Het leven en werk van Cervantes, de schepper van Don Quichot
Miguel de Cervantes Saavedra (1547-1616) is één van de belangrijkste schrijvers uit de Spaanse literatuur. Hij werd vooral bekend door zijn boek 'Don Quichot'. Voordat Cervantes doorbrak als schrijver had hij al een heel leven achter de rug. Hij was avonturier, spion, soldaat en gijzelaar. Daarnaast werkte hij als proviandinkoper en belastinginner. In 1605 verschijnt het eerste deel van 'Don Quichot'. Dit boek wordt beschouwd als de eerste moderne roman en is in zijn genre nooit meer overtroffen. Door zijn meesterwerk 'Don Quichot' wordt Cervantes beschouwd als één van de grootste talenten die de Spaanse gouden eeuw heeft voortgebracht.
Miguel de Cervantes Saavedra
Biografie
Afkomst, opvoeding en scholing (1547-1569)
Cervantes werd op 29 september 1547 geboren in Alcalá de Henares, een universiteitsstad dicht bij Madrid. Hij was het vierde kind uit een gezin met zeven kinderen. Zijn vader Rodrigo Cervantes werkte als chirurgijn, waarmee hij een minimaal inkomen verdiende. De moeder van Cervantes was Leonor de Cortinas, een dame uit de landadel. Rodrigo had vrijwel permanent financiële moeilijkheden. Om schuldeisers te ontlopen en om ander werk te zoeken moest het gezin Cervantes regelmatig verhuizen. Het gezin woonde onder meer in Valladolid, Córdoba, Cabra en Sevilla. Men neemt aan dat Miguel voor het eerst naar school ging in Córdoba en daar de jezuïetenschool volgde. Hier zou de liefde voor studie, theater en het lezen van boeken zijn ontstaan. Waarschijnlijk heeft Miguel zijn opleiding voortgezet in Cabra en Sevilla. In 1566 arriveerde de familie Cervantes in Madrid. Miguels nieuwe leermeester in Madrid was López de Hoyos, een bekende humanist. De Hoyos schreef een boek over Elisabeth van Valois (1546-1568), vrouw van Filips II. In dit boek werd voor het eerst werk van Cervantes gepubliceerd: vier gedichten ter gelegenheid van de dood van de vorstin.
De Slag bij Lepanto in 1571 /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein) Ballingschap en legertijd (1569-1575)
In 1569 werd Cervantes beschuldigd van geweldpleging. Er werd een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd met zware straffen in het vooruitzicht. Cervantes besloot te vluchten, eerst naar Sevilla en daarna naar Rome, waar hij in 1570 opdook. Cervantes werkte in Rome enkele maanden als penningmeester. Daarna schreef Cervantes zich in voor het Spaanse leger in Napels. Door in het leger te dienen hoopte hij aan vervolging te ontkomen en zijn naam te zuiveren. In 1571 vocht Cervantes tegen de Turken in de Slag bij Lepanto. Hij raakte bij deze zeeslag gewond aan zijn linkerarm, die voorgoed verlamd zou blijven. Ondanks zijn verwondingen bleef Cervantes nog vier jaar in dienst van het leger. Hij diende op Korfoe, in Navarino, Tunis en La Goleta.
Krijgsgevangene in Algiers (1575-1580)
In 1575 beschouwde Cervantes zijn militaire carrière als afgelopen. Toen hij wilde terugkeren naar Spanje werd zijn schip onderschept door Algerijnse piraten. Vervolgens werd hij in Algiers gevangen gehouden. Cervantes werd gezien als een belangrijke gevangene en daarom werd er voor hem een losprijs vastgesteld. Omdat er voor hem een losprijs was vastgesteld had hij meer bewegingsvrijheid dan andere gevangenen. Meestal kon Cervantes vrij rondlopen. Het losgeld zou betaald moeten worden door de familie van Cervantes. Het losgeld kon de familie in eerste instantie niet betalen. De hoogte van het losgeld sterkte Cervantes in zijn voornemen om te ontsnappen. Hij deed in totaal vier pogingen om met medegevangenen te ontsnappen, maar allen mislukten. Waarom Cervantes niet gestraft werd voor zijn ontsnappingspogingen is niet duidelijk. Waarschijnlijk waren de plaatselijke heersers tolerant. Ook hadden zij respect voor Cervantes omdat hij zich bij de ontsnappingspogingen onderscheidde van andere gevangenen. Dit had waarschijnlijk te maken met zijn overtuigingskracht. In 1580 had de familie van Cervantes genoeg geld bij elkaar verzameld om hem vrij te kopen. Zij betaalden de orde van de Trinitariërs om Cervantes in Algiers vrij te kopen. Cervantes was eindelijk een vrij man.
Terug in Spanje (1580-1586)
Cervantes keerde terug naar Madrid en stelde zich op de hoogte van de laatste literaire ontwikkelingen. In 1579 werden de eerste theaters in Madrid geopend, waardoor Cervantes zich ook op de toneelschrijfkunst wilde richten. Koning Filips II wilde graag weten wat er in Noord-Afrika gaande was. Daarom werd Cervantes gevraagd om spion te worden, dit vanwege zijn ervaringen in Algiers. In 1581 was Cervantes enige tijd spion in de stad Oran in Noord-Afrika. Hij moest informatie verzamelen over onder meer de Turkse vloot aan de kust van Noord-Afrika. Toen zijn inspanningen niet meer nodig waren vond Cervantes tijd om te schrijven. In 1585 publiceerde hij
La Galatea, een pastorale roman. Met
La Galatea leverde Cervantes zijn eerste belangrijke bijdrage aan de literatuur en maakte hij zijn debuut als professioneel schrijver. Daarnaast schreef hij ook toneelstukken, waarvan de meeste verloren zijn gegaan. Rond 1584 kreeg Cervantes een affaire met Ana Franca de Rojas. Hij verwekte bij haar een buitenechtelijke dochter, Isabel Saavedra. Ana Franca en haar man Alonso Rodrígues dreven een taveerne die regelmatig door toneelmakers werd bezocht. De affaire bloedde al snel dood, waarom is niet bekend. Ana Franca bleef achter met een dochter. Eind 1584 trouwde Cervantes met Doña Catalina de Palacios Salazar Vozmediano. Cervantes had haar leren kennen in Esquivias, een plaatsje tussen Madrid en Toledo. Hij was daar naartoe gegaan vanwege zijn werk als schrijver. Cervantes ging vervolgens bij zijn vrouw en schoonfamilie in Esquivias wonen. De opbrengsten van zijn schrijverschap waren niet voldoende en Cervantes ging op zoek naar ander werk. Hij verliet zijn vrouw en schoonfamilie en vertrok naar Sevilla.
De jaren in Andalusië als proviandinkoper en belastinginner (1586-1598)
In 1586 werd Cervantes proviandinkoper. Als proviandinkoper moest Cervantes in de regio voedselvoorraden opkopen ter bevoorrading van het Spaanse leger. In 1589 werd Cervantes ervan beschuldigd dat hij een grotere hoeveelheid graan had gevorderd dan opgegeven. Hij kon de beschuldigingen weerleggen en ging verder met zijn werk. Toen Cervantes in 1590 een afrekening indiende over het graan dat hij had gevorderd, bleek er een kastekort te zijn. Cervantes verklaarde dat hij een rekenfout had gemaakt en dat het geen boze opzet was. Cervantes werd hier niet voor gestraft en kon ook nu weer verder gaan met zijn werk. In 1592 ging het weer mis en werd Cervantes beschuldigd van het onrechtmatig beslag laten leggen op graan. Dit keer werd Cervantes wel gestraft en zat hij enkele weken in de gevangenis. Hij kon daarna opnieuw verder met zijn werk. In 1594 waren er geen proviandinkopers meer nodig. Er werd nu rechtstreeks door de overheid onderhandeld met landeigenaren, gemeenteraden en politie. Zo kwam er in 1594 voor Cervantes een einde aan zijn bestaan als proviandinkoper. In het zelfde jaar kreeg Cervantes een baan als belastinginner, ook in Andalusië. Opnieuw bezocht hij vele steden en dorpen, dit keer om geld binnen te halen in plaats van voedsel. In 1595 werd Cervantes beschuldigd van een tekort op zijn rekening. Hij probeerde dit tekort zelf bij te betalen. De afwikkeling van deze zaak duurde twee jaar. Na deze twee jaar kon Cervantes het bedrag nog steeds niet betalen. Daarom kwam hij in 1597 terecht in de gevangenis van Sevilla. Later bleek dat Cervantes geen fout had gemaakt. De ontvangers hadden een rekenfout gemaakt en daarom werd hij in 1598 vrijgelaten.
Doorbraak als schrijver (1598-1608)
In 1600 verliet Cervantes Sevilla. In de jaren erna zou hij zich afwisselend hebben opgehouden in Madrid, Toledo en Esquivias. Aangezien de vergunning voor het uitgeven van
Don Quichot in 1604 werd afgegeven zal hij zich waarschijnlijk, waar hij zich ook bevond, gewijd hebben aan het schrijven. In Esquivias had Cervantes na jarenlange afwezigheid weer contact met zijn vrouw Doña Catalina en zijn bastaarddochter Isabel. In 1604 ging Cervantes met zijn vrouw en bastaarddochter in Valladolid wonen. Hij had nu alle tijd en gelegenheid om te schrijven.
Leven als schrijver (1608-1614)
In 1605 publiceerde Cervantes het eerste deel van
Don Quichot. Het boek werd al meteen na het verschijnen een groot succes. Na
Don Quichot begon Cervantes met zijn boek
Voorbeeldige novellen. In 1605 werd vlak voor het pand hij woonde een moord gepleegd. Degene die vermoord werd bezocht regelmatig het pand waar Cervantes woonde. Daarom werden Cervantes, Isabel en nog twee andere vrouwen die er tijdelijk woonden gearresteerd. Jaloezie en overspel leken het motief voor de moord te zijn geweest, iets waar Cervantes niets mee te maken had. Desondanks zat hij opnieuw in de gevangenis. Na twee dagen werden Cervantes en de andere vrouwen vrijgelaten, ze waren niet meer langer verdacht. In 1606 verhuisde Cervantes met zijn vrouw en dochter naar Madrid. Hier trouwde zijn dochter Isabel, zij was binnen een jaar moeder en in 1608 alweer weduwe. In 1609 overleed ook haar dochter, Isabel Sanz.
Cervantes kon zich weer volledig aan de literatuur wijden. Er stond een vervolg op
Don Quichot op stapel. In Madrid werden literaire academies geopend, waardoor Cervantes met andere schrijvers en dichters omging. Hij richtte zich ook op het theater een schreef een aantal toneelstukken. Deze werden echter geen succes. In 1613 verscheen Cervantes'
Voorbeeldige novellen, ook dit boek was een groot succes. Cervantes stelde het tweede deel van
Don Quichot nog even uit want in 1614 verscheen
Reis naar de Parnassus.
Laatste bloei (1614-1616)
In 1615 verscheen eindelijk het tweede deel van
Don Quichot, volgens velen was dit boek nog beter dan het eerste. In 1616 voltooide Cervantes
Persiles en Sigismunda, waar hij al enkele jaren mee bezig was. Cervantes beschouwde
Persiles en Sigismunda als zijn beste werk en moest de kroon op zijn oeuvre worden. Cervantes overleed op 22 april 1616. Hij werd begraven in het Klooster van de Ongeschoeide Trinitariërs in Madrid. Door een verbouwing, eind zeventiende eeuw, is de precieze plek van het graf verloren gegaan.
De vondst van zijn graf (2015)
Bijna vier eeuwen lang bleef Cervantes' laatste rustplaats onbekend. Begin 2015 zijn de stoffelijke resten gevonden in het Klooster van de Ongeschoeide Trinitariërs. Ook werd er een doodskist gevonden met de initialen MC. In juni 2015 is Cervantes herbegraven in de San Ildefonsokerk van dit klooster.
Bibliografie
In de tijd van Cervantes werden er vooral ridderromans en schelmenromans (met landlopers, schurken enz.) gelezen. Cervantes wilde het publiek iets heel nieuws laten zien. In de literatuur kon Cervantes de teleurstellingen en onrechtvaardigheden van het echte leven rechtzetten. Naast onrechtvaardigheid zijn ook liefde, noodlot en voorzienigheid belangrijke thema's in zijn werk. In zijn boeken gebruikt Cervantes ook veel ironie, humor en satire.
La Galatea (1585)
Met
La Galatea maakte Cervantes zijn debuut als professioneel schrijver.
La Galatea is een zogeheten pastorale roman. Pastorale romans gaan vaak over de liefde en de invloed daarvan op de ondoorgrondelijke spelingen van het lot.
La Galatea heeft verschillende verhaallijnen. Het hoofdverhaal gaat over twee herders die verliefd worden op Galatea. Galatea kiest voor geen van beide omdat ze haar onafhankelijkheid wil behouden. Toch wordt één van de herders door de vader van Galatea als huwelijkskandidaat uitgekozen. Hierop wil de herder die niet gekozen is de andere herder vermoorden. Met dit moordplan brak Cervantes met de regels van het pastorale. Pastorale romans waren vaak relatief onschuldig en een moord paste hier niet in.
Don Quichot en Sancho Panza /
Bron: Ddzphoto, Pixabay Don Quichot van La Mancha (1605, 1615)
Ook met
Don Quichot hield Cervantes zich niet aan de literaire regels. Deze ridderroman was anders dan alle andere. Het boek beschrijft de belevenissen van Don Quichot, die door het lezen van ridderromans volledig in de ban van het ridderschap raakt. Hij schaft zich een aftands paard aan en laat zich door een herbergier tot 'ridder' slaan. In naam van zijn denkbeeldige geliefde Dulcinea trekt hij op tegen schurken, verraders en onderdrukkers. Don Quichot wil de wereld versteld doen staan van zijn heldhaftigheid. Hij ziet molens aan voor reuzen, kuddes schapen voor legers en herbergen voor kastelen. De kleine, nuchtere Sancho Panza volgt zijn meester op zijn ezel om hem voor het noodlot te behoeden.
Don Quichot was vanaf het begin een succes. Nadat een onbekende in 1614 een slechte imitatie als zogenaamd tweede deel had laten verschijnen, bracht Cervantes een vervolg uit met het zelfde succes.
Voorbeeldige novellen (1613)
In de tijd van Cervantes werden novellen nog aangeduid als obscene literatuur. Cervantes liet zien dat het ook een zelfstandig vehikel kon zijn voor een serieuze vertelling.
Voorbeeldige novellen bestaat uit diverse verhalen. De personages in de verhalen hebben met elkaar gemeen dat ze door boze opzet of tegenwerking van het lot in een crisissituatie verzeild raken. Heel vaak bleven de boosdoeners ongestraft, iets was Cervantes ook al vaak had meegemaakt. Cervantes koos bij deze verhalen en ook bij andere geschriften bij voorkeur geen partij. Liever liet hij het oordeel over aan het onderscheidingsvermogen van de lezer.
Reis naar de Parnassus (1614)
Vergeleken met
Don Quichot en
Voorbeeldige novellen is
Reis naar de Parnassus een moeilijk leesbaar boek.
Reis naar de Parnassus bestaat uit verschillende gedichten. Een aantal gedichten bevat een opsomming van namen van grotendeels onbeduidende eigentijdse dichters en schrijvers. Voor de moderne lezer komt dit misschien saai en niet ter zake doende over, maar Cervantes geeft wel blijk van historische accuratesse en oog voor detail. Met deze catalogus van dichters, hovelingen, kunstenaars en geestelijken schetst hij een getrouw beeld van het culturele klimaat van zijn tijd. Daarnaast getuigt Cervantes tegelijk van zijn ontzagwekkende belezenheid.
Persiles en Sigismunda (1616, uitgegeven in 1617)
Cervantes beschouwde
Persiles en Sigismunda als zijn belangrijkste werk. De onderwerpen die in dit boek worden besproken zijn in deze moderne tijd nog zeer relevant en aansprekend. De hoofdpersonen zijn Persiles en Sigismunda. Trouw aan hun christelijke overtuiging ondernemen deze geliefden een bedevaart naar Rome. Er zijn talloze gebeurtenissen die ze onderweg meemaken: schipbreuken, verleidingen, zelfmoorden, verraad en allerlei andere situaties waarin mensen verzeild kunnen raken. Sigismunda wil zich in Rome verdiepen in het christendom, zich daar laten bekeren en vervolgens met Persiles trouwen. Om al deze plannen te verwezenlijken moeten ze telkens nieuwe moeilijkheden overwinnen.
Een muurschildering met Don Quichot en Sancho Panza /
Bron: Falco, PixabayDe nalatenschap van Cervantes
Het meest succesvolle boek van Cervantes is
Don Quichot. Ook zijn andere boeken waren succesvol, zoals
Voorbeeldige novellen en
Persiles en Sigismunda. In de zeventiende eeuw was
Voorbeeldige novellen zo populair, dat men er vaak de voorkeur aan gaf boven
Don Quichot. In de de achttiende eeuw sloeg die voorkeur om en sindsdien is het zo gebleven. Ook
Persiles en Sigismunda was in eerste instantie succesvoller dan
Don Quichot. In de zeventiende eeuw werd
Persiles en Sigismunda in alle belangrijke Europese talen vertaald. Daarna nam de belangstelling voor het boek af en is ze zelfs bijna verdwenen. De belangstelling voor
Don Quichot is altijd blijven bestaan en is alleen maar toegenomen.
Don Quichot was de eerste moderne roman en is na de bijbel één van de meest vertaalde boeken. De figuur van Don Quichot is door allerlei schilders, schrijvers en componisten in hun werk gebruikt. Het leven van Cervantes kende veel tegenslagen. Het grootste deel van zijn leven heeft hij geen roem, aanzien en publieke waardering gehad. Dit heeft hij postuum wel verworven en krijgt hij nog altijd elke dag meer.
Lees verder