In de naam van... Brem
Als de brem bloeit, staat de heide in gloed. De stijve, groene twijgen van onze brem zijn weinig opvallend maar als die felgele grote vlinderbloemen zich openen is het alsof de saaie heide ontploft. Wij kennen vooral de zowat een tot anderhalve meter hoge Sarothamnus scoparius de gewone Brem, maar er zijn ook vele wat lagere soorten zoals Genista, Heidebrem en Spartium, Spaanse brem. In het geslacht Genista heb je dan nog de Kruipbrem, de Duitse brem en de bekende Verfbrem.
Soorten Brem.
- Sarothamnus scoparius of Cytisus scoparius, Brem, Genet à balais, Besenginster
- Genista, Heidebrem (Ned), Genêt (Fr), Ginster (D)
- Spartium junceum, Spaanse brem (Ned), Genêt d’Espagne (Fr), Spanischer ginster (D)
Cytisus en Sarothamnus.
De geslachtsnaam Cytisus is afkomstig van het Griekse 'kytisos' of kutisos, een naam die door de Romeinen aan verschillende planten gegeven werd oa ook aan Medicago arborea, de rupsklaver. De geslachtsnaam Sarothamnus, synoniem voor Cytisus is een samengaan van het Griekse saros, bezem en thamnus, struik. De soortnaam scoparius betekent ook 'bezemachtig'. De aanduiding 'bezemachtig' en 'bezemstruik' verwijst niet alleen naar de twijgachtige vorm, maar ook naar het gebruik ervan als bezem. Mogelijk is de naam ontleend aan het Cycladeneiland Cynthisa of Cythisus, waar de plant in de Oudheid overvloedig groeide.
Ginster of Genista
Verscheidene namen die gebruikt worden voor brem, worden ook gebruikt voor andere planten. Vooral de naam 'ginster' is bijzonder omdat hij ontleend is uit het Latijnse 'genista'. En genista is dan weer afgeleid van ofwel het Latijnse genu - knie of van het Keltische gen, struik. Met 'ginster' worden ook planten van het geslacht Spartium, Genista, Laburnum en Ulex aangeduid. De Genista tinctoria of de Verfbrem is een van oudsher bekende verfstofplant, vandaar tinctoria en verf.
De naam Spartium is waarschijnlijk afkomstig van de Romeinen, zij gaven de naam spartum, aan verschillende planten die voor het binden gebruikt werden. Een oude Nederlandse naam is ten andere ook Sparteplant. De betekenis van het Griekse ‘spartos’ is een band van sparte of een touw dus. Andere mogelijke herkomst en betekenis van spartos is ‘speirein’, in een spiraal draaien, wat we ook terugvinden in de naam van Moerasspirea. Of van speirein, uitgezaaid omdat de brem zich ook makkelijk via zaad vermeerdert.
Vreemd genoeg vind ik geen duidelijke verklaring voor de gewone Nederlandse naam brem, mogelijk een verbastering van de oudere naam Bezemstruik, bezem, breem, braam of bessemcruydt. Zelfs bremkappers zou bestaan hebben. Mogelijk verwijzend naar de bloemknoppen, die als een soort kappertjes in azijn geconserveerd werden.
Namen van de brem bij Dodoens
Brem wordt nu ter tijt in Latijn gheheeten Genista, Genesta ende Genestra. In Hoochduytsch Ginst ende Pfrimmen. In Franchois Genest. Ende es sonder twijfel een gheslacht van Spartium. Die bladeren rijskens ende soppekens van den Brem in wijn oft water ghesoden/ sijn goet ghebruyckt den watersuchtighen/ ende allen den ghenen die eenighe verstoptheyt in die levere/ milte/ nieren oft blase hebben/ want sy iaghen af eendeels duer den camerganck ende eensdeels duer die urine alle waterachtighe subtijle overvloedighe vochticheden. Tselve doet oock dat saet ontrent een vierendeel loots inghenomen.
Tsaet es oock goet ghebruyckt ende vermenght in alle medecynen die water lossen/ ende den steen breken ende doen rijsen/ want duer sijn subtijl cracht zoo voorderet dwerck van den anderen daer toe dienende medecynen.
Dodoens vermeld hier ook de medicinale werking, namelijk als urinedrijvend ‘water lossend’ middel waar de brembloemen ook nu nog voor bekend zijn.