Hannah Höch en de emancipatie van de vrouw
De Duitse kunstenares Hannah Höch was één van de componenten van de Berlijnse Dada beweging rond 1920. Ze ontwikkelde, samen met Hausmann, de fotocollage. In een tijd, waarin vrouwen streden voor kiesrecht, kwam ook de emancipatie van de vrouw aan de orde.
Johanna Höch, beter bekend als Hannah Höch, (1889-1978) werd geboren in een gezin, waarin de moeder als liefhebberij schilderde. In 1912 ging ze in Berlijn kunstnijverheid studeren aan de 'Städtischen Kunstgewerbe- und Handwerksschule'. Twee jaar later werd ze een leerlinge van de Jugenstil schilder en graficus Emil Orlik (1870-1932).
Dada
Via Orlik ontmoette Hannah daarna Raoul Hausmann (1886-1971), op wie ze verliefd werd en waarmee ze een relatie kreeg. Doorj hem zou ze weer in contact gebracht worden met de Dada beweging en –kunstenaars in Berlijn. Begin 1918 was die vanuit Zürich overgewaaid naar Berlijn, waar Raoul Hausmann (1892-1974) en Richard Hülsenbeck de intiatiefnemers waren. Op 12 april 1918 organiseerde deze groep, waar onder andere ook
George Grosz (1893-1959),
Johannes Baader (1875-1955) en
John Heartfield (1891-1968) deel van uitmaakten, in Berlijn een expostite van de expressionistische kunstenaar Lovis Corinto (1858-1925), die samenviel met conferenties en manifestaties. Daar werd het zg. ‘Dada Manifest’ van Tristan Tzara (1896-1963) voorgelezen. De Dada beweging kwam van de grond als pacifistisch verzet tegen de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en combineerde alle mogelijke visuele kunsten met dichtkunst, grafisch ontwerp en theater.
Nieuwe tecnhieken
Technisch gezien kenmerkt Dada zich in het zoeken naar nieuwe technieken en materialen. Het waren dan ook Hausmann en Höch, die samen de techniek van de fotocollage ontwikkelden, montage van foto’s uit tijdschriften, die op en naast elkaar werden geplakt, vaak ook gebruik makend van uitgeknipte letters. Hierin werd de door de kubisten al eerder ontwikkelde collage-techniek verder uitgebreid.
De relatie Höch-Hausmann
Raoul Hausmann was toen hij met Hannah Höch een relatie had met een andere vrouw getrouwd. Hannah wilde dat hij voor haar zou kiezen, maar dat gebeurde niet. Hierover maakte Hannah in 1919 ‘Da Dandy’, een collage waarin het silhouette van het hoofd van Hausmann voorkomt, waarop de gezichten van andere vrouwen voorkomen. Het kan erop wijzen dat Hausmann ook nog andere geliefden had. Daarom zou Hannah twee jaar later met hem breken.
Collage als commentaar opr haar tijd en vrouwenrechten
In 1920 maakte Hannah ‘Schnitt mit dem Küchenmesser Dada die letzte weimarer Bierbauchkulturepoche Deutschlands’ (‘Snee met het Dada-keukenmes door de laatste bierbuikcultuurperiode van Weimar’), dat algemeen beschouwd wordt als haar belangrijkste werk uit deze periode. Het is een collage met een formaat van 114 x 90 cm. en het wil de tijdgeest van dat moment weergeven door middel van uitgeknipte portretten van keizer Wilhelm II, veldmaarschalk von Hindenburg, president Friedrich Ebert en bankier Hjalmar Schacht. Tussen tandraderen, wielen, opgeplakte letters en andere dier- en mensfiguren zijn de portretten van de andere Dada kunstenaars te zien, alsmede die van Greta Garbo, Käthe Kollwitz en andere vrouwen uit de kunstwereld. Een kaart, waar de landen met vrouwenkiesrecht op staan aangegeven, verrijkt het met een feministisch aspect.
Na Dada
In 1921 maakte Hannah een einde aan haar verhouding met Hausmann. Ook de periode van Dada was intussen afgelopen. Daarom opende Hannah haar horizon naar andere stromingen en kwam in 1924 in contact met
Piet Mondriaan (1872-1944) in Parijs. Via Mondriaan leerde ze ook de andere kunstenaars van De Stijl kennen, waardoor ze contacten kreeg in Nederland en daar in 1926 de schrijfster
Til Brugman (1888-1958) ontmoette. Met haar kreeg ze een relatie en ging ze in Den Haag samenwonen. In 1929 zou Hannah daar ook haar eerste individuele expositie krijgen, in Galerie de Bron. Haar relatie met Til Brugman en de sociale weerstand, die het in die tijd opriep, opende Hannah's ogen nog meer voor de traditionele man-vrouw verhoudingen.
Nazi-regime
In 1930-31 verhuisden Hannah en Til naar Berlijn, waar Hannah in hetzelfde jaar enkele exposities had. Maar niet veel later zou haar kunst door het Nazi-regime geschaard worden onder de zg. ‘Entartete Kunst’ (Ontaarde kunst). Kunstenaars met dat predikaat kregen een verbod om te exposeren en werden het moeilijk gemaakt om te leven van de kunst. Velen zouden daardoor Duitsland ontvluchten. Rond 1937 zou ook Til Brugman dat doen, maar meer omdat de relatie met Hannah stuk liep. Ze keerde terug naar Nederland. Hannah zelf zou echter gedurende de hele Nazi-tijd in Berlijn blijven. Door weinig van zich te laten spreken zou ze die periode en de Tweede Wereldoorlog overleven. Ze trouwde in 1938 met de pianist en zakenman Kurt Matthies, veel jonger dan zij. Waarschijnlijk kon hij haar in die tijd onderhouden. In 1944 zou ze ook weer van hem scheiden. Vooarl haar laatste jaar van de oorlog moet zeer zwaar zijn geweest. Toch wist ze haar eigen werk en werk van andere dadaïsten in haar bezit steeds te bewaren. Ze begroef ze in kisten in haar tuin.
Latere periode
Na de oorlog begon Hannah Höch ander soort werk te maken, abstracter en kleurrijker. Ze wisselde in die tijd ook vaak van stijl. De collagetechniek zou haar echter nooit meer loslaten. Toch zou ze pas laat echte erkenning krijgen, ook doordat haar pacifistische ideeën pas in de late jaren 60 opnieuw weerklank zouden vinden. In 1975 werden er overzichttentoonstellingen van haar werk georganiseerd in de ‘Nationalgalerie’ in Berlijn en in het ‘Musée d'Art Moderne de la Ville’ in Parijs. Amper drie jaar daarna, in 1978, is ze overleden in Berlijn, 89 jaar oud.