WO II: la rafle du Vel d'Hiv, 77 jaar geleden
De razzia van de Vél d'Hiv. Een zwarte bladzijde in de Franse geschiedenis, waarover niet veel staat in Franse schoolboeken en waarover liever gezwegen wordt in alle talen. Het is dan ook iets om niet al te fier over te zijn. In de nacht van 16 op 17 juli 1942 werden duizenden Joden uit hun huizen gesleurd en opgesloten in het Vélodrome d'Hiver. Dankzij het boek "Haar naam was Sarah" van Tatiana de Rosnay werd de gebeurtenis gedetailleerd beschreven aan de hand van het fictieve personage Sarah.
Le Vel d'Hiv
Le Vel d'Hiv was de afkorting van le vélodrome d'hiver. Zoals de naam al laat vermoeden was het een overdekte velodroom, zeg maar het Franse Kuipke. Het was gelegen Rue Nélaton in Parijs, meer bepaald in het XVde arrondissement, dicht bij de Eiffeltoren. Het werd gebouwd door Henri Desgrange, redacteur van l'Auto en later organisator van de Tour. Naast wielrennen werd er ook aan rolschaatsen, ijshockey, worstelen en boksen gedaan. Ook waren er circusvoorstellingen en demonstraties allerhande. Nu schiet er niets meer van over. In 1959 werd het met de grond gelijk gemaakt. Op de plaats waar vroeger de Vélodrome d'Hiver stond, bevindt zich nu het "Ministère de l'Intérieur", het Franse Ministerie van Binnenlanse Zaken.
De razzia
Nacht van 16 op 17 juli: vent printanier
Op de nacht van 16 op 17 juli 1942 werden duizenden mensen uit hun bed gelicht en meegenomen. Verschillende bronnen geven verschillende cijfers. Zeker is dat de mannen in de minderheid waren. Er waren zo weinig mannen omdat er voordien al razzia's waren geweest en er geruchten waren dat er nog een grotere razzia op komst was. Vele mannen hadden zich verstopt of waren ondergedoken, omdat ze dachten dat vrouwen en kinderen zouden gespaard blijven. De codenaam van de operatie was "Vent printanier" (lentewind). Eerst werd de datum van 14 juli vooropgezet, maar aangezien het die dag de
Franse Nationale feestdag is, werd de razzia een paar dagen verlaat. Men wilde een opstand van de bevolking voorkomen.
René Bosquet en Theodor Dannecker
Het idee van de razzia kwam hoofdzakelijk van René Bousquet, hoofd van de politie van het Vichy-bewind. Ook Theodor Dannecker was een belangrijk figuur, zowel bij de Rafle als later bij het geven van regels voor het functioneren van het kamp in Drancy. Het was grotendeels zijn idee om de mensen er in onmenselijke omstandigheden te laten leven.
17 juli: deportatie naar de kampen
Op de morgen van 17 juli werden al de gevangen per bus vervoerd en bijeengedreven in het Vel d'Hiv. Daar verbleven ze drie à vier dagen lang. De bussen die werden gebruikt waren gewoon de groen-witte stadsbussen. Daarna werden ze per bus naar Franse concentratiekampen gebracht, in Drancy, Pithiviers en Beaune-la-Rolande. Eerst werden daar de mannen weggehaald. Daarna, begin augustus, werden moeders en kinderen gescheiden en werden de moeders weggestuurd. De kinderen bleven nog even in de kampen, zonder zorgen, bijna zonder eten en drinken. Na korte tijd werden ze daarna per trein overgebracht naar Auschwitz in Polen. Daar werden ze allemaal vergast. Slechts een dertigtal overlevenden kwamen terug. De Rafle betekende meer dan 1/4 van de Joden die dat jaar naar Auschwitz werden gedeporteerd.
De kampen van Drancy, Pithiviers en Beaune-la-Rolande
Deze kampen waren oorspronkelijk militaire kampen, die in 1939 werden gebouwd om er Duitse gevangenen in op te sluiten. Maar in 1941 besloot het Vichy-bewind dat het Joden waren die er naartoe moesten gestuurd worden.
Drancy
Drancy lag ten Noorden van Parijs, terwijl Pithiviers en Beaune-la-Rolande verder weg lagen, op het platteland. Meer dan 60 treinen waren vanuit Drancy naar Polen vertrokken. Nu blijft er op deze plaats alleen nog een woonwijk over met de passende naam "la cité de la Muette" (de wijk van de stomme) en het Mémorial de Drancy.
Beaune-la-Rolande
Beaune-la-Rolande is een onooglijk dorpje op het Franse platteland. Ook daar blijft er niet veel over van het kamp. Het station van waaruit de treinen naar Polen vertrokken is nu een crèche. Boven de deur van de crèche bevindt zich een kleine gedenkplaat met de tekst: "A la mémoire des milliers d'enfants, de femmes, d'hommes Juifs, qui de mai 1941 à août 1943 passèrent par cette gare et le camp d'internement de Beaune-la-Rolande, avant d'être déportés pour le camp d'extermination d'Auschwitz où ils furent assassinés. N'oublions jamais. (Ter nagedachtenis van de duizenden Joodse kinderen, vrouwen, mannen, die van mei 1941 tot augustus 1943 in dit station en in het interneringskamp van Beaune-la-Rolande zijn gepasseerd, vooraleer ze werden gedeporteerd naar het vernietigingskamp van Auschwitz waar ze werden vermoord. Laat ons nooit vergeten.). Op de plaats van het kamp bevindt zich nu een technische school. Een heel kleine gedenkplaat herinnert aan de gruwelijkheden.
Frankrijk
Zwarte bladzijde in de Franse geschiedenis
Wat zo bijzonder was aan de razzia van het Vel d'Hiv was dat het geen Duitse nazi waren die de razzia hielden, maar wel de Franse politie. Het is dan ook een zwarte bladzijde in de Franse geschiedenis en er wordt niet echt veel over gepraat. Aan het Vel d'Hiv herinnert juist een klein gedenkplaatje op de hoek van de Boulevard de Grenelle waarop staat: "Les 16 et 17 juillet 1942, 13.152 Juifs furent arrêtés dans Paris et sa banlieu, déportés et assassinés à Auschwitz. Dans le Vélodrome d'Hiver qui s'élevait ici, 4.115 enfants, 2.916 femmes, 1.129 hommes furent parqués dans des conditions inhumaines par la police du gouvernement de Vichy par ordre des occupants Nazis. Que ceux qui ont tenté de leur venir en aide soient remerciés. Passant, souviens-toi!" (Op 16 en 17 juli 1942 werden 13.152 Joden in Parijs en voorsteden aangehouden, gedeporteerd en vermoord in Auschwitz. In het Vélodrome d'Hiver, dat zich hier bevond, werden 4115 kinderen, 2916 vrouwen, 1129 mannen geparkeerd in onmenselijke omstandigheden door de politie van het Vichy-bewind in opdracht van de nazi bezetters. Dank aan diegenen die hebben getracht hen ter hulp te schieten. Voorbijganger, vergeet niet!).
Jacques Chirac spreekt openlijk over het Vel d'Hiv
Jacques Chirac was de eerste Franse President die er in juli 1995 openlijk over sprak. Hij erkende de rol die de overheid had gespeeld in de vervolging van Joden en andere slachtoffers van de Duitse bezetting. Enkele uittreksels uit zijn discours: "Ja, de moorddadige waanzin van de bezetter kreeg de steun van de Franse bevolking, van de Franse Staat." "Deze duistere momenten bezoedelen voor altijd onze geschiedenis, en zijn een vloek op ons verleden en onze tradities. Frankrijk, het vaderland van de verlichting en de mensenrechten, land van opvang en asiel, Frankrijk heeft op die dag het onherstelbare verricht. Zich niet aan zijn woord houdend, heeft het zijn beschermelingen aan de beulen uitgeleverd. Wij hebben jegens hen een schuld die nooit zal verjaren." Zijn voorganger, François Mittérand, die zelf nog in het Vichy-bewind had gewerkt alvorens hij mee in het verzet trad, heeft altijd geweigerd Frankrijks verantwoordelijkheid te erkennen. Toch was het François Mittérand die de 16de juli uitriep tot een nationale dag van herdenking van de racistische en antisemitische vervolging.
Het boek: Haar naam was Sarah van Tatiana de Rosnay
Het boek werd oorspronkelijk in het Engels geschreven en heet "Sarah's Key". Ikzelf heb het boek in het Frans gelezen. In het Frans heet het boek "Elle s'appelait Sarah". De vertaling was prima. Het boek zelf is erg goed geschreven.
Eerste deel van het boek
Twee verhaallijnen zijn in het eerste deel van het boek in elkaar gevlochten. Aan de ene kant het verhaal van Sarah, het Joodse meisje dat werd gedeporteerd, geschreven in cursief. Aan de andere kant dat van Julia, de Amerikaanse journaliste, getrouwd met een Fransman, die voor haar krant een artikel moet maken over de razzia van de Vél d'Hiv ter gelegenheid van de zestigjarige herdenking. De overgang tussen het verhaal van Sarah en de opzoekingen van Julia lopen mooi gelijktijdig en vloeien perfect over. Langzaam maar zeker vallen al de puzzelstukjes op hun plaats.
Tweede deel van het boek
Het tweede deel van het boek gaat meer over het leven van Julia en over de verwerking van de gebeurtenissen door de families Tezac, Dufaure en Rainsfeld.
Verfilming
Het boek, dat men in één ruk wil uitlezen en dat in 30 talen werd vertaald, werd ook verfilmd. In de hoofdrol vinden we Kristin Scott Thomas, die in 2011 werd genomineerd voor de César van beste actrice. Volgens de recensies is de film zelfs nog beter dan het boek. Bij de Franse luxeversie van de DVD zit een tweede DVD met daarop de gebruikte documentaire "La Rafle du Vel' D'Hiv" van Blanche Finger en William Karel. Dankzij dit verhaal kwam het drama van de Vél d'Hiv onder de aandacht en in de media. Iedereen zal nu wel even opletten wanneer bericht wordt over de jaarlijkse herdenkingen van deze gruwelijke feiten.
Andere romans en films over dit thema
In 2010 gaf Gaumont een nieuwe film uit over het thema van de rafle du Vel d'Hiv. De film van Rose Bosch heet "La rafle" en gaat over een tienjarig Joods jongetje. Acteur Jean Reno speelt één van de hoofdrollen. In het Nederlands heet deze film "Razzia".
In 1997 schreef Robert Bober "Nog nieuws over de oorlog", een verhaal over de overlevenden van de rafle.
"Je vous écris du Vel' D'Hiv" bevat brieven en kattebelletjes, overgebleven uit die verschrikkelijke periode. Dit boek bevat 224 pagina's en het voorwoord is van Tatiana de Rosnay, de schrijfster van "Sarah's Key".