Oorzaken en aanleiding Eerste Wereldoorlog
Als er in Nederland over 'de' oorlog wordt gesproken, gaat dit eigenlijk altijd over de Tweede Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog krijgt hier veel minder aandacht, ondanks het grote aantal doden. In totaal zijn het er waarschijnlijk bijna 10 miljoen. Bovendien is de Tweede Wereldoorlog te zien als een voortzetting van de Eerste Wereldoorlog. Genoeg reden dus om eens te kijken naar de Eerste Wereldoorlog. Er is tenslotte genoeg over te vertellen.
Situatie voor de Eerste Wereldoorlog
Om goed te begrijpen waarom er tussen 1914 en 1918 werd gevochten, moet er eerst gekeken worden naar de situatie van voor 1914. Er heerste toen vooral optimisme in Europa. De Industriële Revolutie in de 19e eeuw had geleid tot groeiende welvaart in veel Europese landen. Ook was er sinds 1815 amper oorlog gevoerd in Europa. Amper, er waren wel een paar kleine oorlogen geweest namelijk. Een voorbeeld daarvan is de Frans-Duitse Oorlog in 1870. Van één Duitsland was toen nog geen sprake. Het bestond uit allemaal staatjes en vorstendommetjes die samenwerkten. De grootste en belangrijkste was Pruisen. De kanselier van Pruisen, Otto von Bismarck, wilde van Duitsland één land maken. Om dit voor elkaar te krijgen moest er een nationalistisch gevoel onder de hele Duitse bevolking ontstaan. Von Bismarck probeerde dit te bereiken door oorlogjes te voeren samen met de andere Duitse staatjes. De klap op de vuurpijl was uiteindelijk de Frans-Duitse Oorlog. Frankrijk was lang niet zo snel geïndustrialiseerd als Pruisen waardoor Frankrijk binnen korte tijd verloren had. Toen in 1871 de oorlog gewonnen was, was het Duitse nationalistische gevoel zo sterk geworden dat Duitsland een eenheid werd met aan het hoofd een keizer. Ook in Frankrijk ontstond er een nationalistisch gevoel. De Franse bevolking wilde revanche op de Duitsers nadat ze in 1871 met de winst van de oorlog de regio Elzas-Lotharingen hadden ingepikt.
De machtssituatie in Duitsland
Na de eenwording van Duitsland stond het land onder leiding van keizer Wilhelm I. Samen met de rijkskanselier, Otto von Bismarck, was er sprake van een rustige buitenlandpolitiek. Er werd heel goed begrepen dat het machtsevenwicht in Europa verstoord was door de eenwording. Nu was er tenslotte ineens een grote mogendheid bijgekomen. Bovendien was Duitsland omringd door andere grote mogendheden: Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije en Rusland. Daarom liet Duitsland steeds zien dat ze hun land niet meer verder wilden uitbreiden om de andere mogendheden niet tegen zich te krijgen.
In 1888 overleed Wilhelm I en kwam zijn zoon aan de macht. Die was al ziek en heeft maar heel kort geregeerd. Daardoor kwam in juni 1888 de kleinzoon van Wilhelm I aan de macht, keizer Wilhelm II. Keizer Wilhelm II was een stuk minder gematigd dan zijn grootvader. Wilhelm II voerde de zogenaamde 'Weltpolitiek'. Hij wilde van Duitsland een groot en machtig land maken. Otto von Bismarck werd door Wilhelm II als te gematigd gezien en daarom ontslagen.
Oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
Groeiend nationalisme
Nu we een beeld van de situatie van voor 1914 hebben, kunnen we gaan kijken naar de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. De eerste oorzaak is eigenlijk net al genoemd en dat is het groeiend nationalisme in veel Europese landen. Zolang het bij een onschuldig gevoel blijft, maakt dit niet zoveel uit. Echter groeide het meer uit tot het idee dat men hun eigen land beter vond dan andere landen en het eigen volk het beste was.
Groeiend militarisme en ontstaan wapenwedloop
Een tweede oorzaak is het groeiend militarisme. Dit houdt in dat de bevolking een steeds positievere houding kreeg ten opzichte van het voeren van oorlog. Geweld werd helemaal niet per se beschouwd als iets slechts. Militair vertoon werd juist gewaardeerd. Vooral in Duitsland is dit goed te zien. Onder leiding van keizer Wilhelm II ging het land een agressievere buitenlandpolitiek voeren. De keizer wilde dat Duitsland een belangrijke positie in de wereld ging innemen. En daarmee komen we ook gelijk bij een derde oorzaak die hier enigszins mee samenhangt, namelijk het ontstaan van een wapenwedloop. De Duitse keizer wilde mee gaan tellen in de wereld en nam daarom bijvoorbeeld in 1898 de eerste vlootwet aan. Dit hield in dat er meer oorlogsschepen gemaakt gingen worden. Engeland, het land met de sterkste vloot, voelde zich hierdoor bedreigd en ging ook meer oorlogsschepen produceren. Ook andere grote Europese mogendheden zoals Rusland en Frankrijk waren niet blij met deze ontwikkeling en gingen zich ook meer en meer bewapenen. Op deze manier ontstond er een wapenwedloop in Europa.
Bondgenootschappen
Een vierde en laatste oorzaak zijn de bondgenootschappen die landen aangingen. Engeland, Frankrijk en Rusland gingen steeds meer steun bij elkaar zoeken wegens de agressievere Duitse houding. Tegelijkertijd ging Duitsland een bondgenootschap vormen met Oostenrijk-Hongarije en Italië. Oostenrijk-Hongarije was een groot land waarin veel verschillende volken leefden. Het bestond behalve uit Oostenrijk en Hongarije ook uit (delen van) het huidige Polen, Kroatië, Tsjechië, Slovenië en Roemenië. Bondgenootschappen zijn in principe vaak niet de reden tot een oorlog doordat landen weten dat als ze oorlog met land A krijgen, ze ook gelijk problemen hebben met het hele bondgenootschap van land A. Echter kunnen bondgenootschappen in combinatie met nationalisme wel gevaarlijk zijn. Dan is er namelijk het idee dat landen hun eigen bondgenootschappen als beter zien dan anderen. Bovendien groeit de gedachte dat je een oorlog makkelijk kan winnen. Samen sta je tenslotte sterk. Op het kaartje zijn de twee bondgenootschappen te zien.
Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
Duidelijk is dus dat er sprake was van spanningen tussen de grote Europese mogendheden. De aanleiding van de Eerste Wereldoorlog was de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand. Hij bracht samen met zijn vrouw een bezoek aan Sarajevo. Sarajevo lag in een gebied dat pas sinds 1908 bij Oostenrijk-Hongarije hoorde. Buurland Servië was niet blij met deze annexatie. Servië wilde tenslotte een land worden dat alle zuidelijke Slavische volkeren verenigde. Toen op 28 juni 1914 Frans Ferdinand met zijn vrouw in Sarajevo was, werden ze beiden door een Serviër doodgeschoten. De dader van de dubbelmoord, Gavrilo Princip, werd opgepakt. Even leek het met een sisser af te lopen, maar Oostenrijk-Hongarije zag het als een actie van alle Serviërs; een conclusie die zonder onderzoek getrokken werd. Servië moest dus gestraft worden en daarom begon de dubbelmonarchie een strafexpeditie. Servië kon echter rekenen op Russische sympathie waardoor er in de dubbelmonarchie getwijfeld werd. Duitsland liet weten ze, wat de keuze ook werd, te steunen en dus durfde Oostenrijk-Hongarije het aan. Precies een maand na de moordaanslag verklaarde het land de oorlog aan Servië.
Begin van de Eerste Wereldoorlog
Toen Oostenrijk-Hongarije op 28 juli 1914 de oorlog aan Servië verklaarde, trad het systeem van bondgenoten in werking. Oostenrijk-Hongarije en Duitsland kwamen in oorlog met Rusland en Servië. Frankrijk had een bondgenootschap met Rusland en was dus genoodzaakt om Duitsland aan te vallen. Dit wist Duitsland natuurlijk ook en daarom besloot Duitsland zelf de oorlog aan Frankrijk te verklaren voordat Frankrijk dat deed. Ook Engeland hoorde bij Frankrijk en Rusland. Door de werking van de bondgenootschappen was Europa in een mum van tijd verzeild geraakt in een grote oorlog.