Vlaamse componisten: Staf Nees
Staf Nees werd geboren in Mechelen in 1901. Van op zeer jonge leeftijd interesseert hij zich sterk voor de beiaard. Hij kan echter pas na de eerste wereldoorlog in 1919 zijn beiaardstudies aanvatten. Staf Nees studeerde aan het Lemmensinstituut waar hij onder andere les kreeg van Jules Van Nuffel. Hij behaalde in 1922 de prijs Lemmens-Tinel met grote onderscheiding.
Zijn leven en werk
Staf Nees was organist in de Hanswijkkerk en had de leiding over het koor en het orkest van de Koninklijke Kunstkring Edgar Tinel. Nees was ook tegelijk leraar en leerling aan de beiaardschool in Mechelen. In 1924 behaalt hij daar zijn laureaatsdiploma. Tijdens het eindexamen op de beiaard van de Sint-Romboutstoren speelt Staf Nees voor de eerste maal zijn Rhythmendans. Na zijn beiaardstudies bouwt Staf Nees zijn carrière als muziekpedagoog verder uit. In het Lemmensinstituut geeft hij de vakken harmonie en koraal. Dit blijft hij doen tot op het einde van zijn leven. In 1945 wordt Staf Nees benoemd tot directeur van de beiaardschool als opvolger van Jef Denyn.
Samen met Jules Van Nuffel, Flor Peeters, Marinus de Jong en Jules Vijverman vormt Staf Nees de “Mechelse school”. Zij houden zich sterk bezig met de verdere ontwikkeling van de liturgische muziek in de katholieke kerk in België. Hierdoor komt het dat het werk van Staf Nees hoofdzakelijk uit vocale composities bestaat. De stijl van de “Mechelse school” wordt sterk beïnvloed door het Gregoriaans. Ze componeren ook orgelbegeleidingen bij het Graduale. De schrijfstijl van de leden van de “Mechelse school” wordt weinig beïnvloed door de moderne Europese stromingen. Hun composities zijn er vooral op gericht om te passen binnen het liturgisch kader. Via het tijdschrift “Musica Sacra” worden nieuwe composities verspreid. In het vocale werk van Staf Nees vinden we een groot aantal motetten terug. Hij componeerde een zestigtal motetten voor verschillende bezettingen, a capella of met orgelpartij. Daarnaast componeerde hij 6 missen en 2 oratoria. Gekend zijn vooral de “Missa in honorem B. Mariae Virginis” en de “Missa Te Deum”. De “Missa Te Deum” werd voor het eerst uitgevoerd in 1961 door het Sint-Romboutskoor onder leiding van Mgr. Vyverman.
Staf Nees heeft ook een sterke voorkeur voor het lied. Naast profane liederen componeert hij ook 30 liederen op religieuze teksten. Veel van deze religieuze liederen worden geschreven als gelegenheidsmuziek. Staf Nees heeft niet veel instrumentale muziek geschreven. Hij schrijft en tiental kleine orgelwerken voor de misliturgie hoofdzakelijk voor eigen gebruik. Hij schrijft slechts een viertal pianowerkjes.
De beiaardmuziek van Staf Nees is dan weer wel uitgebreid. Hij schrijft 44 nieuwe composities. Hij schrijft 9 composities met het volkslied als melodisch uitgangspunt. Voor bijzondere gelegenheden zoals voor de inhuldiging van nieuwe beiaarden schrijft hij eveneens 9 werken.
Het was niet eenvoudig in deze periode het beiaardrepertorium te vernieuwen. Er werden werken geschreven door grote componisten waaronder Jef Van Hoof, maar de kloof tussen de stijl van deze componisten en de speeltechnische mogelijkheden van de beiaard was te groot. Staf Nees was als beiaardier zeer goed op de hoogte van de technische mogelijkheden van het instrument en was door zijn grondige opleiding als componist goed geplaatst om geschikte beiaardcomposities te creëren. Hierdoor kon Staf Nees meewerken aan de heropwaardering van de beiaard die tijdens de 19de eeuw zijn erkenning als volwaardig instrument was kwijt gespeeld. De beiaardmuziek van Staf Nees is voor zijn tijd eerder conservatief te noemen.
Nees wordt in zijn periode door zijn omgeving bekeken als de ideale beiaardier. Verschillende factoren beïnvloeden deze zienswijze. Onder zijn collega’s was hij één van e weinigen die professioneel geschoold was. Als tweede directeur van de Beiaardschool, staat hij ook in voor de verdere verspreiding van het gedachtegoed van Denyn.
Tot aan zijn dood blijft Staf Nees één van de meest vruchtbare componisten voor beiaard. Hij heeft als enig voorbeeld de schaarse preludia van Jef Denyn. Een specifieke schrijftechniek voor beiaard ontbreekt. Nees verricht hier baanbrekend werk; Bij zijn composities vertrekt hij vaak vanuit een pianowerk. Van daaruit ontwikkelt hij een specifieke componeerwijze voor beiaard. Hij introduceert zijn methode bij vrienden en collega’s zoals Gaston Feremans en Jos Lerinckx.
© 2008 - 2024 Ingedc, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Weense KlassiekenHet einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende eeuw wordt vaak het tijdvak van de Weense Klassieken ge…
Bronnen en referenties
- Beiaardschool Mechelen, http://www.beiaardschool.be
Belgiumview, http://www.belgiumview.com
Cosaert Koen, Vlaamse beiaardvereniging, http://www.beiaard.org
Klassieke muziekgids, http://www.klassiekemuziekgids.net
Studiecentrum voor Vlaamse muziek, http://www.svm.be