Geschiedenis Pauluskerk Oegstgeest ontrafeld
De geschiedenis van de voormalige Pauluskerk in Oegstgeest, nu cultureel centrum De Paulus, is kort maar bewogen. Het is een verhaal van weerstand, bevolkingsgroei, onnodige discussies, machtsstrijd en mensen van de daad dat uiteindelijk heeft geleid tot de bouw van deze opmerkelijke kerk aan de Warmonderweg.
Bevolkingsgroei in de late 19e eeuw
De toenemende hygiëne en beter voedsel leidde er toe dat in de late 19e eeuw de bevolking van Nederland groeide. Leiden bijvoorbeeld, turfde in het laatste decennium van die eeuw een groei van zo'n 30 procent en kwam zo tot 56.000 inwoners. In de gemeente Oegstgeest deed zich dat eveneens voelen (geen directe getallen bekend), mede omdat er vanuit de stad meer mensen hun domicilie kozen in het landelijke dorp. De hervormde gemeente merkte ook die groei, want de toeloop op het enige gebedshuis, het Groene Kerkje, nam meer en meer toe. Er was dan ook een nogal groot gebied te bedienen. Als voorbeeld in zuidoostelijke richting; daar lag het kerkelijk gebied al vanaf de middeleeuwen tot aan de Mors(singel) in Leiden. Dat gold trouwens ook voor de gemeentelijk-bestuurlijke grens, waardoor het station van Leiden van 1842 tot aan de grenscorrectie 54 jaar later, feitelijk station Oegstgeest was. Ook al werd er een stuk van Oegstgeest bestuurlijk bij Leiden gevoegd in 1896 met als grens de Wassenaarseweg, en werd die grens nog eens opgeschoven in 1920 naar de Warmonderweg, het kerkelijk gebied bleef bij de Morssingel beginnen.
Inmiddels waren onder anderen de Vogel- en de Raadsherenbuurt gerealiseerd en ook de bewoners daarvan waren aangewezen op het enige kerkje dat de hervormde gemeente op dat moment kende (In 1933 werd het kerkelijk gebied overigens wel ingekrompen met de grens tot aan de Kagerstraat). Dat was te veel van het goede en er werd een voorlopige voorziening getroffen door het gebouw Irene aan de Endegeesterstraatweg in 1914 in gebruik te nemen. Dat gebouw stond op de grond waar de kerkvoogden al in 1906 een school en een kerkgebouw hadden bedacht, maar in plaats daarvan kwam er een school en een kleiner gebouw, genaamd Irene. Een verkeerde greep, want al snel was die kerkvervangende bebouwing ook te klein. Er gingen stemmen op om dan maar een nieuwe kerk te bouwen dat de toeloop voor de komende decennia zou kunnen opvangen en dat werd uiteindelijk De Pauluskerk. Er zit echter wel een gat van zo'n 15 jaar tussen voornemen en uitvoeren, zo zullen we zien.
Discussies
Eén van de uitgangspunten was dat het kerkgebouw centraal moest komen te liggen in het kerkelijk domein. Dat gaf veel discussie. De ene fractie vond dat de villawijk centraal genoeg, terwijl een andere fractie dichter bij Leiden wilde gaan bouwen. Kortom; op 18 november 1924 werd er door de kerkenraad een vergadering over belegd en die uiteindelijk een bekroning leek te zijn op een slepende kwestie in die zin dat de standpunten juist verhardden. Er kwam geen besluit en het gebouw dreigde tot het einde der dagen een discussiestuk te blijven. Dan ontstaat er een legende van het Gouden Tientje. In het Groene Kerkje wordt op 18 januari 1925 het gouden kleinood gevonden in een collectezak, gewikkeld in een papiertje met daarin het doel van de gift... een bijdrage tot de bouw van een kerkgebouw. De eerste stap dus voor een fonds. Maar er gebeurde nog helemaal niks, behalve een bazaar die werd georganiseerd door vrijwilligers. Er was blijkbaar voor het bestuur geen aanleiding om de gouden gift verder uit te nutten.
Pas drie jaar later, in november 1928, kon de dominee een beetje witte rook geven. Een locatie kwam vacant. De eigenaresse van het pand op de hoek van de Warmonderweg/ Leidschestraatweg. Mevrouw H.E. Drost had ooit het recht verworven (servituut) dat een stuk grond achter haar huis niet bebouwd zou worden om reden van een vrij uitzicht. Zij wilde dat servituut wel verlaten ten faveure van een nieuw kerkgebouw. De kerkenraad was meteen om, maar de voogdij op haar beurt vond echter nog steeds dat de kerk in de net gebouwde villawijk moest komen. De voogdij ging op haar strepen staan en meende, terecht, dat zij de aangewezen instelling was om de plek te bepalen. Kortom er was een nog dieper schisma ontstaan. Een kerkganger, die anoniem wenste te blijven hakte de knoop door en kocht het stuk grond achter huize Drost van de eigenaar het Zendingshuis. Vervolgens schonk hij dat als bouwgrond. Nu moesten de kerkbeheerders wel doorzetten. Er was echter een clausule aan de gift verbonden. De bouw moest binnen twee jaar aanbesteed zijn. Hiermee voorkwam de gever dat er weer andere discussies boven kwamen die de bouw verder zouden vertragen. Er werd besloten om de oplossing voor de stroeve samenwerking te vinden in het instellen van een Vereniging tot Kerkbouw. Daarmee was het probleem wie er verantwoordelijk was meteen opgelost.
700 plaatsen
De vereniging ging uiteindelijk heten de Vereniging tot Stichting van een Tweede Kerk voor de Hervormde Gemeente. Dit alles werd officieel op 1 februari 1929. Ondertussen had de kerkvoogdij door al die troebelen stil gezeten en niets gedaan aan fondsenwerving. Gelukkig had dit 'hakken-in-het-zand-beleid' geen grote gevolgen. Nu de kogel door de kerk was kwamen er van alle kanten donaties. Er werden tevens bazaars gehouden en eind 1931 had men 45 duizend gulden bijeen. Koningin Wilhelmina gaf 50 gulden. Prins Hendrik en de Koningin-moeder geven ook.
De kerk zou maar liefst 600 plaatsen krijgen en met uitschuifbankjes erbij kwam het aantal op zo'n 700 stuks. De jonge architect Ferdinand Bernardus Jantzen (1897-1987) werd aangezocht een ontwerp te maken en de bouw te begeleiden. Voor zijn dertigste jaar bouwde Jantzen al met name Lutherse en Gereformeerde kerkgebouwen. De jonge architect zou de mode volgen en wilde in Oegstgeest een kerk in expressionistisch stijl neerzetten. Hij had hiervoor kunnen oefenen met de Schootsekerk in Eindhoven die hij eerder bouwde. Voor de Pauluskerk plaatste hij de klokkentoren in het midden waardoor er een sterk evenwicht werd bereikt. Een lage inspringende onderrand werd in een afwijkend kleur gemetseld waardoor het grote gebouw minder zwaar lijkt. Het koperen dak op de toren (als handen gevouwen) en het glooiende dak van het schip in gladde pannen van diverse zachte kleuren, maakt het tot een sierlijk geheel. Het resultaat beviel hem blijkbaar, want hij werkt dit concept ook bij de Goede Herder in IJmuiden uit om vervolgens zonder enig aanwijsbare aanleiding over te gaan op een meer traditionele stijl van bouwen aan het einde van de jaren dertig.
De stijl waarin de Pauluskerk is gebouwd, is feitelijk een na-ijl van de Amsterdamse school die sterk beïnvloed werd door de zogenaamde Prairie School van Frank Lloyd Wright. Deze Amerikaan werkte met horizontalen, geometrische vormen en versmelting van binnen en buiten. De beroemde architect Dudok werd erdoor beïnvloed en ook diens tijdgenoot Jantzen pikte blijkbaar de trend mee in zijn werk. Daarnaast heeft het Nieuwe Bouwen (eveneens onder de indruk van Wrights werk) bijgedragen aan een ander bouwen in ons land en is zo, en passant, eveneens van invloed geweest op de laat-Amsterdamse bouwordes zoals die van de Pauluskerk. Jantzen heeft bakstenen, in Wendisch verband, gebruikt voor de buitenmuur. Hiermee sluit hij nauwer aan bij de Amsterdamse School dan sommige modernisten die hun bouwsels uitsluitend in beton bouwden. Wel is het gehele skelet eigentijds opgetrokken in gewapend beton. Binnenin is het in de Pauluskerk abstractie troef met zijn gladde muren en strenge lijnen. Het interieur moest vanzelf spreken, dus waren tierelantijnen taboe.
Zendingsdrang
De kerk wordt genoemd naar Paulus, omdat het op de grond staat van het Zendingshuis. Deze organisatie zond protestanten uit naar alle hoeken van de aarde om het goede werk te doen en om het geloof elders te vestigen. Dat sloot goed aan bij de 'apostel' Paulus vanwege de reizen die hij maakte in het gebied rond de Middellandse zee om daar het geloof te verkondigen. Eerst nog een fanatieke vervolger van christenen, en daarom ook wel de heidenapostel genoemd, maar dan 'geslagen' door het licht van Christus vanuit de hemel. Dat beeld is te zien in de geabstraheerde vorm in het glas-in-lood-raam van de toren dat nog sterke art deco-trekken heeft. Hij kwam tot inkeer en wordt een late apostel van Jezus. In de twee ramen aan de noord (voorstellend de oude wereld) en zuidzijde (voorstellend de nieuwe wereld) van de kerk wordt zijn reislust in prachtige kleuren in glas verbeeld, waarbij het getal drie veelvuldig voorkomt, evenals dat ook elders in het gebouw is te zien. Drie treden voor de ingang bijvoorbeeld, de drie banden en drie strakke lijnen bij de ingang. In de ramen komt veel voorwerpen steeds in drietal voor; hijskranen, hutten, wolkenkrabbers. Binnenin onder de kansel drie decoratieve banden... kortom de heilige drie-eenheid is alom aanwezig. Ook werden de heilige getallen 7 en 12 verwerkt. Overigens ontwierp Jantzen alles zelf; van het zilveren doopvont en vaatwerk (gedreven door Alex Meyer uit Schoonhoven), de glasramen, meubilair tot aan de lambrisering aan toe. Voor de kansel lag een handgeknoopt tapijt gemaakt door de dames van de Werkmansbond.
De aannemer kreeg zijn aanneemsom van 73.450 gulden voor de bouw. Binnen 9 maanden was het klaar. Buurvrouw Drost opent de kerk met het onthullen van de eerste steen. Een landelijke krant schreef dat Oegstgeest nu het oudste en de nieuwste Hervormde kerk van Nederland binnen haar grenzen heeft. De fundamenten van het Groene Kerkje dateren immers uit de 8e eeuw. Op 17 maart 1932 werd er de eerste dienst gehouden door Ds. Jansen Schoonhoven die daarbij de tekst had gekozen 'Gebouw Gods zijt gij' (vers drie uit de eerste brief va Paulus aan de inwoners van Korinte). Het orgel op zijn beurt werd op 24 juli dat jaar in gebruik genomen. Het is gebouw door Van Leeuwen uit Leiderdorp onder toezicht van de organist van de Grote Kerk in Den Haag, Joh. Zwaan. De kerkvoogdij kon in 1947 opgelucht ademhalen, want uiteindelijk kreeg zij de zeggenschap over het gebouw uit handen van de toen nog bestaande Vereniging tot Stichting van een Tweede Kerk voor de Hervormde Gemeente die her gebouw was blijven beheren. Die overdracht ging niet zomaar. Van te voren werd gesteld dat de kerk schuldenvrij moest zijn. Dat was blijkbaar zo, want de overdracht vond daadwerkelijk plaats.
Kwaliteit
Deze Nederlands Hervormde kerk heeft niet alleen een bouwhistorische waarde vanwege de hoge mate van gaafheid in hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik van zowel het in- als exterieur, het is in zijn vorm tevens maar weinig in ons land te vinden. Bovendien wordt het geroemd vanwege de perfecte match met de huizen aan de Warmonderweg die er al eerder stonden. Mede hierdoor is de Pauluskerk in 2000 monument geworden. Uniek mag ook de klok heten die het oorspronkelijk exemplaar na vordering in de 2e Wereld Oorlog heeft vervangen. Onlangs werd ontdekt dat deze luidbel is gemaakt in 1664 door Francois Hemony die wel de Rembrandt van de klokkenmakers wordt genoemd. Na enig speurwerk bleek het afkomstig te zijn van de oude Loodskerk aan de Herengracht in Leiden die werd gesloopt en is in langdurig bruikleen gegeven door de Leidse Lakenhal.
Het samengaan van de Gereformeerde kerk en de Hervormde gemeente in 2007 had tot gevolg dat de Pauluskerk een andere bestemming kreeg. Het is nu Cultureel Centrum De Paulus, en in beheer bij de Stichting Pauluskerk Oegstgeest. Het wordt gebruikt voor cursussen, lezingen en andersoortige bijeenkomsten. Het is daarbij ook benoemd tot Huis-der-Gemeente en kan er dus getrouwd worden. Op de zondagochtenden zijn er kerkdiensten. Met deze nieuwe opzet en de zojuist gereed gekomen restauratie van de 80 jarige Pauluskerk, is het gebouw weer als nieuw en kan zonder meer een unieke en bijzonder functionele sieraard van Oegstgeest worden genoemd.
© 2012 - 2024 Hvk1953, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Enkhuizen: de kerkenEnkhuizen is ontstaan uit twee dorpen die niet ver van elkaar liggen: Gommerkerspel (het gedeelte van de huidige stad ro…
De Grote of St. Bavo kerkOp de grote markt in Haarlem staat de Grote of St. Bavo kerk. Door de Haarlemmers wordt hij ook wel de grote kerk genoem…
Bronnen en referenties
- De Pauluskerk 50 jaar, Artikel Oegstgeesterkrant 8 augustus 2011, Reliwiki iver De Pauluskerk.