Een tweede taal leren op latere leeftijd
We zijn allemaal bekend met accenten van tweedetaalleerders, ofwel van onszelf, ofwel van leerders van het Nederlanders. Ook de grammatica van andere talen levert problemen op. Hoe komt het dat het op latere leeftijd moeilijk is een andere taal te leren? Hiervoor is nodig om te kijken naar eerstetaalverwerving en de kritische periode hypothese.
Fonetische ontwikkeling
Pasgeboren baby’s luisteren aandachtig naar alle geluiden om hen heen. Ze horen ouders en andere verzorgers tegen ze praten en zonder instructie leren ze gedurende ca. vijf jaar perfect de moedertaal spreken.
Cruciaal hierbij is de fonetische ontwikkeling.
Elke baby is in staat om elke willekeurige menselijke taal te leren, maar langzaam gaat deze vaardigheid verloren. Baby’s van zes maanden hebben al uitgedokterd welke klinkers ertoe doen in de taal (of talen) om hen heen. Na negen tot tien maanden is het process ook voltooid voor medeklinkers.
Aan de hand van zogenaamde minimale paren kun je zien welke klanken ertoe doen. Een minimaal paar bestaat uit twee woorden die enkel op één fonetisch onderdeel van elkaar verschillen. Voor het Nederlands is dat bijvoorbeeld bak - pak, net - niet en hiel - hier. Voor het Engels zijn andere klanken van belang, zoals bijvoorbeeld sin - thin en hill - heel.
Het is natuurlijk niet effeciënt om je te blijven richten op fonetische verschillen die er niet toe doen, dus de hersenen verliezen de vaardigheid om alle mogelijke verschillen die mensen kunnen maken te horen. Er worden grenzen gelegd tussen de mogelijke klanken, zodanig dat het plaatje past voor de moedertaal (of –talen).
Afbeelding 1 /
Bron: IPA chart, LiliCharlie / Wikimedia CommonsAfbeelding 2 /
Bron: IPA chart, LiliCharlie / Wikimedia Commons
Afbeelding 1 laat zien welke klinkers mensen kunnen maken met de tekens in IPA (International Phonetic Alphabet). Baby’s kunnen al deze onderscheidingen horen. Afbeelding 2 geeft een voorbeeld van een indeling van de klinkers voor het Nederlands. Sommige onderscheidingen zijn ook voor het Nederlands belangrijk, maar andere niet. Zo moeten sprekers van het Nederlanders het verschil tussen I en Y kunnen horen (de i van pit en de u van put). Voor andere talen kan dit onderscheid er helemaal niet toe doen, waardoor sprekers van die talen het verschil in het Nederlands niet kunnen horen.
Recent hebben onderzoekers ontdekt dat het helpt om baby’s bloot te stellen aan vreemde talen. Hierdoor wordt een fonetische indeling vastgelegd die ook verschillen uit andere talen bevat. Op latere leeftijd is het dan eenvoudiger om en nieuwe taal te leren.
De kritische periode
De kritische periode
De heersende theorie in de toegepaste taalkunde is dat
mensen tot aan een bepaalde leeftijd gevoelig zijn voor het leren van taal. Het biologische principe van een kritische periode zou ook gelden voor taal. In de grafiek staat deze ontwikkeling afgebeeld.
- Onset
- Piek
- Offset
- Terminus
- Plateau
Gedurende de piekperiode is het vermogen om taal te leren optimaal. Daarna neemt het af, tot aan de terminus. Deze wordt meestal rond 12 jaar gelegd, maar is voor klanken dus al 10 maanden! Vervolgens is er een plateau. In deze periode is taalleren niet onmogelijk, maar voorspelt de theorie dat de leerder nooit meer een moedertaalniveau kan bereiken. Sommige studies tonen aan dat uitzonderlijke late leerders toch moedertaalniveau halen op bijvoorbeeld grammatica of uitspraak, maar dit geldt dan vaak alleen voor talen die nauw aan elkaar verwant zijn (bijvoorbeeld Duits, Engels of Frans) en leerders die bijzondere instructie of motivatie hebben. Het is ook niet bekend in hoeverre diezelfde leerders het doen op woordenschat, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid, etc. Voorlopig blijft de theorie van een kritische periode nog overeind.
Er vanuit gaande dat de theorie waar is, is het direct duidelijk waarom leerders op latere leeftijd zoveel moeite hebben. De hersenen zijn niet meer optimaal ingericht voor taalleren. Hierdoor is het niet langer een onbewust proces, maar een moeizame ontwikkeling waarbij de leerder grammaticaregels, woordjes en de juiste uitspraak moet leren.
Lees verder
Reactie
Federico Bär, 09-11-2014
Deze reactie komt wel héél laat, waarvoor alsnog mijn excuses!
Maar een neen heb ik, een antwoord is niet onmogelijk, dus ik verzend hem toch, want de lezing van dit interessante artikel brengt mij tot een commentaar op twee uitspraken:
1.-… Elke baby is in staat om elke willekeurige menselijke taal te leren…
Kunnen we stellen dat die vaardigheid zich in tweetalige omstandigheden kan verdubbelen? Een van die situaties kan zijn dat een van de ouders een andere taal [goed] spreekt. Een andere situatie die zich kan voordoen is het wonen in een ander land, waar kinderen de nieuwe taal op school bij wijze van spreken spelenderwijs leren. Nog een stapje verder, ken ik kinderen van ex-patriats die onderwijs krijgen in de nieuwe landstaal - in dit geval Spaans - maar op een Engelse of Amerikaanse school. Daardoor bewegen zij zich redelijk gemakkelijk in de drie talengebieden - waarbij de derde taal ook Duits, Frans, Italiaans kan zijn. Dat zij in de praktijk nogal slordig spreken en over en weer van de ene taal naar de andere.springen omdat ze niet zo gauw op het juiste woord kunnen komen, is een kwestie van (begrijpelijke) gemakzucht. Met inspanning zouden ze dat kunnen verbeteren. Bij proefwerken moeten ze immer ook in het gareel blijven.
2.-… Sommige studies tonen aan dat uitzonderlijke late leerders toch moedertaalniveau halen op bijvoorbeeld grammatica of uitspraak, maar dit geldt dan vaak alleen voor talen die nauw aan elkaar verwant zijn (bijvoorbeeld Duits, Engels of Frans) en leerders die bijzondere instructie of motivatie hebben.
Wat verstaat u onder "uitzonderlijk late leerders", hoort 20 daar ook bij? Op die leeftijd kwam ik in Argentinië te wonen. Ik was wel een beetje jaloers op de talenkennis van die bovengenoemde vrienden. Toch heb ik, ook zonder schoolgang, heel goed Spaans leren spreken en schrijven.
Anderzijds ken ik iemand die in haar 22e levensjaar het omgekeerde heeft ondervonden. Terug in Argentinië na slechts vijf jaren verblijf in Nederland, nam ze toch weer spraak- en schrijfles. Aan het eind van de cursus was haar laagste examencijfer een 9.
Vriendelijke groet,
Federico Bär
Reactie infoteur, 10-11-2014
Beste Federico,
1. Het punt dat ik probeerde te maken was dat een kind bij geboorte de capaciteit heeft om zich welke taal dan ook eigen te maken. Een kind van Nederlandse ouders kan dus Nederlands leren, maar ook Spaans, Grieks, Chinees, etc. etc. De taal die ze natuurlijk leren, is de taal van de omgeving. Als een kind blootgesteld wordt aan meer dan één taal, kan het beide verwerven.
2. Late leerders begint al vanaf een jaar of 14-16. De studies laten dus zien dat het mogelijk is dat ook iemand die op die leeftijd begint, nog moedertaalniveau te bereiken. Spaans is wat minder verwant aan het Nederlands dan Duits, maar zeker nog veel meer dan bijvoorbeeld een Afrikaanse of Aziatische taal. Bovendien kunnen andere talen die iemand geleerd heeft ook helpen, zoals in het geval van Spaans kennis van Engels en Frans zullen helpen. Hierbij moet ik wel zeggen dat moedertaalniveau meer is dan een 9 halen op een examen. Dit zegt namelijk nog niet of deze persoon ook een perfecte uitspraak heeft waarbij het zelfs een moedertaalspreker niet zal opvallen dat die persoon een andere moedertaal heeft.
Jantrao