Een tweede taal leren op latere leeftijd

Fonetische ontwikkeling
Pasgeboren baby’s luisteren aandachtig naar alle geluiden om hen heen. Ze horen ouders en andere verzorgers tegen ze praten en zonder instructie leren ze gedurende ca. vijf jaar perfect de moedertaal spreken.Cruciaal hierbij is de fonetische ontwikkeling. Elke baby is in staat om elke willekeurige menselijke taal te leren, maar langzaam gaat deze vaardigheid verloren. Baby’s van zes maanden hebben al uitgedokterd welke klinkers ertoe doen in de taal (of talen) om hen heen. Na negen tot tien maanden is het process ook voltooid voor medeklinkers.
Aan de hand van zogenaamde minimale paren kun je zien welke klanken ertoe doen. Een minimaal paar bestaat uit twee woorden die enkel op één fonetisch onderdeel van elkaar verschillen. Voor het Nederlands is dat bijvoorbeeld bak - pak, net - niet en hiel - hier. Voor het Engels zijn andere klanken van belang, zoals bijvoorbeeld sin - thin en hill - heel.
Het is natuurlijk niet effeciënt om je te blijven richten op fonetische verschillen die er niet toe doen, dus de hersenen verliezen de vaardigheid om alle mogelijke verschillen die mensen kunnen maken te horen. Er worden grenzen gelegd tussen de mogelijke klanken, zodanig dat het plaatje past voor de moedertaal (of –talen).


Afbeelding 1 laat zien welke klinkers mensen kunnen maken met de tekens in IPA (International Phonetic Alphabet). Baby’s kunnen al deze onderscheidingen horen. Afbeelding 2 geeft een voorbeeld van een indeling van de klinkers voor het Nederlands. Sommige onderscheidingen zijn ook voor het Nederlands belangrijk, maar andere niet. Zo moeten sprekers van het Nederlanders het verschil tussen I en Y kunnen horen (de i van pit en de u van put). Voor andere talen kan dit onderscheid er helemaal niet toe doen, waardoor sprekers van die talen het verschil in het Nederlands niet kunnen horen.
Recent hebben onderzoekers ontdekt dat het helpt om baby’s bloot te stellen aan vreemde talen. Hierdoor wordt een fonetische indeling vastgelegd die ook verschillen uit andere talen bevat. Op latere leeftijd is het dan eenvoudiger om en nieuwe taal te leren.
De kritische periode

[OLIST]Onset
Piek
Offset
Terminus
Plateau[/OLIST]
Gedurende de piekperiode is het vermogen om taal te leren optimaal. Daarna neemt het af, tot aan de terminus. Deze wordt meestal rond 12 jaar gelegd, maar is voor klanken dus al 10 maanden! Vervolgens is er een plateau. In deze periode is taalleren niet onmogelijk, maar voorspelt de theorie dat de leerder nooit meer een moedertaalniveau kan bereiken. Sommige studies tonen aan dat uitzonderlijke late leerders toch moedertaalniveau halen op bijvoorbeeld grammatica of uitspraak, maar dit geldt dan vaak alleen voor talen die nauw aan elkaar verwant zijn (bijvoorbeeld Duits, Engels of Frans) en leerders die bijzondere instructie of motivatie hebben. Het is ook niet bekend in hoeverre diezelfde leerders het doen op woordenschat, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid, etc. Voorlopig blijft de theorie van een kritische periode nog overeind.
Er vanuit gaande dat de theorie waar is, is het direct duidelijk waarom leerders op latere leeftijd zoveel moeite hebben. De hersenen zijn niet meer optimaal ingericht voor taalleren. Hierdoor is het niet langer een onbewust proces, maar een moeizame ontwikkeling waarbij de leerder grammaticaregels, woordjes en de juiste uitspraak moet leren.