Willem V, prins van Oranje
De glorieuze Gouden Eeuw was met stadhouder Willem III ten einde gekomen. De voortdurende oorlogshandelingen hadden de natie, hoewel overeind gebleven, financieel uitgeput. Tijdens het volgende stadhouderloze tijdperk en de regeerperiode van de stadhouders Willem IV en Willem V kregen de Nederlanden te maken met opkomende concurrenten en binnenlandse tegenstellingen.
Erfstadhouder Willem IV
De jonge prins Willem V /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein) Willem Batavus werd in Den Haag geboren op 8 maart 1748, als zoon van erfstadhouder
Willem IV en
Anna van Hannover. Tijdens de regeerperiode van zijn vader, Willem IV, was het stadhouderschap verheven tot
erfstadhouderschap. Dat betekende dat de jonge Willem op drie-jarige leeftijd de rechtmatige nieuwe erfstadhouder werd, toen zijn vader in 1751 overleed. Zijn moeder, Anna van Hannover trad op als regent tot de prins in 1766 meerderjarig werd en zijn bestuurlijke taak op zich kon nemen. In 1763 was het nog even spannend, omdat de prins toen ernstig ziek werd en het even niet duidelijk was of hij in staat zou zijn de positie van stadhouder aan te nemen. Uiteraard kreeg Willem ook al in 1751 de titel
prins van Oranje. Het prinsdom Oranje hoorde daar niet meer bij, dat was al eerder in Franse handen overgegaan.
Huwelijk
Op 4 oktober 1767 trad Willem in het huwelijk met Wilhelmina van Pruisen, een nicht van Frederik II van Pruisen, ook wel Frederik de Grote genoemd. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, waarvan er drie in leven bleven:
- Louise, geboren op 28 nov. 1770, overleden op 15 okt. 1819.
- Willem, geboren op 24 aug. 1772, overleden 12 december 1843. Willem zou de volgende prins van Oranje zijn, en vanaf 1815 koning Willem I der Nederlanden.
- Frederik, geboren 15 feb. 1774, overleden 86 jan. 1799.
Onzekere tijden voor de Nederlanden
De Gouden Eeuw voor de Nederlanden, toen de Nederlandse schepen overal ter wereld kwamen voor de handel, een tijd dat de Nederlanden een belangrijke macht vormden waar internationaal rekening mee werd gehouden lag inmiddels alweer zo’n vijftig jaar in het verleden. Niet dat de Republiek der Nederlanden minder mogelijkheden had of minder handelsgeest ten toon spreidde, maar het verschil zal hem vooral in de rest van de wereld. Ook andere landen zochten nieuwe mogelijkheden in de nieuw ontdekte landen en probeerden in verre streken handelscontacten en handelscontracten te verwerven. Dat veroorzaakte een gevoel van onrust, die ook in de binnenlandse politiek merkbaar werd.
Hervormingen
Erfstadhouder Willem V, prins van Oranje /
Bron: Johann Georg Ziesenis, Wikimedia Commons (Publiek domein)Willem V maakte een begin met het verkleinen van vroedschappen in diverse steden, omdat het lastig bleek om de vroedschapszetels met de juiste mensen te bezetten. Omdat de wetten in de diverse gewesten verschillend waren kon de stadhouder niet overal op dezelfde manier in het bestuur ingrijpen. Dat leidde tot ongelijkheid en dus tot scheve gezichten. De stadhouder besloot daarop het voorstel maar weer in te trekken.
Oorlog
In december 1780 was de Republiek in een oorlog met Engeland terecht gekomen, door de wapensmokkel naar de opstandige kolonies in Amerika. Deze kolonies waren in conflict met Engeland, en vochten voor zelfstandigheid. Omdat de Nederlandse vloot door het ontbreken van inzicht en middelen verwaarloosd was geraakt, verliep de oorlog met Engeland voor de Republiek niet best. In 1783 werd de
Vrede van Parijs gesloten, waarmee de oorlog met Engeland eindigde en bovendien de Amerikaanse staten hun zelfstandigheid kregen.
Patriotten en prinsgezinden
Het klimaat werd voor de stadhouder steeds slechter. In diverse pamfletten werden zaken geschreven waaruit moest blijken dat alle ellende de schuld van de stadhouder was. Economisch werd het nog erger omdat keizer Jozef II, die op dat moment ook heer van de zuidelijke,
Oostenrijkse Nederlanden was, vrije doorgang op de Schelde eiste. De Keteloorlog, die hiervan het gevolg was bood aan patriotten de gelegenheid om exercitiegenootschappen op te richten. Dat maakte dat de invloed die Willem V had op de aanstelling van buitenlandse officieren in het leger van de Republiek alleen maar kleiner werd. De patriotten eisen steeds meer inspraak in politieke zaken, maar de stadhouder wist niet hoe hiermee om te gaan. In 1785 haalde een voorstel bij de Admiraliteit van Amsterdam om het recommendatierecht van de stadhouder af te schaffen het nét niet. De stadhouder raakte steeds verder in het nauw en voelde zich steeds minder opgewassen tegen de moeilijkheden van zijn ambt in de veranderende wereld. Onder de bevolking werden twee groepen steeds zichtbaarder, de patriotten en de mensen die de prins bleven steunen: de prinsgezinden.
De Fransen komen
In 1792 begonnen Franse troepen met invallen in de Nederlanden. Sommige steden kozen voor een revolutionaire gemeenteraad, andere steden werden ingenomen, soms na heftige bombardementen. Maastricht viel in 1794, Utrecht in 1795. Troepen van bondgenoten vertrokken uit de Nederlanden en de prins stond er in feite alleen voor: een kansloze zaak. Op 18 januari 1795 nam de prins afstand van de Staten-Generaal en droeg het bevel over aan
Willem Anne de Constant Rebeque. Diezelfde dag vertrok de prins met zijn gevolg naar Engeland. Alle bezittingen in de kolonies werden onder Britse bescherming gesteld en de prins gaf aan dat de bestuurders zich aan het Britse gezag moesten overgave. De Nederlanden zouden de hierop volgende jaren als
Bataafse Republiek verder gaan. Een militaire invasie van Engelse en Russische troepen in de Nederlanden in 1799 mislukte en Willem vertrok naar zijn Duitse buitenplaats
Oranienstein bij Dietz. In 1801 erkende hij de Bataafse Republiek als wettig, waarmee hij afstand deed van het ambt en de rechten als erfstadhouder. Dit was een voorwaarde van Napoleon Bonaparte om een schadeloosstelling te krijgen voor hetgeen de prins in de Nederlanden aan bezittingen was kwijtgeraakt. Willems zoon, erfprins
Willem Frederik en sinds 1795 de nieuwe
prins van Oranje. kreeg van Napoleon de soevereiniteit over Fulda en Corvey als schadeloosstelling voor wat in de Nederlanden in 1795 verloren was gegaan.
Het einde
Willem V was de laatste stadhouder in de Nederlanden, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waarin zeven Nederlandse gewesten samen met de Generaliteitslanden Brabant en Limburg verenigd waren, was ten einde gekomen. In april 1806 overleed Willem, toen hij bij zijn dochter Louise in Brunswijk of bezoek was. Hij is 58 jaar oud geworden. Willem werd in Brunswijk begraven, maar zijn stoffelijk overschot is in 1958 overgebracht naar de grafkelder van de Oranjes in de Nieuwe Kerk in Delft.