De wereld in en om de Eerste Wereldoorlog
Na de Frans-Duitse oorlog van 1870 leefden de Europese landen in een periode van gespannen vrede, waarbij ze zich voorbereidden op een confrontatie. Er werd aan een hoog tempo bewapend, er word overal algemene dienstplicht ingevoerd, er was een drukke diplomatie gericht op de vorming van allianties om sterker te staan bij een confrontatie,...
Oorzaken van de oorlog
Hypernationalisme en imperialisme
Een eerste reden was het hypernationalisme dat hand in hand ging met imperialistische dromen. Naast Duitsland hadden nog meer landen hier last van, we kunnen dan ook spreken van een algemene mentaliteit van nationalistisch ongenoegen bij de Europese heersende elites:
- Duitsland: gefrustreerd wegens gebrek aan kolonies, vond dat ze recht had op expansie, spoorde doelbewust aan op een Europese oorlog
- Oostenrijk-Hongarije en Turkije: zeer nationalistisch ingesteld, voortdurend op zoek naar uitbreiding van territorium
- Rusland: verloren territorium in vroeger conflict (Japans-Russische oorlog)
- Frankrijk: verloren territorium in vroeger conflict (Frans-Duitse oorlog)
Groeiend militarisme
Een tweede oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is een groeiend militarisme. De nationalistische elites wilden hun claims met wapens kracht bij zetten, wat leidde tot een heuse bewapeningswedloop. Als gevolg van de industriële ontwikkeling had het wapentuig alsmaar meer vernietigingskracht. We kunnen de Eerste Wereldoorlog dan ook zien als de eerste industriële oorlog.
Economie en industrie
De tweede industriële revolutie had geleid tot een overcapaciteit en afzetproblemen. Aan de ene kant zocht men naar uitbreiding van de afzetmarkten, aan de andere kant trok men tolmuren op om de eigen productie te beschermen. Beide maatregelen liepen elkaar in de weg. De enige manier die restte om de afzetmarkt te vergroten was de verovering van kolonies of elkaars nationaal territorium.
Alliantievorming en bijstandsverdragen
Dit alles leidde tot internationale diplomatieke spanningen. Een grote Europese oorlog hing in de lucht. Politici en diplomaten reageerden met een systeem van onderlinge bijstandsverdragen. Als het ene land door het andere land werd aangevallen, zou een derde land het eerste bijtreden, enz. Deze diplomatieke blokvorming is een vierde oorzaak.
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog hadden zich zo twee diplomatieke blokken gevormd:
- Triple Alliantie: onder leiding van Duitsland, met Oostenrijk-Hongarije en Turkije
- Triple Entente: Groot-Brittannië en Frankrijk met Rusland (kwam in conflict met de expansie drift van Duitsland in oostelijke richting)
De ontsteking kwam er met de moord op de erfopvolger van de Oostenrijkse keizer door een Servisch nationalist. Servië was ontstaan uit het uiteenbrokkelen van het Turkse Rijk en was een jonge nationalistische staat. Door de moord op de troonopvolger verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië, waarop het hele systeem van onderlinge bijstand in werking trad. Servië werd gesteund door Rusland en zijn bondgenoten Frankrijk en Groot-Brittannië en Oostenrijk-Hongarije werd gesteund door Duitsland en Turkije.
Het verloop van de oorlog
In augustus 1914 begon de oorlog. Er onderscheidden zich twee fronten: één in het Oosten en één in het Westen. Verder werd er ook strijd geleverd op zee en in de kolonies. De oorlog werd hoofdzakelijk in Europa gevoerd, waar het evolueerde van een bewegingsoorlog naar een loopgravenoorlog, langsheen duizenden kilometers front. De loopgravenoorlog leidde tot een ware uitputtingsslag, waarbij het materiaal en de continue aanvoer van nieuwe soldaten de doorslag zouden geven. De militaire strategie had geen adequaat antwoord op de impasse van een stellingenoorlog. Het enige wat ze konden doen was het ontketenen van grootscheepse offensieven, wat een hopeloze strategie bleek te zijn, aangezien de verdedigende partij in een loopgravenoorlog altijd een tactisch voordeel geniet. Dergelijke slachtingen en de uitzichtloosheid van de strijd veroorzaakten spanningen bij de soldaten en op de thuisfronten. Sommige politici zochten een uitweg in een onderhandelde vrede. Anderen, de jusqu’auboutisten, wilden doorgaan tot de vijand kraakte. In 1917 had Duitsland aan het oostfront de overwinning behaald toen Rusland de wapens neerlegde. Dat gebeurde nadat de Tsaar was opzij geschoven door een burgerlijk-democratisch regime. Na 8 maanden was de communistische revolutie in Rusland een succes, waar Lenin onmiddellijk de oorlog stopzette. Hij aanvaardde een vrede die Duitsland een gigantische terreinwinst opleverde. Inmiddels was aan de geallieerde zijde aan het Westfront een nieuwe bondgenoot verschenen: de VS. Aanvankelijk steunden ze de geallieerden enkel met materiële hulp, maar nadat hun transporten over zee waren aangevallen door Duitse duikboten, trad de VS actief in de oorlog in april 1917.
Uiteindelijk brak het Duitse front en in november 1918 was de oorlog afgelopen.
Gevolgen van de oorlog
Een eerste gevolg was het verdwijnen van vier keizerrijken:
- Rusland: het tsaristische land maakte plaats voor het eerste communistische land
- Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie: werd opgedeeld in nieuwe staten en/of verdeeld onder de overwinnaars
- Ottomaanse rijk: werd opgedeeld in nieuwe staten en/of verdeeld onder de overwinnaars
- Duitsland: verloor enkele kolonies, kreeg de volledige schuld van de oorlog, gigantische herstelbetalingen en sancties opgelegd in het Verdrag van Versailles (belangrijke oorzaak Tweede Wereldoorlog)
Een tweede gevolg was dat hiermee de condities voor een volgende oorlog werden vastgelegd. Een derde gevolg waren een heleboel territoriale verschuivingen die zich vooral in Oost- en Midden-Europa aftekenden. Dat veroorzaakte vele verongelijkte bevolkingsgroepen, wat ook weer aanleiding gaf tot de Tweede Wereldoorlog.
Het laatste gevolg was het naar voren treden van de VS als nieuwe wereldmacht. Europa had een financiële aderlating ondergaan en zich letterlijk en figuurlijk leeg gevochten. De VS had kredieten verstrekt en geprofiteerd van de situatie om hun concurrentiepositie te verstevigen.