Keramiek en keramische kunst
Het woord keramiek komt van het Griekse keramos wat drinkvat of aardewerkvat betekent. De naam keramiek wordt hoofdzakelijk gebruikt voor voorwerpen die van gebakken klei zijn gemaakt. Het begrip keramische kunst omvat alle voorwerpen van gebakken klei, die door de inspiratie en vakbekwaamheid van de maker uitstijgen boven het ambachtelijke en het functionele. Keramische kunst bevat zeer veel gewilde kunstproducten en wordt vooral gekenmerkt door zijn veelkleurigheid.
Grondstof en behandeling
Voor keramiek kunnen verschillende kleisoorten worden gebruikt en er kunnen allerlei stoffen worden toegevoegd of verschillende baktemperaturen worden toegepast. Daarom is geen enkel product van keramiek hetzelfde. Er komen ook mensenhanden aan te pas waardoor de resultaten ook verschillend kunnen zijn. Klei als grondstof wordt soms in poedervorm vervoerd. Zeker als de klei uit verre landen komt scheelt dat in vervoerskosten. Na mengen met water ontstaat na enige tijd een verwerkbare grondstof. Bij een bepaalde verwerkingstechniek wordt die klei in gipsmallen gegoten. Het voordeel van gips is dat het water opneemt. Na voldoende drogen wordt het model uit de mal gehaald en klaargemaakt voor de oven. Gietnaden en andere oneffenheden worden zorgvuldig verwijderd. In de oven wordt de klei op bijna 1000 graden tot steen gebakken.
Kunstenaar-pottenbakkers
Na het schilderen van de decoratie wordt het product nogmaals gebakken in een oven van 800 graden. Ook kan nog een glazuurlaag worden aangebracht waarna weer gebakken wordt, deze keer op 1000 graden. Keramische kunstenaars die de decoraties aanbrengen zijn er al eeuwenlang. Maar vanaf de tweede helft van de 19e eeuw voeren veel kunstenaars hun werk geheel zelf in eigen atelier uit. Vooral Frankrijk kent vanaf die tijd het type van de kunstenaar-pottenbakker.
Plateel, faience en Delfts Blauw
Een veel voorkomende keramieksoort, waartoe ook vaak de werken van kunstenaars behoren, is plateel. Met plateel worden oorspronkelijk platte schotels bedoeld. Het woord plateel is afgeleid van het Oud-Franse woord platel, dat platte schotel betekent. Vanaf de 17e eeuw wordt met plateel echter ook faience bedoeld. Faience is een type aardewerk dat met een ondoorzichtige witte laag is geglazuurd. Dit glazuur werd in de 9de eeuw in Bagdad ontwikkeld en kwam via Spanje en Italië naar de rest van Europa. Het woord faience is afgeleid van Faenza, een plaats in Italië waarvan de pottenbakkerijen in het midden van de vijftiende eeuw internationaal vermaard waren.
Koninklijke Porceleyne Fles
Het Nederlandse Delfts Blauw valt ook onder faience. In Italië, Frankrijk, Scandinavië en Spanje wordt dit type aardewerk ook wel majolica genoemd. Tegenwoordig wordt al het poreuze aardewerk, gevormd in mallen, al dan niet beschilderd en voorzien van een laagje glazuur, dikwijls ook met het woord plateel aangeduid. In de bloeiperiode van de Delftse plateelbakkerij (ongeveer 1650 – 1760) telde die stad een dertigtal bakkerijen. In 1800 was er nog slechts een tiental over en na 1854 slechts één. Die ene bakkerij is thans nog werkzaam als de Koninklijke Porceleyne Fles en is opnieuw beroemd geworden door de vervaardiging van zogenaamd Delfts blauw.
Verfijnde kleuren in Jugendstil
Kort voor 1900 kregen kunstenaars opnieuw belangstelling voor de toegepaste kunsten. Zij maakten ontwerpen voor de industrie in de stijl van de nieuwe kunst de Jugendstil. Beroemde producten leverden de fabrieken van Sèvres, Berlijn en Kopenhagen en de Wiener Werkstätte. In Nederland waren de plateelfabrieken Rozenburg, Amstelhoek en de Distel zeer bekend. De vloeiende contouren, verfijnde kleuren en de natuurlijke vormen zijn een voorbeeld van het vernieuwende karakter van de Jugendstil.
Theodoor Colenbrander
Vanaf 1910 maakten de zachte tinten en welvingen van de Jugendstil plaats voor hardere kleuren. De bloeitijd van dit sieraardewerk duurde tot ca. 1930. Talentvolle kunstenaars werkten samen met ambachtelijke plateelbakkers in de stijlen Art Nouveau en Art Deco. Een van de bekendste kunstenaars rond de eerste wereldoorlog was Theodoor Colenbrander (1841-1930).
Neergang en massa-aarderwerk
Daarna werd het functionele van groter belang met vaak ongedecoreerde massaproducten. Na toch nog een opleving van de aardewerkindustrie na de tweede wereldoorlog ontstond er rond 1965 een nieuwe neergang. Massaproductie uit het buitenland was daar de oorzaak van. Het gevolg was dat de Nederlandse aardewerkindustrie moderniseerde met daar weer als gevolg op dat het betrekkelijk goedkope massa-aardewerk niet meer de artistieke kwaliteit van voorheen had. Met de hand beschilderen van plateel werd verdrongen door machinaal werk.
Keramiek niet verwacht
Maar keramiek vinden we niet alleen bij kunstvoorwerpen of gebruiksartikelen. Keramiek komt ook voor in producten waar we dat niet meteen in verwachten. Zo zijn essentiële delen van bijvoorbeeld een scheerapparaat of een Senseo-koffiezetapparaat van keramiek.
Lees verder