De gevolgen van de Vietnamoorlog
De Vietnamoorlog kende verstrekkende gevolgen. Dit is een artikel over de gevolgen van de Vietnamoorlog voor de publieke opinie in Amerika, de Vietnamese samenleving en de Amerikaanse samenleving.
Welke gevolgen kende de oorlog voor de publieke opinie in Amerika?
De politiek
Door het uitblijven van de overwinning en de hevige protesten in binnen- en buitenland nam de twijfel onder Amerikaanse politici over de oorlog toe. Er vond een tweedeling plaats in de Senaat: aan de ene kant zag men voorstanders van een politieke oplossing voor Vietnam, de zogenaamde ‘duiven’. Aan de andere kant waren er voorstanders van verdergaand militair ingrijpen, ook wel ‘haviken’ genoemd. Toenmalig senator Fullbright betwijfelde of de oorlog de belangen van Amerika wel diende, aangezien zowel binnenlandse als buitenlandse verhoudingen door de oorlog steeds meer onder druk kwamen te staan. In 1966 leidde hij rechtstreeks op televisie uitgezonden parlementaire hoorzittingen over het Vietnambeleid. Daardoor werd publiekelijk bekend dat ook binnen de Amerikaanse regering grote meningsverschillen bestonden over de effectiviteit van de gebruikte strategie. De regering hield echter vast aan haar visie en keerde zich daarmee tegen de publieke opinie.
In economisch opzicht deed de oorlog ook weinig goeds. De oorlog deed de overheidsuitgaven aanzienlijk toenemen en zorgde ervoor dat de dollar in waarde daalde. Amerika werd steeds minder belangrijk in de wereld op economisch gebied en een economische recessie dreigde. Hierdoor kwam de voortzetting van de oorlog onder grote druk te staan. De binnenlandse spanningen namen verder toe. In het verkiezingsjaar 1968 braken grote rellen uit tijdens anti-oorlogsdemonstraties. Het onverwachte Noord-Vietnamese succes tijdens het Tet-offensief ontwrichtte de tot op dat moment gevoerde Amerikaanse strategie. Uiteindelijk besloot president Johnson tot stopzetting van de bombardementen. De Noord-Vietnamezen verklaarden zich direct bereid tot onderhandelingen. Johnson stelde zich niet herkiesbaar. De Republikein Richard M. Nixon won de presidentsverkiezingen op basis van zijn belofte van een eervolle vrede, terugtrekking van Amerikaanse militairen en ‘vietnamisering’ van de oorlog, wat betekende dat Amerika de oorlog meer en meer overdroeg aan de Zuid-Vietnamese bondgenoten om zo zonder gezichtsverlies terug te trekken, wat voor de trotse Amerikaanse burger hoog in het vaandel stond.
De media
Na het sturen van grondtroepen raakten de Amerikanen grootschalig betrokken bij de oorlog in Vietnam. Voor het eerst in de geschiedenis kon de Amerikaanse burger de oorlog vanuit de huiskamer volgen via de televisie. Daarnaast brachten dagelijkse foto’s en reportages van journalisten aan het front de oorlogshandelingen onder ieders aandacht De media werd door de Amerikaanse regering verzocht een niet al te kritische houding te hebben. Aanvankelijk hielden zij hier rekening mee, maar in de afweging tussen het nationale belang van het ondersteunen van de oorlog enerzijds en het democratische belang van kritische en onderzoekende journalistiek anderzijds, kozen de media steeds vaker voor het laatste. Jonge, kritische oorlogsverslaggevers zetten steeds vaker vraagtekens bij het Amerikaanse ingrijpen. Zij vonden weerklank bij een breed publiek, maar riepen ook tegengeluiden op. Hierdoor werd de maatschappij meer en meer in twee kampen verdeeld (de eerder genoemde ‘haviken’ en ‘duiven’). De media had ook enige invloed op het moraal van de Amerikaanse soldaten door hen als monsters af te schilderen, en daarmee indirect op het verloop van de oorlog.
De protesten
Vooral jongeren, die de Tweede Wereldoorlog niet bewust hadden meegemaakt, keerden zich tegen de oorlog. Deze nieuwe generatie had een eigen subcultuur ontwikkeld, op alle vlakken sterk afweek van de gevestigde orde. Dit uitte zich bijvoorbeeld in kleding, maar ook op politiek gebied zetten zij zich af tegen de huidige regering. Door de dienstplicht, die vanwege de Vietnamoorlog opnieuw was ingevoerd, werden deze jongeren direct geconfronteerd met een oorlog waar velen van hen niet achter stonden. De kloof tussen deze generatie die ook wel ‘protestgeneratie’ werd genoemd, en de generatie waartoe hun ouders, hun docenten en de politici behoorden en die het communisme als een reëel gevaar beschouwden, werd almaar groter. Op universiteiten werden over zin en noodzaak van de oorlog talloze hevige discussies gevoerd en ook veel opinieleiders uit politiek, wetenschap en media keerden zich tegen de oorlog. Vanuit de meer links georiënteerde universiteiten werden petities naar president Johnson gestuurd met het verzoek de bombardementen te stoppen. Er werden demonstraties tegen de oorlog georganiseerd, waar protestzangers optraden en dienstplichtigen hun oproepkaarten verbrandden. Veel jongemannen weigerden dienst, anderen probeerden de dienstplicht te ontduiken. Ook in de rest van de westerse wereld kwam het (onder invloed van de media) tot massale protesten. Een goed voorbeeld hiervan is de wereldberoemde bokser Mohammed Ali.
Welke gevolgen kende de oorlog voor de Amerikaanse samenleving?
Een getraumatiseerde natie
Amerika was geschokt door de oorlog in Vietnam. Het rijkste land ter wereld met de sterkste defensiemacht had voor het eerst in de geschiedenis een oorlog verloren. In de Tweede Wereldoorlog hadden de Amerikanen het imago van een bevrijder verkregen. Hoewel de Vietnam-oorlog aanvankelijk in het teken stond van de verdediging van westerse waarden als vrijheid en democratie, leidden de onthullende en vaak schokkende beelden op televisie ertoe dat velen zich afvroegen of, gezien de ingezette wapens zoals de napalm brandbommen, de oorlog nog wel gerechtvaardigd was. Toen Noord-Vietnamese troepen in 1975 haast onbelemmerd het Zuiden van Vietnam veroverden, bleek dat de Amerikaanse strijd in Vietnam daarbij ook nog zinloos was geweest, en de gevallen soldaten voor niets waren gestorven.
Veel teruggekeerde Vietnam-veteranen konden hun oorlogservaringen nauwelijks verwerken, voelden zich vaak onbegrepen en niet in staat hun oude leven weer op te pakken. Een voorbeeld hiervan zien we in de Rambo-films. Deze film gaat over een Vietnam-veteraan die zijn verleden niet kan loslaten. De combinatie van psychosociale en fysieke klachten waaraan deze veteranen leden, werd het ‘Vietnamsyndroom’ genoemd en was lange tijd slecht bespreekbaar in de Amerikaanse samenleving. Verwerking van dit trauma kwam in loop van de jaren ’80 op gang. Dit bleek onder andere uit de vele speelfilms waarin de oorlog een rol speelde. In 1982 werd in Washington het ‘Vietnam-Memorial’ onthuld. Dit monument neemt sindsdien een centrale plaats in bij herdenkingen. Tot op de dag van vandaag houdt de oorlog veteranen en hun organisaties bezig.
De gevolgen voor de Amerikaanse maatschappij
In de beginfase van de Amerikaanse betrokkenheid bij de Vietnamoorlog was de Amerikaanse politiek vooral bezig met de problemen in eigen land. Rassentegenstellingen, vooral in de zuidelijke staten, leidden tot ernstige incidenten en zowel blanke als zwarte burgers eisten oplossingen voor de sociale problemen in de grote steden. Hoewel de dienstplicht, die voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog weer was ingevoerd, in principe elk Amerikaanse gezin met de oorlog confronteerde, bleek achteraf dat de groepen uit achtergestelde wijken (vooral zwarte jonge mannen) oververtegenwoordigd aan het front waren. Zij vochten, net zoals de voorgaande generatie dat tijdens de Tweede Wereldoorlog had gedaan, zij aan zij met blanke soldaten. Dit leverde niet alleen spanningen op maar ook zorgde dit voor toenadering tussen blank en zwart.
De Amerikaanse regering stelde aan de veteranen na hun terugkomst studiebeurzen beschikbaar. Hierdoor konden veel blanke, maar vooral ook zwarte jonge mannen uit achtergestelde milieus een carrière opbouwen, een kans die ze anders niet zouden hebben gekregen. Gezinnen waarmee het beter gesteld was hadden voor hun zoons een minder risicovolle vervulling van hun dienstplicht geprobeerd te regelen. In politiek linkse kringen weigerde men dienst, met gevangenisstraf als gevolg. De keuzes die jonge mannen tijdens hun dienstplichttijd maakten, werkten lang door en achtervolgden sommigen in hun verdere carrière, vooral als zij politieke ambities hadden. Dit zien we bijvoorbeeld duidelijk terug in de campagnes van Bush en Kerry bij de afgelopen verkiezingen in Amerika.
Gevolgen in de politiek
De Vietnamoorlog heeft duidelijk gemaakt dat politici soms beslissingen namen op grond van selectieve waarnemingen, onvolledige informatie of onbewezen aannames. Onthullingen in de media schetsten een schokkend beeld van de politieke leiding in Amerika en het vertrouwen van veel Amerikaanse burgers in de politiek was ernstig geschonden. De Tonkin-resolutie had de president een grote vrijheid van handelen gegeven betreffende de oorlog. Na verloop van tijd communiceerde president Johnson nauwelijks meer met het Congres over het Vietnambeleid. Van de protesterende burgers trok hij zich weinig aan totdat hij uiteindelijk door de massale protesten in het nauw werd gedreven. In 1971 bleek uit bepaalde publicaties dat de regering zaken rondom de oorlog niet altijd conform de werkelijkheid aan volk en volksvertegenwoordiging had gepresenteerd. Het Tonkin-incident bleek een manipulatie van legerleiding en regering om het Congres ertoe te brengen de presidentiële volmachten toe te staan. Ook bleken verkiezingsresultaten van invloed te zijn geweest op oorlogsbeslissingen. In 1973 beperkte het Congres de bevoegdheden van de president inzake oorlogvoering door middel van de War Powers Act die de macht om militaire actie te ondernemen aan banden legde. Ook nu, na de Irakoorlog, is er sprake van eenzelfde soort discussie.
Welke gevolgen kende de oorlog voor de Vietnamese samenleving?
Dagelijks bombardeerde het Amerikaanse leger Noord-Vietnamese doelen en Zuid-Vietnamese gebieden die in handen waren van de Vietcong. Door die bombardementen waren de Vietnamezen genoodzaakt tot het nemen van ingrijpende maatregelen. Ondergronds werden fabrieken, scholen en soms complete dorpen ingericht, waar de bevolking overdag, bij het licht van een fietsdynamo, moest leven en werken. Zaaien, oogsten en andere werkzaamheden deed men ’s nachts.
In Noord-Vietnam werden kinderen en bejaarden uit de steden overgebracht naar het platteland en zorgde men voor schuilplaatsen tegen de hevige bombardementen. Er gold militaire dienstplicht om te voldoen aan de grote hoeveelheid strijders die nodig was om weerstand te bieden aan de Amerikanen. De vrouwelijke Noord-Vietnamezen hielpen mee om belangrijke industrieën en openbare diensten goed draaiende te kunnen houden. De voedselvoorziening in Noord-Vietnam werd door de bombardementen in de Rode Delta weliswaar aangetast, maar het leidde niet tot hongersnood onder de bevolking. De grootschalige bombardementen op Noord-Vietnam sterkten de Vietnamese bevolking in hun verzet, in tegenstelling tot de vergaande demoralisatie onder de Amerikaanse troepen. Zij bleken over een grote vindingrijkheid te bezitten om de problemen die de constante oorlogstoestand met zich mee bracht op te lossen, zodat een totale ontwrichting van hun samenleving nooit een feit werd.
Het dagelijks leven in Zuid-Vietnam stond eveneens in het teken van de oorlog. De vietnamisering van de oorlog had tot gevolg dat de helft van de Zuid-Vietnamese volwassen mannen werd ingeschakeld bij het voeren van de oorlog tegen het Rode gevaar. De gedwongen bescherming in versterkte dorpen, die soms fungeerden als machtsbases van de Vietcong, en soms als bases van Zuid-Vietnamese of Amerikaanse legereenheden, werd door veel inwoners als een bezetting beschouwd. Die dorpen lagen geregeld onder vuur en veel Zuid-Vietnamezen vluchtten voor het dagelijkse oorlogsgeweld. Een deel van deze vluchtelingen sloot zich aan bij de Vietcong, de overige vluchtelingen trokken naar gebieden die onder het gezag van de regering in Saigon stonden. De oorlog leidde zo tot een ontvolking van het Zuid-Vietnamese platteland en een explosieve groei van de steden, met name van Saigon. Dit terwijl in Noord-Vietnam sprake was van een leegloop van de steden. De meeste vluchtelingen, die in kampen werden ondergebracht, vonden geen werk. Misdaad en prostitutie namen daardoor sterk toe in de steden. De aanwezigheid van grote aantallen Amerikanen ontwrichtte de Zuid-Vietnamese economie. Terwijl landbouw en industrie werden verwaarloosd ontstond in de steden een door Amerika gefinancierde schijnbare welvaart, waar slechts een zeer kleine groep Zuid-Vietnamezen van profiteerde.
Lees verder