Joseph Ratzinger, tot zijn pausbenoeming

Joseph Ratzinger, geboren op 16 april 1927 op de feestdag van de heilige Benedictus Josef Labre. Hij zal bijna 80 jaar later paus worden en kiezen voor dezelfde naam als de heilige van zijn geboortedag. Na de oorlog neemt hij zijn leven weer op en studeert verder aan het seminarie. In 1951 ontvangt hij zijn priesterwijding en begint zijn lange loopbaan binnen de kerk. Onder andere als docent en als deken van het College van Kardinalen. Dan wordt hij op 78 jarige leeftijd tot paus gekozen.

Algemeen

16 april 1927; Joseph Alois Ratzinger wordt geboren in Marktl am Inn, een plaatsje in Beieren. Hij is de jongste zoon van Joseph Ratzinger sr., een politieagent, en Maria Peintner, een kokkin en afkomstig uit Riemsting.

De zuigeling heeft al een oudere zus, Maria geboren op 7 december 1922 (en overleden op 2 november 1991) en een broer, Georg, geboren op 15 januari 1924.

Zijn jeugd

Het gezin verhuist diverse keren, in 1929 naar Tittmoning vlak bij de Oostenrijkse grens; in 1932 naar de voet van de Alpen, Auschau am Inn, omdat zijn vader kritiek heeft op de Nazi´s. In 1937 verhuist het gezin naar Hufschlag net buiten Traunstein.

In Traunstein gaat Joseph jr. naar het gymnasium, en studeert onder andere de klassieke talen Latijn en Grieks. Hierna gaat hij naar het seminarie.

De oorlogsjaren

In 1941 (Joseph is dan pas 14 jaar) wordt hij, verplicht door de Duitster, net als alle seminaristen lid van de Hitlerjugend. Twee jaar later wordt hij met zijn hele klas ingezet bij het luchtafweergeschut dat een BMW fabriek verdedigde. In 1944 wordt hij ingezet bij de Reichsarbeitsdienst in Burgenland (een deelstaat van Oostenrijk, waar voornamelijk minderheden van Hongarije en Kroatie wonen) bij de aanleg van pantserbarriéres. Vlak voor de capitulatie van Duitsland in 1945 deserteert hij en gaat terug naar Traunstein, waar hij door de Amerikanen tot krijgsgevangene wordt gemaakt.

Priesterwijding

Na de oorlog zet Joseph samen met zijn broer Georg de studie aan het seminarie voort. Hij studeert filosofie en theologie aan de filosifisch-theologische hogeschool in Freising en aan het Gerogianum van de universiteit van Munchen.

Het is kardinaal Michael van Faulhaber van Munchen die beide broers op 29 juni 1951 tot priester wijdt. Joseph promoveert in 1953 in de theologie. Hij schreef een proefschrift over “Het volk van het huis van God volgens de leer van Sint Augustinus over de kerk”.

Loopbaan

• 1951; voor korte tijd was hij parochievicaris in de Sankt Martin parochie in München Moosach
• 1951 tot 1952; parochievicaris in de Heilig Blut parochie in München Bogenhausen
• 1953; Doctoraal in de theologie behaalt
• 1954 tot 1957; Universitair docent dogmatiek en fundamentele theologie aan de hogeschool voor filosofie en fundamentele theologie in Freising (heeft hij zelf ook aan gestudeerd)
• 1957; Behalen van Habilitation aan de universiteit van München met een onderzoek over Bonaventura. Een Habilitation is een wetenschappelijke promotie na de “gewone” wetenschappelijke promotie. Het is eigenlijk een verdiept, c.q. versterkt proefschrift waarin men aantoont zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te kunnen verrichten
• 1958 tot 1959; Hoofddocent dogmatiek en fundamentele theologie, weer aan de hogeschool in Freising
• 1959 tot 1963; Universitair docent fundamentele theologie in Bonn
• 1962 tot 1965; Officieel concilietheoloog van het Tweede Vaticaans Concilie, als assistent van kardinaal Joseph Frings. Hij stond bekend als een vertegenwoordiger en pleitbezorger van radicale veranderingen
• 1963 tot 1966; Professor met een leerstoel voor dogmatiek en dogma geschiedenis aan de universiteit van Münster
• 1966 tot 1969; Professor met dezelfde leerstoel, maar nu in Tübingen
• 1969 tot 1977; Professor met dezelfde leerstoel, aan de universiteit van Regensburg (waar hij van 1976 tot 1977 korte tijd vice president van de universtiteit was
• 1977; Op 28 mei wordt hij gewijd tot aartsbisschop van München en Freising en een maand later werd hij kardinaal
• 1981; 25 november wordt Joseph Ratzinger benoemd tot prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer (een soort ministerie binnen de katholieke kerk); president van de Pauselijke Bijbelcommissie; president van de Internationale Theologencommissie
• 1982; Op 15 februari wordt zijn ontslag als aartsbisschop van München en Freising aanvaard
• 1986 tot 1992; Voorzitter van de Pauselijke Commissie voor het opstellen van de nieuwe Katachismus van de Katholieke Kerk. Dit is een document van de Katholieke Kerk waarin de leer van de Kerk wordt uiteengezet
• 1993; Op 5 april wordt Joseph gepromoveerd tot kardinaal-bisschop en wordt titulair bisschop van bisdom Velletri-Segni
• 1998; Hij wordt op 9 november benoemd tot vice deken
• 2002 tot pausbenoeming; Joseph Ratzinger wordt deken van het College van Kardinalen, nu is hij ook titulair bisschop van het bisdom Ostia