De oorsprong van Verzenderkensdag
Wie denkt dat alleen Nederlanders elkaar op 1 april voor de gek houden, heeft het mis. Ook in België kennen ze dit gebruik en noemen ze deze dag Verzenderkensdag. ‘In april zend je de zotten waar je wil’, oftewel een lichtgelovige op pad sturen met een onmogelijke opdracht. Maar waar komt dit gebruik vandaan, om iemand van het kastje naar de muur te sturen?
Oorsprong
Dat de oorsprong van 1 april niets met Alva en Den Briel te maken heeft, is duidelijk. Omdat er al eeuwen lang over de hele wereld grappen worden gemaakt op deze dag, kan Nederland en zijn geschiedenis daar geen invloed op hebben gehad. Waarschijnlijk gaat het gebruik wel 500 jaar terug en waren de Indiërs voorlopers, die vreugdevuren ontstaken die de vernietiging van Holika, een slechte god, symboliseerden. Tijdens het
Holi-feest gooide men water en rood poeder naar elkaar om het eind van de winter te vieren. Zij kenden ook het gebruik op deze dag argeloze mensen in de maling te nemen en ze van het kastje naar de muur te sturen. Maar ook de Italianen hielden elkaar op 1 april al honderden jaren geleden voor de gek. In Frankrijk noemt men het
'poisson d’avril’, gekoppeld aan het feit dat Karel IX in 1564 het nieuwe jaar wilde beginnen op 1 april. Tegenstanders van deze nieuwe regeling kregen dode vissen op hun rug gebonden. Later werden dit papieren versies.
Verzenderkensdag
Maar waar komt dan het Vlaamse
Verzenderkensdag vandaan? En de daarmee verbonden gewoonte om elkaar van het kastje naar de muur te sturen, wat in het Vlaams ook wel genoegd wordt: ‘Van Caïphas naar Pilatus'. Het leidt ons naar de lijdensgeschiedenis van Jezus Christus. Hij werd eerst van hogepriester Annas naar Kajafas gezonden en van Kajafas naar Pilatus, om vervolgens door Pilatus naar Herodes te worden gestuurd en tenslotte van Herodes naar Pilatus. Het ‘poisson d’avril’ zou hiermee ook herleid kunnen worden tot ‘passion d’avril’ of ‘aprilpassie’. Van het kastje naar de muur…
Oude Vlaamse grappen
Ten slotte een aantal voorbeelden van Vlaamse lichtgelovigen die erop uit gestuurd worden. Interessant is te zien hoe spitsvondig de Belgen zijn om elkaar bij de neus te nemen. Het meest klassieke grapje is een persoon om aprilzaad te sturen. Anderen zijn:
Je werd gestuurd:
- Naar een metselaar om een kasseischaar of een mortelvork.
- Naar een kleermaker om knoopsgaten.
- Naar een gareelmaker om een muizengareel of om een muizenbril.
- Naar een schilder om verfzaad.
- Naar een apotheker om olie van muizenbenen of om gestampte muggenteentjes.
- Naar de apotheker om 'een flesje van 't zelfde'. Meestal gaf men dan de naïeveling een gestopte fles mee, waarin men een wind had gelaten. Het resultaat bij de apotheker laat zich gemakkelijk raden.
- Naar het café om de 'wrange' van de biljart of om zweet van de achterdeur.
- Naar de boer om een palingschaar, om een patattenzeef of om borstelzaad, nagelzaad, blokzaad, pollepelzaad of kasseizaad.
- Naar de kruidenier om vierkante 'rondetjes'.
Het zijn typische Vlaamse streekmoppen waarbij menigeen in het ootje werd genomen. Ook nu blijven de 1-aprilgrappen in gebruik. Ieder jaar wordt geprobeerd een zo geloofwaardige reden aan de man of vrouw te brengen en de lichtgelovige op pad te sturen. Ook de media draagt zijn steentje bij en hoewel niet alles meer klakkeloos wordt aangenomen op deze dag, brengen zij nog steeds mensen in verwarring. 1 april, kikker in je bil!