Het verhaal van Zwarte Piet
Kenmerk van een emanciperende maatschappij is dat bestaande tradities opnieuw worden bekeken. Zo ook is het gegaan met Zwarte Piet. In Nederland zijn de afgelopen vijftig jaar steeds meer gekleurde inwoners gekomen die inmiddels gevestigd zijn. Een goede democratie kijkt ook naar de mening van de minderheid. Er is een minderheid die zich stoort aan het bestaansrecht van Zwarte Piet en daar ook de nadelen van ervaart. Er wordt op verandering van het imago van de knecht van de Sint aangedrongen. Maar kan dat wel? Goed om te kijken naar de geschiedenis van Zwarte Piet.
Tot 1850 geen knecht
In 1850 is het de Amsterdamse schoolmeester en schrijver Jan Schenkman die in zijn kinderboek
Sint Niklaas en zijn knecht voor het eerst een zwarte page (of schildknaap!) laat opdraven. Sint Nikolaas was voor die tijd al bekend maar had nog geen knecht. Het is dus een vondst die voor het eerst wordt beschreven door Jan Schenkman. De knecht heeft in dat boek nog geen naam. Het duurde nog tot 1859 voor deze page de naam
Piet kreeg. Pas rond 1895 is de naam Piet volledig ingeburgerd. Ook laat Schenkman Sint en zijn page met een boot uit Spanje komen. Hij wordt opgewacht door een ontvangstcomité en zo is de intocht van Sinterklaas ontstaan. In 1934 bij de eerste intocht in Amsterdam wordt Sint Nicolaas vergezelt door zes knechten. Dit waren Surinaamse matrozen van een boot die toevallig in de Amsterdamse haven lag. Het verhaal gaat dat iemand van de organisatie de boot was opgegaan en gevraagd had naar één matroos. Deze matrozen waren echter van mening dat ze allemaal of niemand voor de klus moesten inhuren. Zo lijkt Sint Nicolaas aan meer knechten te zijn gekomen. Vlak na de bevrijding in december 1945 organiseerden Canadese militairen een sinterklaasfeest met tientallen verklede militairen als Zwarte Pieten.
Uitstraling
In eerste instantie had de knecht van Sint de rol om kinderen te observeren, te corrigeren en te belonen. Brave kinderen kregen een cadeautje, maar stoute kinderen konden een zak zout en/of een roe in hun schoen vinden. Het was een soort gele kaart voor de kinderen want natuurlijk kregen alle kinderen pakjes op vijf december. Het lijkt erop dat kinderen zo bevreesd waren van de uitstraling van Zwarte Piet dat de uitvoerders van de rol ervoor kozen om een vriendelijke uitstraling te krijgen. Daardoor ontstond de rol van grappenmaker maar die altijd door wijsheid werd overtroffen door de wat verstrooide Sint. De zwarte knecht is lenig, snel en grappig. Zo kan hij over daken lopen en in schoorstenen klauteren om cadeautjes naar kinderen te brengen. Nergens zijn bewijzen hoe de figuur van Zwarte Piet is ontstaan. Er wordt beweerd dat hij oorspronkelijk een schoorsteenveger zou zijn, en van het roet zwart zou zijn geworden. Een andere geschiedenis is dat hij de Ethiopische zwarte slaaf Piter zou zijn die door de heilige Nicolaas op een slavenmarkt in Myra werd vrijgekocht. Maar niets is zeker en we kennen nu alleen nog de zwarte knecht met kleurige kleding, een roe, een zak met pepernoten en ander lekkers.
De vrolijke kant
Vlak na de tweede wereldoorlog werd de zak van de knecht gevreesd omdat de kans bestond dat stoute kinderen meegenomen zouden worden naar Spanje.
Zijn knecht staat te lachen
en roept ons reeds toe:
Wie zoet is krijgt lekkers;
wie stout is de roe!
Oh, lieve Sint Nicolaas
kom ook eens bij mij
en rijd toch niet stilletjes
ons huisje voorbij!
Sommige liedjes schetsen de knecht als een kwaaie. Het lijkt erop dat die liedjes steeds minder populair zijn geworden en daarvoor in de plaats wordt juist in de nieuwe liedjes de vrolijke kant van Zwarte Piet benadrukt.
Jaarlijkse intocht
Soms met meer dan zeshonderd pieten is de jaarlijkse intocht van Sinterklaas in Amsterdam een van de grootste geworden. Het is de stad die de meeste bewoners met een andere kleur heeft. Zij zijn ook degenen die in decembertijd de meeste last hebben van ongewenste opmerkingen en gedrag. Er wordt ook geëxperimenteerd met andere kleuren bij de knecht maar dat slaat nog niet echt aan bij de traditionele vierders. Bij de jaarlijkse intocht van Sinterklaas in Amsterdam is het aantal Zwarte Pieten in de loop der jaren sterk gegroeid, tot inmiddels meer dan zeshonderd (ook vrouwelijke) Zwarte Pieten. Een experiment met 'Gekleurde Pieten', geschminkt in diverse kleuren, kreeg geen vervolg. Het is in 2013 de kunstenaar Quinsy Gario die protesteert tegen de Zwarte Pieten die Sinterklaas op zijn intocht in Amsterdam moeten begeleiden. Gario vindt de deelname van Zwarte Pieten aan de intocht discriminatie en wil daarom dat zij niet aanwezig zijn bij de Sinterklaasintocht. Pas in juli 2014 geeft de rechtbank hem voor een deel gelijk.
In andere landen
Je kan denken dat wij als enige de knecht van Sint Nicolaas kennen maar ook in andere Europese landen komen begeleiders van Sint voor. De attributen zoals de zak en de roe komen overeen maar er zijn wel degelijk verschillen. Vaak hebben ze een duister uiterlijk. In de Duitstalige landen wordt de heilig man begeleid door knecht Ruprecht, of door een ander kwaadaardig persoon zoals Krampus. Ook is een figuur uit Germaanse verhalen bekend met de naam Percht, die soms luidruchtig met kettingen door de straten loopt en de Sint moet beschermen.
Een nieuwe knecht
In het zuiden van België en het oostelijk deel van Frankrijk komt Père Fouettard voor die Sinterklaas begeleidt tijdens 6 december, de verjaardag van Sint. Letterlijk vertaald is het een vader(!) met een zweep. Hij geeft stukjes kool aan stoute kinderen, terwijl Sinterklaas cadeautjes geeft aan de zoete kinderen. Soms slaat de figuur met zijn zweep.
De knecht van Sinterklaas past zich aan de streek waar hij voorkomt en aan de tijd. De huidige figuur is nog niet zo oud in vorm dat hij niet veranderd kan worden. Het is dus heel goed mogelijk dat de wensen van onze tijd met onze omgeving zo meteen een nieuwe knecht of zelfs een 'werknemer' kan opleveren die nog altijd kan zorgen voor een traditioneel sinterklaasfeest.
Mensen zijn per definitie bang voor verandering maar als een feest zoals dat van Sint in vrolijkheid gevierd kan blijven worden zou een verandering geen punt moeten zijn.