Den Helder, van "buyrt" naar marinestad
Den Helder was ooit een stil vissersdorp dat zich koesterde achter een brede duinenrij. Door de ligging aan zee bloeide Den Helder op door de koopvaardij en het oorlogsbedrijf. In de 19e eeuw kwam er voorspoed door de komst van de rijkswerf en de marinehaven. Een complex van forten maakte van Den Helder een vesting. De gedaante van het huidige stad is het resultaat van de wederopbouw van na de Tweede Wereldoorlog.
Het Marsdiep
Het Marsdiep is een diepe vaargeul die ligt tussen het eiland Texel en de stad Den Helder. Deze vaargeul is ontstaan als gevolg van een zware stormvloed, een van de vele die er in de loop der eeuwen over ons land raasde. Het Marsdiep werd breder en dieper nadat er in de twaalfde eeuw opnieuw een stormvloed tekeer was gegaan. Door diezelfde stormvloed werd het oude dorp Huisduinen (Husiduna), net als het zuidelijker gelegen Callantsoog een wadden-eiland. Na 1350 nam de scheepvaart op het Marsdiep steeds meer in belangrijkheid toe. In die tijd waren het voornamelijk zeerovers die de wateren in het noorden van Holland onveilig maakten.
De ontstaansgeschiedenis van (Den) Helder
De oorsprong van de naam Helder zou liggen in een zeegat met de naam Helledore wat letterlijk "Deur tot de hel" betekent. Met de deur tot de hel wordt gedoeld op vijandelijke schepen, merendeels bestaande uit zeerovers die de Zuiderzee op wilden varen. Meer waarschijnlijk is dat de naam Helder verwijst naar Helle of Helde wat helling of aflopend stuk land betekent. Een andere optie is Helre, wat kleine zanderige rug betekent. Helder en de rest van het grondgebied wat nu de gemeente Den Helder vormt, behoorde destijds tot het gewest Texla van de ooit zelfstandige -maar door de stormvloeden van Friesland gescheiden- regio West-Friesland.
Omstreeks 1520 ontstond in een polder iets ten noorden van het dorp Huisduinen een buurtschapje dat waarschijnlijk het begin is van wat toen werd genoemd "die Helder Buyrt". Ruim honderd jaar later telde de Helder Buyrt reeds drie keer zoveel huizen als Huisduinen. Rond die tijd woonden er in de twee dorpjes aan het Mardiep zo`n 1600 mensen.
Stormvloeden en rampen
Rond 1300 lag de kustlijn van de dorpen bij het Marsdiep bijna negen kilometer westelijker dan tegenwoordig. Stormvloeden richtten ware ravages aan. Huisduinen bijvoorbeeld moest aan het einde van de 16e- en het begin van de 17e eeuw binnen een tijdsbestek van 24 jaar de dijk tot viermaal toe landinwaarts verleggen. Dat betekende dat de bevolking maar liefst een 150-tal huizen steeds opnieuw moest herbouwen. In 1610 werd een zanddijk aangelegd tussen Huisduinen en Callantsoog. Daarmee lagen de dorpen aan het Marsdiep niet langer op een eiland. Hiermee was de strijd tussen land en water allerminst beslist. In de loop der jaren was immers steeds meer duingebied in de golven verdwenen. De zee drong op vanuit het noorden en het westen, totdat in het midden van de 18e eeuw steenglooiingen de zee een halt toeriepen.
De eeuwenlange strijd tegen het water leverden de Marsdiepdorpen wel veel werkgelegenheid op. Naast het werk aan de bedijkingen was er veel werk op de rede van Texel, welke zich vanaf 1600 ontwikkelde tot een voorname ankerplaats van schepen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Oorlogsschepen en koopvaarders vertrokken vanaf het Marsdiep naar overzeese gebiedsdelen ter verdediging van `s lands nationale handelsbelangen.
Al in 1650 was een plan gemaakt om een haven te maken in het Nieuwe Diep, ten oosten van Helder Buyrt. De reden waarom dit plan niet werd uitgevoerd kwam doordat de Zuiderzeesteden Medemblik, Enkhuizen en Hoorn en het machtige Amsterdam daar geen belang bij hadden. Zij spanden samen om te voorkomen dat er een nieuwe concurrent opkwam. Aan het einde van de 18e eeuw zou aan die blokkade door toedoen van de Fransen een einde komen
Het Nieuwe Diep
De bewoners van Holland`s noorden profiteerden van al die foeragerende schepen op de rede van Texel. De Heldersen zorgden ervoor dat het transport van personen en van goederen vanaf het strand naar de schepen werd geregeld en zij boden onderdak en vertier en leverden proviand en andere scheepbenodigdheden.
Al in de 17e eeuw werd een wadgeul, oostelijk van Helder Buyrt door vissersscheepjes gebruikt als verblijfplaats bij zwaar weer. Deze geul noemde men het Nieuwe Diep. Toen de Texelse Horsbaai aan het eind van de 18e eeuw verzandde en Amsterdam steeds moeilijker bereikbaar werd, moest er iets gebeuren. Tijdens de Vierde Engelse Oorlog kwam er actie. Het Nieuwe Diep werd geschikt gemaakt om als ligplaats te dienen voor oorlogsschepen en koopvaarders. Het zou eerst nog alleen om een ligplaats en een kielplaats gaan. Daar konden schepen worden schoongemaakt en op- en afgetuigd.
Het Gibraltar van het Noorden
Met de komst van de Fransen in 1795 nam de geschiedenis van Den Helder een andere wending. De verdediging en de uitbreiding van de haven aan het Nieuwe Diep raakte nu in een stroomversnelling. Napoleon, de Franse keizer, was overtuigd van het strategische belang van "Du Helder". Een gordel van forten rond een haven aan het Nieuwe Diep , zou volgens Napoleon van Den Helder een onneembare vesting moeten maken. Den Helder zou het "Gibraltar du Nord" moeten worden.
De waterstaatkundig ingenieur Jan Blanken kreeg de opdracht de Franse plannen uit te voeren en een zwaar gefortificeerde marinebasis met werven en dokken aan te leggen. Tevens moest het nabijgelegen kweldergebied "het Koegras" worden drooggemaakt en een kanaal worden aangelegd waardoor vanuit Amsterdam snel militair materieel naar Den Helder aangevoerd zou kunnen worden. Naar de mening van Blanken zou een binnenlandse scheepvaartverbinding tussen de havens van Amsterdam en Den Helder niet alleen een militair-strategisch doel dienen maar ook de Amsterdamse handel ten goede komen.
En zo geschiedde. Er werd een complex systeem van fortificaties aangelegd waardoor Den Helder veranderde in een vesting. Aan het Nieuwe Diep, ten oosten van Helder Buyrt werd de marinebasis aangelegd. Nadat de Fransen uit ons land waren verdwenen nam Koning Willem I met kracht de uitvoering van het project ter hand. In 1822 werd het werfcomplex aan de marine overgedragen. Hiermee kwam een eind aan de elders over het land verspreide marinewerven. Zij werden samengevoegd tot een grote rijkswerf. De nieuwe rijkswerf kreeg de naam "Willemsoord". Den Helder was, onder impuls van de Fransen marinestad geworden.
Opkomst en teruggang als eb en vloed
Nabij de nieuwe rijkswerf ontwikkelde zich een nieuw stadsdeel dat in de loop der jaren zo groot werd dat het de oorspronkelijke kern Helder Buyrt naar inwonertal voorbijstreefde. De ontwikkeling van het nieuwe stadsdeel werd mogelijk gemaakt door het gereed komen van het Groot Noord Hollandsch kanaal in 1824. Doordat Amsterdam de ontwikkeling van Helder als voorhaven lang dwarsboomde, duurde het lang voordat Helder er de economische vruchten van kon plukken. Een meer liberale politieke wind zorgde er tenslotte voor dat het economisch tij voor Helder zich ten gunste keerde.
Daarna gingen de ontwikkelingen in rap tempo. Den Helder veranderde van een stil vissersdorpje in een bruisende handelsstad. In 1865 kwam de spoorverbinding tot stand met Alkmaar. Het reizigersstation dat werd gebouwd eindigde tussen de woonkernen Helder en de nieuwbouw rond de rijkswerf Willemsoord. Dit nieuwe stadsdeel kreeg de naam van de gelijknamige haven; Nieuwe Diep. Een eeuw later zou het eindpunt van de spoorlijn in het nieuwe stadshart van Den Helder liggen! We spreken dan van 1958.
In 1876 werd het Noordzeekanaal geopend. Hierdoor kreeg Amsterdam een snellere verbinding met de Noordzee. Voor Amsterdam was het een zegen. Voor Den Helder betekende het echter een regelrechte ramp. Nadat zij in de 60-er jaren van de 19e eeuw waren gekomen, vertrokken vele scheepvaartagenten, cargadoors, stuwadoors, haven- en transportpersoneel weer uit Den Helder. Door de terugtocht nam de bevolking met 9% af. De achterblijvers hadden het zwaar omdat er minder bestaansmogelijkheden over waren gebleven. Naast het vissersbedrijf bleef alleen de marine Den Helder trouw.
De stad begon zich in de jaren 1880 tot 1890 opnieuw te ontwikkelen, maar nu als marinehaven, waardoor de stad van karakter veranderde. Rond 1900 had Den Helder 26000 inwoners.
Een nieuw hart
Tijdens de mobilisatie van 1914-1918 nam de bedrijvigheid in de stad wederom toe. Het gevolg van de mobilisatie was dat de stelling Den Helder in staat van paraatheid werd gebracht. In de vier jaar van de mobilisatie ging het goed met Den Helder. In de 20e eeuw nam de bevolking van de stad gestaag toe, totdat de Tweede Wereldoorlog aan deze ontwikkeling een abrupt einde maakte. Juist het gegeven dat Den Helder een militair belang had brak haar op. In de oorlog werden grote delen van Den Helder gesloopt en de stad had te lijden van zware bombardementen op de militaire complexen. Hele stadsdelen langs de zeedijk en langs het Helders kanaal werden weggevaagd door oorlogsgeweld. Het oude Helder Buyrt verdween van de kaart.
In de jaren `50 en `60 ontstaat, grotendeels door de omstandigheden bepaald, een winkelcentrum pal ten westen van de rijkswerf. Door een aantal radicale ingrepen, zoals sloop wordt vorm gegeven aan een plan voor een nieuw stadshart met goede verbindingswegen, winkels en culturele voorzieningen. De inmiddels 150-jarige rijkswerf "Willemsoord" verkast naar de Nieuwe Haven. Het oude werfterrein kan nu, als cultureel erfgoed, geheel worden gerestaureerd en worden ingericht tot een maritiem museum en toeristisch trekpleister.
Zo vaak bijna verdwenen. Zo vaak ook weer overeind gekrabbeld. Nu, ruim 60 jaar na de Tweede wereldoorlog is marinestad Den Helder nog steeds bezig zichzelf te ontdekken. Maar ondanks de veranderingen is en blijft de marine de kurk waar Den Helder op zal blijven drijven.
© 2007 - 2024 MayBWilder, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Werken bij de MarineOveral om je heen wordt reclame gemaakt voor werken bij de marine. Allemaal leuk en aardig, maar wat moet je je daar nu…
Bronnen en referenties
- Frank van Loo, Kustdorpje wordt havenstad Helderse Historische Reeks no 14, november 2002
Marinus Vermooten, Honderd jaar Den Helder, september 2001
Marc A. van Alphen, Het Paleis van Willemsoord, 2001
Den Helder in oude ansichten, negende druk, 1998
Wikipedia
Reactie
F. C. A. van Luijk, 17-08-2010
Elk stukje geschiedenis is voor mij leuk om te lezen. Ik ben zelf geboren in den Helder (1946), in 1963 verhuisd, naar het midden van het land, maar blijf toch zeer betrokken bij het wel en wee van de mooie, boeiende stad.Zo om de 2 jaar bezoek ik de stad, neem een hotel, bezoek schoolgenoten, en snuffel lekker door de stad en ik loop de dijk even af. frans ca van luijk
Reactie infoteur, 17-08-2010
Beste Frans,
Dank voor je reactie. Zelf ook afkomstig uit Den Helder ( 1948 ) en nu wonend in Groningen bezoek ik de stad en volg ik de huidige ontwikkelingen nog regelmatig. Ik waardeer de stad om zijn weidsheid, zee, strand, duinen, dijk en het vestingstelsel.