mijn kijk opSchrijven: een passie?
Het is niet altijd makkelijk om iemand uit te leggen dat schrijven je passie is. In een tijd waarin alles supersnel gaat, waarin mensen geen geduld meer hebben, waarin het ‘ik’ belangrijker is dan het ‘wij’, kan men er niet bij dat zo’n slaapverwekkende hobby je kan beroeren. Is schrijven dan zo saai? En waarom kan een moderne mens te midden van de grote heksenketel die de wereld is geworden, niet aangestoken worden door de schrijfmicrobe?
De kiem van het schrijven
De gemiddelde schrijver ontdekt al vroeg dat de pen (vandaag de dag het toetsenbord) het belangrijkste instrument in zijn leven is. Van kindsbeen af voel je die drang om creatief bezig te zijn.
Altijd begint het met lezen. Soms doe je het spontaan, maar vaak geven je ouders de aanzet: als knaap snak je naar het voorleesmoment bij het slapengaan. Dankzij de stem van moeder of vader leer je de wereld van het sprookje en het avontuur kennen en zetten de helden uit de spannendste verhalen je aan het dromen. Je wordt meegesleept door de figuren die de beste schrijvers gecreëerd hebben.
Eens je de ontcijfering van de lettertjes onder de knie hebt, begint het grote avontuur van het lezen. Je gaat zelf op zoek naar de personages die je kinder- en jeugdjaren kleur zullen geven. Zij zijn de beste voorbereiding voor je eigen creativiteit die diep in jou smeult.
Al snel voel je het kriebelen en kun je aan de drang niet weerstaan om je eigen helden te scheppen en ze in de meest onwaarschijnlijke situaties te droppen. De spanning die je ervoer tijdens het lezen van je favoriete boeken tracht je weer op te roepen in je eigen verhalen. Makkelijk is het niet. Schrijven is immers een vak op zich en zoals elk vak dien je je te bekwamen vooraleer je je meesterdiploma behaalt. Je leert met vallen en opstaan de kneepjes van de verhalenvertellerij, maar je bent gedreven en je voelt het schrijversbloed doorheen je aderen stromen en je weet: op een dag bereik ik mijn doel.
Waarom schrijven?
Waarom je bent gaan schrijven is niet altijd duidelijk. Was het enkel de behoefte bewonderde voorbeelden te kopiëren? Het is niet ongewoon, zelfs grote schilders als Monet begonnen met het kopiëren van hun grote voorbeelden vooraleer ze zelf helemaal openbloeiden, maar in de eerste plaats was het die onweerstaanbare drang in jezelf die je ertoe aangezet heeft de wereld van de fictie en de verbeelding te betreden.
Sommigen doen het omdat ze kleur aan hun leven willen geven. Of omdat ze geen naamloos bestaan willen leiden en ervan dromen op een dag gelauwerd en gevierd te worden, misschien zelfs de Nobelprijs te zullen winnen. Ze dromen ervan ooit opgenomen te worden in de galerij van de groten der aarde.
Anderen willen ten allen prijze hun ideeën aan de wereld bekend maken. Dat kan via verhalen, maar evengoed via non-fictie als natuurwetenschappelijke uitgaven of historische studies.
Er zijn schrijvers die het tot hun plicht rekenen om hun volk ‘op te voeden’. Zoals Conscience zijn volk leerde lezen, zo willen zij hun volk leren (kritisch) denken.
Anderen zijn zo door het leven getekend dat ze gelouterd worden door hun geschriften. Het schrijven als therapie. Het is geen zeldzaamheid.
Er zijn zovele redenen waarom iemand begint te schrijven. En uiteindelijk doet het er niet zoveel toe. Zolang de schrijver zijn ei kwijt kan en het schrijven niet als een opgelegde taak maar als een roeping beschouwt, kan de lezer er wel bij varen.
Een van de velen
Er zijn miljoenen schrijvers in de wereld, de een al wat beter dan de ander, de een al wat succesrijker dan de ander. Weinigen echter slagen erin van het schrijven hun beroep te maken. Weinigen ook smaken de voldoening van een uitgave. Vandaar ook dat de schrijverswereld wordt ingedeeld in professionele auteurs en amateurschrijvers.
Het is ieders bedoeling echter om zoveel mogelijk lezers te bereiken en groot is dan ook vaak de teleurstelling als ondanks noeste arbeid en jarenlang doorzettingsvermogen de beloning uitblijft.
Niet altijd is dat de fout van de schrijver. De moderne schrijver immmers is niet alleen meer schrijver, maar tevens verkoper en public relations van zijn eigen werk, alsook zijn eigen financier en boekhouder. De oorspronkelijke opdracht van de schrijver, het schrijven zelf, is nog maar een onderdeel van zijn totale activiteit. Wie aan het nieuwe profiel voldoet ziet zijn kansen op uitgave behoorlijk stijgen. Maar jammer genoeg is dat niet voor elkeen weggelegd, want niet iedereen is bemiddeld of heeft een radde tong om uitgevers te overtuigen en het talent mensen aan te zetten hun werk te kopen.
Wil de echte schrijver dan nu opstaan?
Schrijver ben je, schrijver word je niet, meent de ‘echte’ schrijver. Toch zie je sinds tientallen jaren talloze al dan niet malafide praktijken opduiken: de literaire workshops, de cursussen creative writing vaak gekoppeld aan instructieve uitgaven schieten als paddestoelen uit de grond. Het aantal ‘gebruiksaanwijzingen’ hoe je verhalen, romans, gedichten, toneelstukkken en dergelijke meer moet schrijven, valt niet meer te tellen.
Brengt dat aarde aan de dijk?
Als je al de aangereikte regeltjes en voorschriften minitieus volgt kom je tot een soort van gestructureerd schrijven, een theoretisch af werkstuk, maar maakt je dat ook tot schrijver?
Want: schrijver ben je, schrijver word je niet. Je hebt het talent om teksten te schrijven, of je hebt het niet. Je kan een mooi volgens de regels der kunst opgebouwde tekst neerpennen, maar waar is de ziel, het elan van de hartschrijver hierin? Waar is de gedrevenheid, de jus die een tekst boven het mechanische doet uitstijgen?
Op alle regels zijn uitzonderingen en er zijn gevallen bekend van mensen die een literaire opleiding volgden en succesrijk werden, nu met uitgaven staan te zwaaien en er zich op beroemen literaire erkenning te hebben geoogst. Laat je echter niet misleiden: het zijn witte raven.
Elke schrijver in hart en nieren verdient zijn lezers
Uiteindelijk is de ‘echte’ schrijver een persoon die niet zonder schrijven kan, die zich dag na dag aan zijn werktafel zet en zijn inspiratie de vrije loop laat. Soms gaat dat niet altijd even vlot en stokt het, de beruchte ‘writer’s block’ loert om de hoek en iedere schrijver wordt ermee geconfronteerd, maar de door de wol geverfde auteur bijt dapper door de zure appel heen en met zijn vakkennis en zijn door de jaren heen opgebouwde ervaring, doorzwemt hij de moeilijkste watertjes. Publiceren is leuk en prima voor het ego, maar als je weet dat uitgevers dagelijks tientallen manuscripten in de bus krijgen, kan je je best inbeelden dat het bijzonder moeilijk is om eruit te springen. Niet iedereen wordt geboren als Pablo Neruda of Salman Rushdie.
Met de opkomst van het internet is er voor de doorsnee schrijver een unieke mogelijkheid bijgekomen om zijn werk aan een heleboel potentiële lezers voor te stellen, zonder dat hij noodzakelijkerwijze heeft moeten publiceren. De échte schrijver, de schrijver in hart en nieren, ook al is hij niet het grootste talent op de wereldbol, beschouwt dit als een geschenk uit de hemel. Eindelijk heeft hij de lezers die elke schrijver verdient die zich inzet om zo goed mogelijke teksten af te leveren. En als hij werkelijk de moeite waard is, zal hij vroeg of laat beslist de kans krijgen om op een ander niveau nog meer van zich te doen spreken!