Het mysterieuze leven van Desiderius Erasmus
We kennen de naam Erasmus allemaal wel, er zijn scholen, stichtingen en projecten die de naam Erasmus met zich meedragen. Maar naar wie zijn ze nu vernoemd? Welke persoon zit hier nu achter? Wat is zijn rol in de maatschappij geweest dat hij in deze tijd nog zo bekend is van naam?
De geboorteplaats
Desiderius Erasmus wordt op 28 oktober 1466 geboren in Rotterdam. Zijn echte naam is Gerrit Gerritszoon, maar dit verandert hij later zelf. Erasmus wordt geboren als onecht kind. Zijn vader was namelijk priester en zijn moeder was zijn huishoudster. Om de zwangerschap te verbergen is zijn moeder van Zevenbergen naar Rotterdam verhuisd. Op driejarige leeftijd verhuist Erasmus naar Gouda. Op bijschriften bij beeltenissen van Erasmus staat aangegeven dat hij in Gouda geboren is. In het officiële doopregister staat niets vermeld omdat de geboorte van Erasmus een geheim moest blijven. Een priester mocht immers niet trouwen en ook geen kinderen hebben.
Het kloosterleven
Op veertienjarige leeftijd werd Erasmus wees en kreeg hij een voogd toegewezen. Toen het geld dat hem was nagelaten door zijn ouders, op was moest hij in 1487 gedwongen het klooster in. In het klooster begon hij met schrijven van literatuur. Zijn tweede literatuurstuk was een combinatie van profane literatuur en christelijke vroomheid en beschreef hoe hij het ideaal van het geloofsleven het nastreven wel waard vond, maar dat hij een hekel had aan alle kleine pietluttige regeltjes hierin. Erasmus was sterk in het leveren van kritiek hierop, maar kon ook goed relativeren.
Het geloofsleven van Erasmus
Erasmus was van nature een humanist en geloofde stellig in een goede opvoeding en goed onderwijs. Hij was iemand die overal een duidelijke mening had en met name over het geloof. In sommige situaties botste dit met zijn humanistische opvattingen. Hij hield niet van de kleine regeltjes en mensen die zich omwille van het geloof te opzichtig gedroegen. Het ging bij hem om het innerlijke, het geloof is iets wat je van binnen moet voelen. Hij hechtte hierbij wel veel waarde aan de Sacramenten en vooral aan wat er in het nieuwe Testament was geschreven. Door zijn studie Grieks/Latijn kon hij dit testament lezen en wilde het ook aan de mens brengen. Hij vond namelijk dat het geloof een goede basis was voor de opvoeding, maar dan zonder de pietluttige regeltjes. In 1492 werd Erasmus door de wijbisschop Jan van Tiel tot priester gewijd. Dit gaf hem de kans om theologie te gaan studeren in Parijs.
Lof der Zotheid
Zijn meest bekende literatuurwerk is wel de Lof der Zotheid, een boek dat hij schreef rond 1506. Hij reisde terug naar Engeland nadat hij drie jaar in Italië verbleef. In het boek nam hij als het ware de rol aan van een zot en kon zo de spot drijven met de misplaatste ernst waarmee alle mensen, ongeacht beroep, stand, of positie, hun eigen belangen najoegen. De mensen waren in het boek maar kortzichtig en stonden al snel met hun oordeel klaar. Vooral veel kritieken werden geuit op de kerk en andere figuren in zijn leven. Hij kon dit dan weer relativeren met de zotheid en dwaasheid. Erasmus vond dat de mensen niet konden leven zonder zotheid en dwaasheid en ook dingen met een korreltje zout moesten nemen en de positieve dingen in het leven moesten zien in plaats van al de misplaatste ernst en het najagen van eigen belangen.
De nalatenschap van Erasmus
In 1537, op 70-jarige leeftijd, overleed Erasmus in Bazel in Duitsland. Hier kan men zijn graf vinden. Zijn nalatenschap zijn zijn vele literatuurwerken die men nog steeds kan lezen en bewonderen in de gemeentebibliotheek in Rotterdam waar men de grootste Erasmus collectie bewaard. Verder zijn er vele scholen en een ziekenhuis naar hem vernoemd. Op 11 juli (zijn sterfdag) herdenkt men Erasmus in de "Nacht van Erasmus."