J.M.A.H. Luns - levensloop in jaartallen
Joseph Luns, minister van Buitenlandse Zaken van 1956 tot 1971, was in zijn tijd ongetwijfeld de populairste minister. Dat was mede te danken aan zijn optreden in de media, waarin hij zich liet kennen als de man van de kwinkslag en vele anekdotes. Hij moest niets hebben van de linkse revolte van de jaren '60. Volgde een pro-Amerikaans beleid. Lag gedurig onder vuur van links/progressief Nederland. Dat werd er niet beter op toen hij secretaris-generaal van de NAVO werd. Dat ambt bekleedde hij tot 1984. In 2002 overleed Luns.
Inhoud
Jonge jaren
1911
Joseph Marie Antoine Hubert (Joseph) Luns wordt
geboren op 28 augustus te Rotterdam in een rooms-katholiek gezin. Vader H.M. Luns (geboren in Parijs) is kunstschilder; later directeur van de kunstacademie te ’s-Hertogenbosch en van1931 tot 1942 hoogleraar in Delft. Moeder (geboren in België): H.A.P.M. Louvrier.
1917
Leerling van een
rooms-katholieke lagere school te Vught, tot 1922.
Van 1922 tot '23 leerling van een r.k. lagere school te Amsterdam.
1923
Leerling r.k.
gymnasium te Amsterdam, tot 1927.
In 1927 gaat hij naar het gymnasium van een r.k. internaat in
Brussel.
1929
In
militaire dienst, tot 1931, bij de Marine. Brengt het tot seiner-eerste-klas.
1932
Rechtenstudie ( Amsterdam, Gem. Universiteit; gepromoveerd in leiden), tot 1937.
1933
Lid van De Nationaal Socialistische Beweging (
NSB) tot 1936. (Toen hem dit in 1979 werd aangerekend – zie ook onder dat jaartal - stelde hij, nooit actief lid geweest te zijn .)
1935
Rector van het Amsterdams Studentencorps, tot oktober 1936. Bovendien is Luns in zijn studententijd: commandant van de Studentenweerbaarheid, preses van de Studenten Toneelvereniging en preses van het Katholieke Dispuut Hera.
1936
Lid van de Katholieke Volks Partij (KVP), tot 1974.
1938
Na zijn doctoraal rechten wil Luns in diplomatieke dienst. Als aanvulling op zijn rechtenstudie doet hij daarom enige
aanvullende studies in Londen en Berlijn.
Attaché afdeling Kabinet van de minister en directie protocol, ministerie van Buitenlandse Zaken, tot maart 1940.
1939
Treedt in het huwelijk met Elisabeth Cornelia (Lia) baronesse van Heemstra.
In diplomatieke dienst
1940
In maart van dat jaar wordt Luns benoemd tot
attaché aan het gezantschap te Bern; de functie vervult hij tot april 1941.
1941
Attaché aan het gezantschap te Lissabon, tot november 1943 (in dienst van de Nederlandse regering in ballingschap).
Zowel in Bern als in Lissabon (zie 1944) is het werk van de diplomaten voor een groot gedeelte inlichtingendienst-werk
1943
Overgeplaatst
naar de Nederlandse ambassade te Londen. Luns is daar gedetacheerd bij de consulaire afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken te Londen, tot januari 1944.
1944
Tijdelijk zaakgelastigde te Lissabon, tot oktober 1944.
Attaché aan de ambassade te Londen,tot 1 augustus 1949.
1949
Eerste ambassadesecretaris (sinds september 1949 ambassaderaad).
Permanente Vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties te Lake Success/New York, van 1 augustus 1949 tot 2 september 1952.
In die periode is Luns betrokken bij het Kashmir-probleem en de Palestijnse kwestie.
Minister van Buitenlandse Zaken
1952
Minister zonder portefeuille (
belast met buitenlandse aangelegenheden – o.a. Indonesië/Nieuw-Guinea), tot 13 oktober 1956. Er zijn nu eigenlijk twee ministers van Buitenlandse Zaken. Er is een slechte verhouding met de andere minister van Buitenlandse Zaken, J.W. Beyen. (Algemeen wordt aangenomen dat de benoeming van de partijloze Beyen moest dienen als tegenwicht tegen de katholiek Luns.)
1956
Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 juli 1956 tot 3 oktober 1956.
Minister van Buitenlandse Zaken, van 13 oktober 1956 tot 6 juli 1971. Hij treedt voor het eerst aan in het derde kabinet Drees.
1957
Tijdens zijn ministerschap komt het
Verdrag van Rome tot stand. Het verdrag, dat op 25 maart 1957 wordt getekend door België, Frankrijk, West-Duitsland, Nederland, Luxemburg en Italië,
leidt tot de oprichting van Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom en wordt per 1-1-1958 van kracht.
Nationalisatie van de Nederlandse bezittingen in Indonesië, gevolg door vertrek van veel Nederlandse Indiërs.
1960
Samen met andere bewindslieden brengt Luns het
wetsvoorstel tot goedkeuring van het Verdrag tot instelling van de Benelux-Economische Unie tot stand.
1961
Door toedoen van Luns mislukt een
Europese topconferentie om te komen, zoals de Franse president De Gaulle wilde, tot een federaal Europa (zes landen), zonder Engeland. Luns vreest in die constellatie dominantie van Duitsland (op de conferentie vertegenwoordigd door bondskanselier Adenauer) en Frankrijk die ten koste zou kunnen gaan van de Atlantische Samenwerking (NAVO)
Nederlands voorstel in de Verenigde Naties
(‘Plan Luns’): Nederland zal
Nieuw-Guinea blijven besturen onder toezicht van de VN (i.v.m. het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea’s). Voor indonestié is dit onaanvaardbaar. De Amerikanen steunen Nederland niet. Meerderheid in VN verwerpt het plan.
1962
Op
1 oktober draagt Nederland het bestuur over Nieuw-Guinea over aan de VN; in 1963 volgt overdracht van het bestuur aan Indonesië.
De ministers Luns, Zijlstra (ARP), De Pous (CHU) en Marijnen (KVP) brengen de nota Hulp aan minder ontwikkelde landen uit.
Maakt zich wel sterk voor uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Parlement en
versterking van de Europese instellingen en bovendien voor de Britse toetreding tot de EEG. (Het zou tot 1973 duren voor Engeland toetrad).
1963
Herstel diplomatieke betrekkingen met Indonesië.
1964
Achtdaags bezoek van Luns aan Indonesië, inclusief ontmoeting met Soekarno. De verhouding Nederland-Indonesië verbetert sterk.
1966
In de laatste jaren van zijn ministerschap (tot 1971) krijgt Luns veel kritiek op zijn
pro-Amerikaanse houding in de Vietnamoorlog. Zo keert hij zich rond 1969 tegen verzoeken uit de Tweede Kamer om er bij de Amerikanen op aan te dringen de bombardementen op Noord-Vietnam te beëeindigen. Vooral vanuit de linkse hoek ondervindt Luns’ buitenlands beleid hevige kritiek. Bij het grote publiek blijft Luns echter onverminderd populair, onder meer door zijn eigenzinnige, humor-volle optreden in de media.
1967
Er komt een gezamenlijke
Europese Commissie (Luns had dat in 1961 voorgesteld).
De internationale Karel de Grote-prijs wordt aan Luns uitgereikt te Aken, voor zijn inzet voor de Europese eenwording.
Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 5 april 1967.
1971
Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 11 mei 1971 tot 1 oktober 1971.
Grootkruis Orde van Oranje-Nassau.
Secretaris-Generaal van de NAVO - Laatste jaren
Secretaris-generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), tot 1984; hij werd opgevolgd door de Britse politicus, voormalige minister van Buitenlandse Zaken, Peter Carington.
1974
Luns zegt zijn lidmaatschap op van de KVP (die zou hem onvoldoende gesteund hebben).
1979
Historicus Loe de Jong maakt bekend dat Luns in zijn jonge jaren lid was geweest van de NSB (zie onder 1933).
2002
Overlijdt in Brussel; wordt begraven te Den Haag.