Juan Gris, de 'onbekende' kubist
Juan Gris was een kunstenaar met een leven als een komeet. Misschien daarom dat als je het over het kubisme hebt, de meeste mensen de namen noemen van Pablo Picasso en Georges Braque. Slechts enkelen voegen daar de naam van deze Spaanse kunstenaar aan toe, die desondanks van grote waarde isgeweest voor het ontstaan van deze kunststroom.
Juan Gris werd in het jaar 1887 te Madrid geboren onder de wettelijke naam José Victoriano González-Pérez. Oorspronkelijk kwam hij uit een welgestelde familie, die jaar na jaar meer en meer in economische problemen kwam. Hij studeerde aan de
Escuela de Artes y Oficios te Madrid en later, tussen 1904 en 1906 kreeg hij les van de schilder José Moreno Carbonero. Het puur academische van het kunstonderwijs in Spanje bevredigde hem echter niet echt. In die periode had Juan Gris illustratieopdrachten voor tijdschriften als 'Blanco y Negro' en 'Madrid Cómico', waar hij echter nauwelijks van kon leven.
De emigratie naar Parijs
Na de dood van zijn vader, in 1906, vertrok Juan Gris naar Parijs om de militaire dienst in zijn land te ontlopen. Zo kwam hij enige tijd op Montmartre terecht, in een ruimte zonder badkamer. Aanvankelijk illustreerde Juan Gris nog steeds voor tijdschriften als 'L'Assiette au Beurre' en 'Charivari'. Maar al snel leerde hij Pablo Picasso en Georges Braque kennen, verhuisde hij en rond het jaar 1910 begon hij te schilderen. Vanaf dat moment kwam zijn carrière in een stroomversnelling, want een jaar later exposeerde Juan Gris vijftien schilderijen in de galerie Clovis Sagot. Bovendien in 1912 hing zijn werk 'Hommage a Picasso' op de
Salon des Indépendants, wat in 1913 resulteerde in een exclusief contract met de kunsthandelaar Henry Kahnweiler. In die tijd was er allang sprake van een geometrische, abstracte stijl, het handelsmerk van het zg. ‘kubisme’.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog
Dankzij het contract met Kahnweiler kwam de economische situatie van Juan Gris langzamerhand wat in verbetering. Echter, in 1914 werd, vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, de galerie van Kahnweiler geconfisqueerd, waarna de eigenaar moest uitwijken. Tijdens die periode bood de schrijfster en kunstmecenas Gertrude Stein aan om werk te kopen, wat Juan Gris vanwege de exclusiviteit van zijn contract echter verboden was. Het duurde even voordat hij uiteindelijk toch permissie zou krijgen om tijdelijk een contract met een andere handelaar te tekenen totdat Kahnweiler terug zou keren naar Parijs. Niet lang daarna vertrok Juan Gris met Picasso naar Céret, waar ze uiteindelijk de collagetechniek ontwikkelden, iets waar de kubisten later veel gebruik van zouden maken. Hier ontstond tevens het zg. ‘synthetische kubisme’, waar er eerder sprake was van een ‘analytisch kubisme’.. Hierdoor zou er langzamerhand meer kleur in het werk van Juan Gris komen, dat tot dan toe meer had bestaan uit louter grijstonen.
Ziekte en dood
Na de oorlog kreeg Juan Gris een hoop problemen vanwege zijn contracten, die het hem onmogelijk maakten om Frankrijk te verlaten en in andere landen te exposeren. Toch zou erj in 1924 een tentoonstelling van hem komen in de galerie Flechtheim te Düsseldorf. Toen had zijn productie al grote hoogten genomen. Hij schilderde, maakte illustraties en schreef ook nog allerlei kunsttheoriën. In 1922 kreeg hij opdrachten voor de theaterstukken van Diaghilev, Les tentations de la Bergère en La colombe, in 1924 gaf hij een lezing aan de Sorbonne en na 1925 begon hij vooral te werken in gouache en aquarel. En dat terwijl hij in die periode ook nog te kampen had met een zeer slechte gezondheid. In 1920 had hij namelijk een borstvliesontsteking gekregen, waarvan hij nooit helemaal zou herstellen en die hem regelmatig astma-aanvallen opleverde. In 1927 zou hij daaraan in Boulogne-sur-Seine sterven, pas op veertig-jarige leeftijd. Hij liet een vrouw, Josette, en een zoon, Georges, achter.
De relatie Picasso-Gris
De figuur Picasso werd door Juan Gris in eerste instantie op handen gedragen, getuige zijn schilderij 'Hommage a Picasso' (1912). Samen ontwikkelden ze de techniek van de collage, gebruik makend van stukken krant, gekleurd papier of textiel, die in hun schilderijen werden geïntegreerd of op zich stonden. Toch zou op den duur een verwijdering ontstaan tussen de twee Spaanse schilders, waarschijnlijk ingegeven door jaloezie. Dat zou nauwelijks meewerken aan de opwaardering van Juan Gris' werk tot aan deze tijd.
De verspreiding van het werk van Juan Gris
Het werk van Juan Gris is te zien in alle belangrijkse musea van de wereld, van het Londense Tate Gallery tot enkele musea in de V.S. In zijn geboorteland is het vertegenwoordigd in, o.a. het Centro Reina de Sofía en het Museo Thyssen-Bornemisza te Madrid en in de kunstcollectie van Telefónica, de belangrijkste telefoonmaatschappij van Spanje.
Foto boven: Portret van Picasso (1912). Het werk in olieverf bevindt zich in het Art Institute of Chicago.