Zeilen: Spreekwoorden
In de scheepvaart zijn gezegdes en spreekwoorden ontstaan die nog steeds gebruikt worden. Hieronder zijn een aantal genoemd met de betekenis.
De beste stuurlui staan aan wal
Een buitenstaander weet het altijd beter
Een oogje in het zeil houden
Alles in de gaten houden, goed opletten
Een vrouwenhaar is sterker dan een scheepstouw
Menige vrouw heeft een zeeman naar de wal gelokt
Met de kloten voor het blok zitten
Geen kant meer opkunnen
Iemand kielhalen
Iemand een lesje leren
Ergens verzeild raken
Men komt ergens toevallig terecht
Balken onder de ogen hebben
Dikke wallen onder de ogen hebben
Iemand van de wal in de sloot helpen
Door verkeerde hulp iemand benadelen
Oude schepen blijven aan wal
Geen hoge verwachtingen stellen aan ouderen
Van twee walletjes eten
Van beide partijen voordeel halen
Van wal steken
Beginnen met praten
Uit de boot vallen
Ergens niet meer aan mee kunnen (of willen) werken
Dat raakt kant noch wal
Dat slaat nergens op, onzin
De boot missen
Te laat zijn
Iemand in de boot nemen
Iemand voor de gek houden
De wind in de zeilen hebben
Geluk hebben
Op de wind van gisteren kun je vandaag niet zeilen
Bij de tijd blijven
Het zeil in top hijsen
Een zo goed mogelijke vertoning geven
Met een nat zeil thuiskomen
Dronken zijn
De ratten verlaten het zinkende schip
Als het misgaat zoekt iedereen een veilig heenkomen
Alle vrachtjes lichten zei de schipper en gooide zijn vrouw overboord
Ook onwaarschijnlijke bijdragen kunnen een oplossing brengen
Een vrouw zonder man is als een schip zonder roer
In het huwelijk hebben man en vrouw elkaar nodig
Onder zeil gaan
Gaan slapen
Eendracht maakt macht
Eensgezindheid maakt sterk
Bakzeil halen
Terugkrabbelen, zijn woorden intrekken
Men kan niet bezeilen, wat men bestevent
Men bereikt niet altijd zijn doel
Er is geen land met hem te bezeilen
Men kan niets met hem beginnen
Daar is geen haven mee te bezeilen
Met hem is niet te praten, 't is een koppige dwarsdrijver
De wind uit de zeilen nemen
Zorgen dat iemand ergens geen voordeel aan heeft
De bramzeilen bijzetten
Zijn uiterste best doen
Alle zeilen bijzetten
Alles op alles zetten, de grootste inspanning leveren
Hij ligt op gijpen
Op 't uiterste
Hij weet tussen de klippen door te zeilen
Hij weet door de moeilijkheden te geraken door handig overleg, door bekwaamheid bij zijn optreden
Op dat kompas kan men veilig zeilen
Op die mededeling is te vertrouwen, de leiding is deskundig
De wind in de zeilen hebben
Geluk hebben (in zaken)
Geen twee masten op een schip
Eén moet het gezag hebben
Hij zit voor de mast
Hij kan niet meer, helemaal vol gegeten
De mast overboord zeilen
Over de kop gaan ten gevolge van een te weelderige levenswijze (te veel zeil gezet)
Een reef in het zeil leggen
Zijn uitgaven verminderen
Zoals het reilt en zeilt
Zoals de toestand is
Verzeild raken
Afdwalen
Een oogje in het zeil houden
In de gaten houden
Met opgestreken zeilen naar iemand toegaan
Iemand kwaad de waarheid vertellen
Met zeil en treil
Met het hele tuig, met alles wat erbij hoort
Het zeil in top zetten/hijsen
Een zo goed mogelijke vertoning geven
Het zeil strijken voor iemand
Voor iemand onderdoen
Een schip met zure appelen
Een periode van tegenspoed
Langs wal zeilen
Iets rustig aan doen, geen risico's nemen
Lees verder