Congo - Vrijstaat (1885 - 1908)
In theorie had België geen enkele band met Congo. Toch waren er wel financiële banden, zo werden spoorwegverbindingen gefinancierd door de Belgische overheid. Leopold II begon Congolese netwerken van privé-ondernemingen uit te bouwen om, volgens de propaganda, het zwarte primitieve Afrika te ontsluiten voor de vrijhandel, de beschaving en het christendom.
Na 1896, toen Congo riante winsten begon op te brengen, kregen de economische belangengroepen plots echt interesse in het gigantische wingewest. De economische grootmacht België was immers op zoek naar nieuwe grondstoffen en afzetmarkten .
Oprichting leger
Er werd een officieel leger opgericht voor Congo-Vrijstaat, de Force Publique. Deze groep van Belgische of buitenlandse blanke officieren die de leiding hadden over Afrikaanse huurlingen en plaatselijke rekruten, moesten greep krijgen op het reusachtige land en diende om de afspraken na te komen van de Conferentie van Berlijn.
De strijd tegen de Arabische slavenhandelaars was slechts een humanitaire dekmantal om politieke en handelsbelangen in Afrika vrij te stellen. Waar de slavernij werd afgeschaft, kwamen onmiddellijk andere vormen van dwangarbeid, uitbuiting en onderdrukking van de autochtone bevolking. Er ontstond een exploitatiesysteem waarbij de lokale bevolking meedogenloos werd ingeschakeld in het winnen van grondstoffen (vooral rubber).
Verdeeld Congo
Congo-Vrijstaat werd verdeeld in twee zones: een vrijhandelszone (geen privileges, vrije scheepvaart, geen invoerrechten) en het Domaine Privé, exclusief privé-domein van Leopold II. In 1892 bouwde Leopold II zijn privé-domein verder uit en werd zo ook heer en meester van het Domaine de la Couronne, waarvan alle inkomsten toekwamen aan Leopold II. Op die manier werd het vrijhandelsprincipe dode letter en joeg hij de internationale koloniale lobby finaal tegen zich in het harnas. In combinatie met zijn zogenaamde humanitaire beschavingsmissie trachtte Leopold II de illusie van grootsheid in stand te houden te midden van toenemende internationale kritiek.
Grote gevolgen
De gevolgen van de plundereconomie in Congo waren desastreus. Circa 10 miljoen mensen kwamen om als gevolg van de veroveringsoorlogen, de exploitatie, de gedwongen tewerkstelling, de strafexpedities, de epidemies,… In grote delen van Congo werden dorpen verwoest, mensen gegijzeld, gemarteld, verkracht en standrechtelijk geëxecuteerd. Tot vandaag blijft het terreurregime van Leopold II de Belgische en internationale publieke opinie beroeren. Toch is de term ‘genocide’ niet op zijn plaats: er was geen sprake van een vooropgezet plan tot systematische uitroeiing van de autochtone bevolking. Het schrikbewind in Congo veroorzaakte internationale deining.
Vooral vanuit Groot-Brittannië ontstond er een protestcampagne tegen Leopold II en zijn praktijken in de Congo-Vrijstaat. Er zat eerlijke verontwaardiging achter, maar evengoed Brits koloniaal belang. Een internationale onderzoekscommissie publiceerde in 1905 haar rapport. Ook in het Belgische parlement waren debatten gaande over de overname van Congo door de Belgische staat. In België interpelleerde de socialistische politicus Emile Vandervelde het parlement over bonussen aan de agenten van de Congo staat, die omgekeerd evenredig waren met de waarde van de goederen die zij ‘betaalden’ aan de Congolezen in ruil voor ivoor en rubber
De overname van Congo door de Belgische staat gebeurde uiteindelijk in 1908.