Sprookjes van Hans Christian Andersen
Hans Christian Andersen is een van de bekendste sprookjesschrijver. De schrijver en dichter kwam uit Kopenhagen en schreef 156 sprookjes en verhalen.
De mens
Hans Christian Andersen werd op 2 april 1805 geboren in Odense, op het eiland Funen in Denemarken, zoon van een schoenmaker (die stierf toen Hans Christian elf jaar was) en wasvrouw. Op zijn veertiende verliet hij zijn huis, niet omdat hij eruit wegvluchtte, maar omdat hij ging werken. Dit kwam in die tijd wel vaker voor. Hans Christian trok naar Kopenhagen en probeerde geld te verdienen met het verkopen van zijn werk en als figurant in het theater.
Hans Christian wist allang dat hij anderen wilde entertainen. In eerste instantie ging zijn hart uit naar het theater. Hij wilde acteur worden en speelde op vroege leeftijd al met zijn poppenkast. Hij was echter een verlegen jongen die gepest werd door zijn leeftijdsgenoten. Dit zou een relatie kunnen hebben met "het lelijke eendje", een van zijn verhalen.
Zijn sprookjes
Hans Christian schreef een groot aantal verhalen en sprookjes. Zover bekend zijn zeven van zijn sprookjes en volksverhalen autobiografisch of gebaseerd op werkelijkheid. Zijn meest bekende sprookjes zijn:
- De prinses op de erwt
- De Chinese nachtegaal
- De Kleine zeemeermin
- Het tinnen soldaatje
- Klaas Vaak
- De rode schoentjes
- Het meisje met de zwavelstokjes
- Duimelijntje
- Het lelijke eendje
... en natuurlijk de nieuwe kleren van de keizer.
De nieuwe kleren van de keizer
In 1837 verscheen het sprookje "de nieuwe kleren van de keizer" uit de hand van Hans Christian Andersen. Het verhaal gaat over een ijdele keizer die op zoek gaat naar een steeds duurder gewaad en van de ene kleermaker naar de andere stapt. Uiteindelijk worden de kleermakers gevraagd een gewaad te maken van een stof die niet bestaat. Vervolgens komt een groep kleermakers die beweert hiertoe in staat te zijn. Zij zouden een gewaad kunnen maken dat zo apart is dat alleen slimme mensen het kunnen zien.
De keizer is geïnteresseerd en vraagt hen dit gewaad te maken. De kleermakers verblijven aan het hof, genieten van alle rijkdommen en kleden uiteindelijk de keizer in het "gewaad". De keizer ziet natuurlijk niets, maar iedereen verklaart dat hij er geweldig uitziet. Uiteindelijk stapt de keizer naar buiten en vertoont zich aan het gehele volk. Die zien enkel een keizer in al zijn naaktheid, want hij draagt natuurlijk helemaal niets. De keizer is echter veel te trots om hier aandacht aan te besteden.
Het verhaal kan ook wel worden gezien als de beschrijving van een gewoonte die eigenlijk door iedereen wordt afgekeurd, maar waar niemand iets van zegt omdat ze bang zijn tegen een belangrijk persoon, of tegen een grote groep anderen, in te gaan.
De Efteling
Het sprookje van "de nieuwe kleren van de keizer" is het nieuwe sprookje dat vanaf 8 november in het Sprookjesbos in de Efteling te zien is, tussen "Assepoester" en "het meisje met de zwavelstokjes". Het verhaal zal waarschijnlijk worden verteld door Toos van de Voorde-Verdult, die ook het verhaal van het "meisje van de zwavelstokjes" vertelde.
Andere sprookjes van Andersen in het Sprookjesbos zijn: "het meisje met de zwavelstokjes", "de rode schoentjes", "de kleine zeemeermin", "de Chinese nachtegaal", en "de prinses op de erwt".