Spaanse winnaars Nobelprijs voor de Letteren
Dat op 6 oktober 2010 bekend werd dat de geboren Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa (1936) de Nobelprijs voor de Letteren toegekend is, wordt ook in Spanje gezien als een groot succes en een erkenning van de Spaanse taal en cultuur. Niet alleen omdat Vargas Llosa als Zuid-Amerikaan al zijn werk in het Spaans schreef, maar ook omdat de schrijver al sinds vele jaren in Spanje woont en daar sinds 1993 genationaliseerd is. Hier volgt een lijst van Spaanse Nobelprijswinnaars.
Jacinto Benavente (1866-1954)
Als schrijver, dramaturg en scenarioschrijver won Benavente de Nobelprijs in 1922 vanwege ‘de optimistische manier waarop hij de welbekende traditie van het Spaanse drama’ heeft voortgezet. Gedurende zijn leven schreef hij 172 werken, de meeste voor theater en film, waarin hij alle genre’s raakte, van drama en tragedie tot komedie. Hij schreef daarnaast ook poëzie, vooral in zijn jeugdjaren. Gedurende de Spaanse burgeroorlog leefde hij in Madrid en Valencia en tijdens het Franco-regime onder hevige censuur, vanwege zijn homoseksualiteit.
Juan Ramón Jiménez (1881-1958)
Jiménez ontving de Nobelprijs tijdens zijn vrijwillige verbanning op Puerto Rico in 1956. Zijn werk begon als modernistisch, maar raakte later de Avantgarde. Voor Jiménez was de poëzie een bron van kennis, een wijze om achter de belangrijke dingen van het leven te komen. De preciezie van de woorden was voor hem de uiterste schoonheid, zijn manier om de eeuwigheid en de waarheid te bereiken. Het werk van Jiménez kan in twee perioden worden onderverdeeld, de periode van vóór 1916, toen hij vooral beïnvloed was door het werk van de Spaanse dichter Rubén Darío (1867-1916), en die van daarna toen hij meer naar een persoonlijke stijl zocht en zo de ‘verbreider’ werd van het concept ‘poesía pura’ (zuivere poëzie), die de volmaakte eenheid beoogt tussen vorm en inhoud.
Vicente Aleixandre (1898-1984)
Winnaar van de Nobelprijs in 1977 behoorde Aleixandre (zie bovenstaande foto) als dichter tot de zg. ‘Generación del ‘27’ (Generatie van ‘27). In die jaren kwamen vooral het surrealisme en het hermetisme voor in zijn werk. Ondanks zijn linkse opvattingen, bleef hij tijdens de burgeroorlog in Spanje omdat zijn gezondheid erg zwak was en het onmogelijk voor hem was om te vluchten. Aan het eind van de oorlog werd zijn huis verwoest en kreeg hij bovendien een censuur opgelegd. Pas in 1944 mocht hij weer publiceren en voordrachten houden. Toen bleek zijn stijl veranderd. Zijn poëzie was minder complex geworden en meer gebaseerd op het menselijk bestaan en de tragiek. Vanaf 1950 verschenen enkele bundels 'poëtisch proza', waarmee Aleixandre het voorbeeld werd voor de naoorlogse dichters-generatie. In zijn laatste levensfase keerden zijn gedichten terug naar de essentie van de (lees: zijn) jeugd.
Camilo José Cela (1916-2002)
Cela was al erkend als één van de belangrijkste schrijvers van de twintigste eeuw toen hij in 1989 de Nobelprijs kreeg toegekend. Zijn werken kenmerken zich door hun nogal obscure fantasie en realistische stijl, vol met ironische wendingen. Ook schuwde hij de overdrijving en beschrijvingen van menselijke wreedheden niet. Veel van zijn verhalende werken zijn experimenteel, op het surrealistische en zelfs absurdistische af. Zijn verhalen gaan vaak over de zelfkant van de samenleving.
In tegenstelling tot veel andere beroemde Spaanse schrijvers uit die tijd had Cela rechtse opvattingen en steunde hij Franco tijdens de burgeroorlog. Daarna begon hij te werken als journalist en bij de censuur van het regime. In 1956 richtte hij de uitgeverij ‘Alfaguara’ op om zijn eigen teksten mee te publiceren, maar ondanks zijn collaboratie werden ook die gecensureerd. Zijn beroemdste boek ‘La Colmena’ (1951) moest in Argentinië bijvoorbeeld worden uitgegeven.
Na het overlijden van Franco leverde Cela zijn bijdrage aan de herziening van de grondwet in de Spaanse Senaat en betoonde hij zich een groot voorstander van het Castellano (Castiliaans) als enige officiële taal in Spanje. In zijn laatste jaren werd Cela verdacht van plagiaat, wat nu nog een smet vormt op zijn briljante literaire carrière.
Mario Vargas Llosa (1936)
De tot Spanjaard genaturaliseerde Nobelprijswinnaar van 2010 heeft altijd zijn belangrijkste bewonderaar gehad in de vorm van allerlei culturele organisaties in Spanje. In 1986 ontving hij bijvoorbeeld al de prestigieuze prijs ‘Principe de Asturias de las Letras’, in 1993 de ‘Premio Planeta’ en in 1994 de ‘Premio Cervantes’, de hoogste nationale prijs in Spanje voor de letteren.
Lees verder