Hulst, een heidens heilige plant?
Hulst, niet direct de meest gebruikte medicinale plant, maar wel een plant met een mysterieus verleden, die bij onze donkere, mystieke wintertijd hoort. Niet verwonderlijk als je ziet hoe die groenblijvende boom ook in December blijft glimmen. Hulst werd om dezelfde reden als de maretak als een heilige plant beschouwd:
Hij blijft altijd groen en lijkt onaantastbaar voor de tijd en de wisseling der seizoenen; hij is een symbool van het leven te midden van de schijndood van de winter. Vandaar de plaats die hij innam bij de midwintergebruiken en de beschermende krachten die hij zou bezitten.Veel daarvan is nog altijd terug te vinden in onze eigen gebruiken tijdens de kerst- en nieuwjaarstijd.
Symbolische beschermer
De beschermende werking van Ilex gaat ver in de geschiedenis terug. De Romein Plinius de Oudere adviseerde reeds in zijn ‘Historia naturalis’ om een hulst in de buurt van je huis te planten om bliksem en hekserij op afstand te houden. Maar ook bloeddorstige dieren konden er mee bestreden worden. Ook zou een takje hulst in je broekzak geluk brengen, al wil ik dat toch wel betwijfelen. Een vlijmscherp hulstblaadje in een mannenbroekzak lijkt mij niet de meest prettige ervaring.
Enige mythologische betekenis had de hulst bij de Kelten. De druïden versierden hun huizen met hulsttakken om de ‘sylvan spirits’ , een soort bosgeesten te eren. In het Keltische alfabet werd de hulst ‘tinne’ genoemd wat ‘vuur’ betekent. Het vuur, dat licht en warmte brengt, wat we zo nodig hebben in deze wintertijd.
En waarom wordt op deze Middeleeuwse afbeelding over de eenhoorn, de tuin helemaal omringd, afgesloten met een hulstheg?
In Groot-Brittannië geloofden de mensen dat alleen rond kerst groen in huis geluk bracht, maar het verse groen mocht niet langer dan tot de Twaalfde Nacht (Driekoningen) in huis gehouden worden, anders bracht het ongeluk of dood. Om geen ellende te krijgen moest het kerstgroen dan ook verbrand worden op driekoningenavond. Is het daarom dat we nu ook nog de kerstbomen verbranden?
Jongere blaadjes
Hulst heeft ook een plaats gehad in de huisapotheek. De blaadjes - die minder stekelig worden, als de boom ouder wordt - zijn koortswerend, diuretisch en slijmoplossend, vandaar het vroeger gebruik bij catarren en verstoppingen van de luchtwegen (hardnekkige hoest, bronchitis, longontsteking, griep). Bovendien werden ze gebruikt bij waterzucht, reuma en koortstoestanden. Ze werden vers of gedroogd gebruikt als afkooksel (30-50 g fijngehakte blaadjes op 1 liter water; 1-2 uur koud laten trekken; aan de kook brengen en 10 minuten laten koken; nog 10 minuten laten trekken; zeven; zoeten, liefst met honing (de drank is heel bitter!); 3-kopjes per dag. Ook nu zijn er nog enkele preparaten in de handel waar Ilex, samen met o.a. Alchemilla en Equisetum in verwerkt worden en die vooral bij reuma en artrose geadviseerd worden.
In streken waar wisselkoortsen heersten werd een hulstwijn gedronken 1 a 2 wijnglazen per dag: 50 g verse, fijngehakte blaadjes 24 uur laten trekken op zoveel alcohol van 45%, rum of brandewijn, na die 24 uur er 1 liter witte wijn bij doen; weer 24 tot 48 uur laten trekken; zeven.
Bessen niet inwendig gebruiken
De bessen, waar de vogels 's winters dol op zijn, werden door sommige auteurs beschouwd als purgeermiddel (10-12 bessen, fijngemaakt, 1 uur laten trekken op 100 cc water). Ik raad u dit middel echt niet aan, omdat het vaak misselijkheid en braken veroorzaakt en meer dan dat. Ook Dodoens vermelt min of meer die werking, maar schuift de verantwoordelijkheid door naar 'Sommighe' die huer vermeten experientie te hebbene van den Hulst/ segghen dat vijf besiekens van Hulst inghenomen/ goet sijn tseghen dat colica/ ende dat sy camerganck doen hebben.
Vroeger werd het harde hulsthout ook gebruikt voor stelen en wandelstokken en zelfs voor tekengerief en inlegwerk. Van de schors maakte men ook kleefstof. Ook Dodoens vermelde dit gebruik al. 'Van der scorssen van Hulst wordt teer ghemaeckt/ daer men die voghelen mede vanght, waer af dat die maniere van maken bekent ghenoch es'.
In het verleden is de plant ook nooit veel medicinaal gebruikt geweest. Dodoens schrijft zelfs 'Die bladeren ende ionghe tacxkens worden ghebruyckt om die scouwen mede te vaghene. Ende anders en kunnen wy dan Hulst niet ghescrijven/ aenghesien dat hy in der medecijnen niet ghebruyckt en wordt'. Dus de schouw er mee vegen en niet medicinaal. En voorlopig zou ik de plant ook alleen maar net zoals de maretak voor mooie rituelen gebruiken.
Namen bij Dodoens
Wat naem dat Hulst in Griecx oft Latijn heeft/ en kan men noch ter tijt niet wel sekerlijck weten. Die hoochgheleerde Ruellius meynt dattet een gheslacht es van gheheeten in Griecx Prinos/ In Latijn Ilex ende Ilex aquifolia/ maer niet aquifolium daer Plinius af scrijft/ dat in Griecx Crataegos ghenaemt wordt. Andere maken daer af Oxymyrsinen agriam en sylvestrem Ruscum/ In Franchois wordt hy ghenaemt Hous en Housson/ In Hoochduytsch Walddistel oder Stechpalmen/ Hier te lande Hulst.
- Engels: European Holly, English Holly, Oregon Holly, Sparked Holly, Christmas Holly, Crocodile Holly, Prick Holly, Holly, Common Holly, Holly Green.
- Frans: Houx, Houx Epineux, Housson, Grand Pardon, Bois Franc, Greou, Agrifous, Agriou, Grifeuil, Agabousse, Alquiroux.
- Spaans: Acebo Comun.
- Duits: Stechpalme, Hulst, Hülse.
- Italiaans: Aquifolio Comune, Alloro Spinoso, Leccio Spinoso.
Wat wetenschappelijk onderzoek over Ilex.
- Alikaridis F (1987). Natural constituents of ilex species. J Ethnopharmacol 20: 121-144.
- Arena JM (1979). Are holly berries toxic? (letter). J Am Med Assoc 242: 2341.
- Balansard J & Flandrin P (1951). Heterosides of the leaves of the holly tree (Ilex aquifolium). Chem Abst 45: 7307.
- Bate-Smith EC (1962). The phenolic constituents of plants of their taxonomic significance I. Dicotyledons. J Linnean Soc (Botany) 58: 95-173.
- Bohnic P (1959). Contribution to the knowledge of the chemistry of holly (Ilex aquifolium). Farm Vestn (L. Jubljana) 10: 57-58.
- Bohnic P (1967). Determination of theobromine in Ilex aquifolium. Farmacevtski Vestnik 18: 9-20.