Marcus Aurelius, de filosoof
Marcus Aurelius is voor de historicus een keizer. Voor de spiritueel ingestelde mens is hij voor alles een filosoof en een leidraad in het leven.
Situering van Marcus Aurelius
Marcus Aurelius leefde van 121 tot 180 NC. Hij was keizer van het Romeinse Rijk en deelde vrijwillig dit ambt in de beginperiode met zijn adoptiefbroer en de laatste jaren met zijn zoon.
Zijn regeerperiode wordt gekenmerkt door invallen in het rijk, opstanden en epidemies. Dit heeft hem echter niet belet zijn stoïcijnse leer tot het uiterste in praktijk te brengen.
Wat voor iemand was Marcus Aurelius?
De Engelse schrijver
Henry James schrijft naar aanleiding van een bezoek aan Rome over hem: “
In de hoofdstad van het Christendom vertegenwoordigt het beeld van een heidense keizer, het Christelijke geweten het best.”
De Franse filosoof
Hippolyte Taine schreef dat Marcus Aurelius “
de meest nobele ziel was die ooit heeft geleefd”.
Keizer Hadrianus had een liefkozende woordspeling gemaakt op de naam van Marcus Aurelius. Zijn geboortenaam was
Verus, de waarachtige, maar Hadrianus had zoveel bewondering voor de jongen dat hij hem
Verissimus noemde, in de superlatief, dus de waarachtigste!
De filosofie van Marcus Aurelius
Zoals de meeste welgestelde Romeinen genoot Marcus Aurelius een goede opvoeding. Het was de gewoonte Griekse slaven als persoonlijke leraars aan te stellen. Hij werd opgeleid in de stoïcijnse filosofie.
In het eerste boek van zijn Overpeinzingen (in het Grieks geschreven onder de titel Ta eis heauton), eert hij de mensen die hem gemaakt hebben tot wat hij is:
- Verus, zijn grootvader, van wie hij hoffelijkheid en gelijkmoedigheid leerde
- Zijn vader leerde hem bescheidenheid en mannelijkheid
- Zijn moeder leerde hem eerbied voor de Goden soberheid en vrijgevigheid
- Zijn opvoeder leerde hem met weinig tevreden te zijn en zich niet te bemoeien met andermans zaken
- Diognetus bracht hem in contact met de filosofie en leerde hem zich niet met onbelangrijke zaken bezig te houden
- Junicus Rusticus leerde hem aan zijn karakter werken en zich niet te verliezen in theoretische discussies. Hij moest ook steeds bereid zijn tot verzoening, wanneer een ander hem had geschaad en wilde bijleggen
- Apollonius van Chalcedon leerde hem zelfvertrouwen, onthechting en filosofie
- Sextus van Cheronea leerde hem mildheid en een goede huisvader zijn
- Alexander de Platonist, de taalgeleerde, leerde hem op een verdraagzame en belerende manier de anderen bij te sturen
- Cornelius Fronto leerde hem de welsprekendheid en de oprechtheid in de maatschappij
- Al deze goede leraars dankt hij aan de Goden, die ze op zijn pad hebben gezet.
Tijdens zijn keizerschap heeft hij steeds getracht deze mooie principes waar te maken.
Voorbeeld van zijn edele natuur
De laatste jaren van zijn leven was hij totaal uitgeput en op een bepaald moment lijkt hij te zullen sterven. Dit gerucht doet de ronde en Avidius Cassius, de gouverneur van Syrië roept zichzelf uit tot keizer. Hij stuurt hierover zelfs een omzendbrief naar alle vijanden van Marcus in Rome en naar de naburige staatshoofden. Velen erkennen te goeder trouw Cassius als nieuwe keizer.
Marcus Aurelius is echter geen slechte verliezer. Hij verklaart publiek dat als de Senaat en het leger dit wensen, hij bereid is af te treden ten voordele van Cassius. Intussen wordt door de Senaat de gouverneur van Cappadocië naar Cassius gestuurd om hem te belegeren.
De legers van Cassius begrepen dat ze door hem waren beetgenomen en vermoordden hun valse keizer. Ze zonden zijn hoofd naar Marcus Aurelius om hem hun trouw te bewijzen.
Het is wellicht toen dat Marcus zijn beroemde uitspraak heeft gedaan:
“Jammer dat ik daar niet als eerste ben aangekomen. Ik had het hem kunnen vergeven!”