Overhaaste generalisatie: voorbeelden en kritische vragen
Een overhaaste generalisatie wordt ook wel 'secundum quid' genoemd. Het is een drogreden, waarbij er een fout gemaakt wordt in de logica van de redenering. De denkfout die bij een overhaaste generalisatie gemaakt wordt, is dat er een algemene regel wordt afgeleid uit slechts enkele (bijzondere) gevallen. Het aantal gedane waarnemingen moet echter groot zijn, dat wil zeggen representatief, wil men daaruit met recht en rede een algemene regel afleiden. Iemand die generaliseert spreekt zelden zijn veronderstelling uit, namelijk dat enkele gevallen representatief zijn voor de hele groep.
Wat is een overhaaste generalisatie?
Overhaaste generalisatie is een informele denkfout van een onjuiste of foutieve generalisatie, waarbij een inductieve generalisatie wordt bereikt op basis van onvoldoende bewijs. Inductie is een manier van redeneren waarbij er op grond van een aantal specifieke waarnemingen tot een algemene regel, generalisatie geheten, wordt gekomen. Een overhaaste generalisatie is in wezen een overhaaste conclusie zonder rekening te houden met alle variabelen. Een overhaaste generalisatie volgt meestal het volgende patroon:
- X geldt voor A.
- X geldt voor B.
- Daarom geldt X voor C, D, E, etc.
Als iemand bijvoorbeeld voor het eerst door een stad reist en 10 mensen ziet, allemaal kinderen, kunnen ze ten onrechte concluderen dat er geen volwassen inwoners in de stad zijn.
Groene thee /
Bron: Marylooo/Shutterstock.comVoorbeelden van een overhaaste generalisatie
Groene thee tegen slapeloosheid
Twee van drie patiënten die voor het slapengaan
groene thee kregen, gaven aan beter te slapen. Daarom kan groene thee worden gebruikt om slapeloosheid te behandelen. In dit voorbeeld is een steekproefomvang van drie veel te klein om te generaliseren over de effectiviteit van groene thee, om nog maar te zwijgen van het feit dat de zelfrapportages van patiënten niet altijd de meest betrouwbare gegevens opleveren.
'Alle Nederlanders zijn ...'
Bekende voorbeelden van een overhaaste generalisatie, dikwijls verwoord naar aanleiding van een incident, zijn:
- Over bevolkingsgroepen: alle Surinamers / Polen / Marokkanen / Nederlanders zijn ...
- Over beroepsgroepen: rechters zijn slap / politici zijn zakkenvullers / autoverkopers zijn oplichters ...
"Zie je wel dat advocaten niet te vertrouwen zijn?"
'Alle jongens zijn gemeen'
Een aantal andere voorbeelden van een overhaaste generalisatie zijn:
- Christine heeft een vreselijke ervaring met een vriend. Ze besluit dat alle jongens gemeen zijn.
- Kevin's grootouders weten niet hoe ze een computer moeten gebruiken. Kevin vindt dat alle ouderen digibeet zijn.
- Op de eerste dag van de middelbare school loopt Mark een cheerleader tegen het lijf die hem uitscheldt en hem opdraagt uit de weg te gaan. Mark besluit dat alle cheerleaders snobs zijn.
- Sommige tieners in onze gemeenschap hebben onlangs een bankje in het park vernield. Tieners zijn zo onverantwoordelijk en destructief.
- Pia las net weer in de krant over een advocaat uit Amsterdam die over de scheef ging. "Zie je wel dat advocaten niet te vertrouwen zijn?'"
Kritische vragen
Door het stellen van kritische vragen kun je de generalisatie op haar merites beoordelen:
- Kun je uit dit aantal gevallen of waarnemingen wel zo generaliseren?
- Is er geen uitzondering die de generalisatie teniet doet?
- Hebben de specifieke gevallen wel plaats gevonden (en behoren ze tot de groep waarover je de uitspraak doet)?
Conclusie
Een generalisatie moet gebaseerd zijn op voldoende waarnemingen, anders is er sprake van een drogreden. Een waarneming van bijvoorbeeld een enkel geval mag niet gebruikt worden om tot een algemene beoordeling te komen. Generalisering is het veralgemeniseren van slechts beperkte kennis.
Lees verder