Sri Sarada Devi, de Goddelijke Moeder

Sri Sarada Devi, de Goddelijke moeder, een zeer devote vrouw uit Bengalen, werd de shakti, of Goddelijke echtgenote van Sri Ramakrishna.

Geboorte

Op 22 december 1853 kregen de eenvoudige Brahmanen Ramachandra en zijn echtgenote Shyamasundari uit Jayrambati, gelegen zo’n honderd kilometer van Calcutta, een dochter. Eerst werd het kind Thakurmani genoemd, maar later omgedoopt tot Saradamani. Hun kind was echter reeds van uit de geest aangekondigd.

Het kind van hun dromen

Toen Ramachandra op reis was in Calcutta, kreeg hij een droom. Een prachtig stralend klein meisje omhelsde hem. Toen hij vroeg wie ze was, antwoordde ze: Ik ben in je gezin gekomen.

Toen hij weer thuis was, vertelde hij dit aan zijn echtgenote. Zij had in die periode ook een droom gehad. Ze vertelde: Toen ik water gaan putten was, zat ik even onder een boom te rusten. Ik zag een meisje uit die boom klimmen en mij innig omhelzen. Ik viel bewusteloos, maar voelde dat ze in mijn lichaam is gekomen.

Huwelijk

Toen ze 5 jaar oud was werd ze – op zijn vraag – uitgehuwelijkt aan de grote heilige Sri Ramakrishna, die zelf 23 was. Als baby had ze hem evenwel reeds als haar toekomstige echtgenoot aangeduid.

Het was de gewoonte dat een meisje, zelfs als ze gehuwd was, bij haar ouders bleef wonen tot ze volwassen was. Ramakrishna en Sarada Devi leefden dus nog een aantal jaren apart, terwijl ze beiden een volmaakt devoot leven leidden.

Ramakrishna, die zichzelf gek van God noemde, maar door de anderen kortweg gek werd genoemd, werd in zijn beginjaren niet ernstig genomen. Sarada werd in haar streek vaak uitgelachen omdat ze gehuwd was met die zgn. gek. Zijzelf wist dat hij niet gek was, maar diepe mystieke ervaringen had!

Toewijding aan het Goddelijke en aan de mensen

Naast haar spirituele praktijk, of sadhana, was Sarada zeer actief in het helpen van het gezin van haar ouders. Tegelijk zorgde ze voor de armen, vooral in perioden van hongersnood.

Dakshineswar

Toen Sarada volwassen werd, mocht ze naar Dakshineswar, naar de woning van haar echtgenote Sri Ramakrishna. Deze zag in haar de incarnatie van de Goddelijke Moeder. Hij deed een speciale puja en het Goddelijke daalde in haar neer.

Samen met de discipelen van Ramakrishna diende ze de Meester, vaak in stilte en op afstand.

De dood van Ramakrishna

Sri Ramakrishna is in 1886 aan keelkanker gestorven. Sarada zorgde dag en nacht voor de Meester en voor zijn naaste discipelen.

De taak van Sri Sarada Devi

Sri Ramakrishna had haar de opdracht gegeven zijn werk verder te zetten.
De discipelen van de Meester werden haar kinderen. Tegelijk was ze hun guru. Ze gaf veel leerlingen darshan.

De dood van Sarada

Op 21 juli 1920 verliet de Goddelijke Moeder haar lichaam, na haar discipelen te hebben gerustgesteld en moed ingesproken.

Beroemde uitspraken van Sarada Devi

Als je vrede wil, kijk dan niet naar andermans fouten, maar naar de jouwe.
Je moet gewoon verder bidden, zonder je hart te verliezen. Alles zal op zijn tijd gebeuren.
Zelfs al voel je je niet tot de Heer aangetrokken. Gewoon door zijn naam te blijven herhalen, zul je slagen.