Broer Konijn (Br'er Rabbit): van folklore naar Disney
Het personage Broer Konijn (Br’er Rabbit) werd in 1946 wereldberoemd door de Disneyfilm 'Song of the South'. Sindsdien zijn er duizenden stripverhalen verschenen, waarin Broer Konijn een hoofdrol speelt. Lang voordat hij omgevormd werd tot Disneyfiguur was het personage Br’er Rabbit (Brother Rabbit) al beroemd in het zuiden van de Verenigde Staten, als hoofdpersoon in de volksverhalen van 'Uncle Remus'.
Oorsprong: de spin Anansi
Veel onderzoekers vermoeden dat het personage Broer Konijn afstamt van personages uit Afrikaanse volksverhalen. In het westen van Afrika bestaan bijvoorbeeld veel mythes over een spin genaamd Anansi, waarbij de verhaallijnen vaak opvallend veel lijken op de avonturen van de Amerikaanse Br’er Rabbit. De verhalen over Anansi zijn de loop der eeuwen meegenomen door de slaven, die van Afrika naar Amerika werden verhandeld. Men vindt volksverhalen over de spin Anansi in veel Amerikaanse landen waar Afrikaanse slaven op plantages werkten, zoals Suriname, Jamaica en de Nederlandse Antillen.
Ook in het zuiden van de Verenigde Staten leefden in de 19e eeuw soortgelijke verhalen voort, al was het hoofdpersonage daar dus doorgaans niet een spin genaamd Anansi, maar een konijn genaamd Br’er Rabbit. Mogelijk komt dit door vermenging met andere oude Afrikaanse verhalen, want er bestaan in de Afrikaanse folklore ook veel sagen over sluwe hazen en konijnen. Daarnaast zijn deze verhalen in Amerika mogelijk ook vermengd met oude sagen van Indianenstammen, waarin eveneens konijnen hoofdrollen speelden.
Karakter van Br'er Rabbit
Br’er Rabbit is een sluw personage, dat meestal de andere dieren in zijn omgeving te slim af is. Hij verzint ook allerlei listen om van anderen te kunnen profiteren. Br’er Rabbit is het type schelm dat men in de Middeleeuwen ook in de lage landen veel kende, zoals Tijl Uilenspiegel. In oude verhalen was Br’er Rabbit eigenlijk een keiharde oplichter, maar later werd hij meer een soort 'grappige deugniet'.
Voorbeeld: Tar-Baby
Een beroemd voorbeeld van een volksverhaal over Br’er Rabbit is het verhaal over de 'Tar-Baby'. In dit verhaal is de vos genaamd Br’er Foxerin erin geslaagd om Br’er Rabbit te vangen middels een list met een pop van teer (een 'Tar-Baby'). Het konijn roept vervolgens dat de vos werkelijk alles met hem mag doen, als hij hem maar niet in een doornstruik gooit. Die doornen zouden hem als konijn immers zoveel pijn doen; elke andere marteling lijkt hem minder erg dan dat.
Sadisme
Uit een opwelling van blind sadisme besluit de vos juist dat te doen: hij smijt het konijn in de doornstruik. Hiermee is de list van het konijn gelukt. Konijnen kunnen immers juist heel goed tegen doornstruiken. Sterker nog: broer konijn woont zelfs in een hol dat zich tussen doornstruiken bevindt, omdat hij zelf wel goed kan manoeuvreren in die struiken, terwijl zijn natuurlijke tegenstanders, zoals vossen en beren, veel meer last van de doornen hebben. Dankzij het domme sadisme van de vos zit het konijn nu dus veilig in die doornstruik en kan de vos hem niet meer vangen.
Overeenkomsten Anansi en Cherokee
Het is kenmerkend voor de wisselwerking tussen volksverhalen uit verschillende culturen en landen, dat er een Tar-Baby voorkomt in dit verhaal dat verteld werd onder de Afro-Amerikaanse slaven in de Verenigde Staten. In Latijns-Amerika en Afrika bestaan verhalen over de spin Anansi die qua verhaallijn hier extreem veel op lijken en waarin ook zo'n pop van teer (Tar-Baby) voorkomt. En ook in volksverhalen van de Noord-Amerikaanse Indianstam Cherokee komt een Tar-Baby voor. In de loop der tijd hebben al die volksverhalen elkaar dus duidelijk beïnvloed.
Robert Roosevelt en Joel Chandler Harris
Eén van de eerste auteurs die de verhalen over Broer Konijn opschreef en voor een blank publiek publiceerde was Robert Roosevelt (1829-1906). Hij was een oom van de latere president Theodor Roosevelt. In zijn memoires zou Theodor ook vertellen dat hij als kind opgroeide met veel van die verhalen over Broer Konijn.
De belangrijkste auteur voor de popularisering van de verhalen over Br’er Rabbit bij het blanke publiek in Amerika was echter Joel Chandler Harris. Hij publiceerde in 1881 een boek getiteld Uncle Remus. Daarin vertelt een fictief personage, de Afro-Amerikaan Uncle Remus, allerlei volksverhalen uit het zuiden van de Verenigde Staten (met name veel verhalen die vroeger door slaven op plantages werden verteld). Daarbij speelt vaak Broer Konijn een hoofdrol.
Disney: Song of the South
In november 1946 bracht Walt Disney de film Song of the South uit. De Nederlandse titel is 'Melodie van het zuiden'. De film was een combinatie van animatie (getekende personages) en live action (echt mensen). Het script was gebaseerd op het boek over Uncle Remus van Joel Chandler Harris. In deze film debuteert Broer Konijn als tekenfilmfiguur.
Strips over Broer Konijn
Vervolgens is Disney ook strips gaan maken over het personage Broer Konijn. Het personages heeft in de loop der tijd een grote rol gekregen in het Nederlandse weekblad Donald Duck. Er zijn in de loop der decennia enorm veel verhalen over Broer Konijn gepubliceerd in dit blad. In eerste instantie waren dit vaak vertaalde oude Amerikaanse verhalen. Later zijn er meer en meer Nederlandse verhalen over Broer Konijn gemaakt. Een prominente tekenaar die hieraan werkte was Dick Matena.
De stripverhalen over Broer Konijn in de Nederlandse Donald Duck spelen zich meestal af in het Duckstadse bos. De tegenstanders van Broer Konijn zijn doorgaans Rein Vos en Meneer Beer. Andere personages in deze strips zijn onder meer Broer Konijns vriendin Molly, Toon Schildpad, Koning Leo, Broer Wasbeer, de Bossherrif, Barend Buizerd, Midas Wolf, Vittorio Wezel en Mevrouw Beer.
Politieke controverse
De verhalen over het personage Br’er Rabbit zijn in de loop der jaren vaak het onderwerp geweest van politiek geladen discussies. Door veel Afro-Amerikaanse slaven werd hij in de 19e eeuw gezien als een volksheld en verzetsstrijder. In hun verhalen stond hij symbool voor een slaaf die keer op keer zijn slaveneigenaar en andere blanke onderdrukkers te slim af kon zijn.
Bewerkingen voor blank publiek
Later werden de verhalen ook populair bij het blanke publiek. De volksverhalen werden voor dat nieuwe publiek doorgaans bewerkt. Er is in de loop der jaren echter veel kritiek vanuit de zwarte gemeenschap geweest op de manier waarop die verhalen werden herschreven en ook vooral op de context waarin die verhalen werden aangeboden aan het blanke publiek. Men vond dat dit dikwijls gebeurde op een wijze die stigmatiserend of clichébevestigend was met betrekking tot de Afro-Amerikaanse gemeenschap.
Kritiek op Song of South
Deze kritiek klonk ook heel duidelijk bij de Disneyverfilming 'Song of the South' uit 1946. De criticus Richard B. Dier noemde deze Disneyfilm zelfs 'as vicious a piece of propaganda for white supremacy as Hollywood has ever produced.' In de 21e eeuw wordt deze verfilming binnen delen van de Afro-Amerikaanse gemeenschap nog altijd als zeer controversieel beschouwd.