meindert Zaalberg.
De uitslag
De Stichting Nationaal Gedistilleerd Museum had voor de beste inzendingen een drietal waardecheques (t.w.v. f300,-) beschikbaar gesteld. De jury bestond uit Margje Blitterswijk (een van de eigenaren van het Kapelhuis), G.J. van der Grinten
(architect en leraar Industriële Vormgeving aan de technische Hogeschool in Delft) en Bernadine de Neeve (conservatrice van Boijmans-van Beuningen). Zij bepaalden dat de inzendingen van Suson Hubrecht, Lucie Q. Bakker en Hilbert Boxem de winnende waren. Het ontwerp van Boxem (zie foto, afkomstig uit de catalogus) werd gezien als technisch hoogtepunt, al werd er bij vermeld dat deze inzending eigenlijk niet voldeed aan de functionele eisen die van tevoren gesteld waren. Het ontwerp van Suson Hubrecht werd met name geprezen om de “superbe vorm”, terwijl de driedelige kruik van Lucie Q. Bakker de passende sfeer opriep die bij het drinken van jenever paste.
Tot slot
Binnen de Nederlandse keramiek van eind jaren ’60, begin jaren ’70, hadden initiatieven zoals Klinkklare proeven een grote invloed. Het inspireerde kunstenaars tot het verder borduren op thema’s, wat tot verrassende resultaten heeft geleid. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de kruikjes met losse bekertjes die Adriana Baarspul in het jaar na de tentoonstelling maakte en die zeer gretig aftrek vonden.