Zeeuws Vlaanderen en schimpnamen
In heel Nederland komt het voor, spottende bijnamen voor bewoners van een bepaalde plaats. Zo werden de plaats en zijn inwoners belachelijk gemaakt door de omliggende dorpen. In de geïsoleerde plattelandsdorpjes speelde afgunst een grote rol en hierdoor was dit een goede voedingsbodem voor spot. Waar komen deze schimpnamen vandaan en wat zijn de schimpnamen van de dorpen en plaatsen op Zeeuws-Vlaanderen?
Inwoners Terneuzen
Terneuzenaren worden al eeuwen lang stoepenschieters, oftewel stoepenschijters genoemd. Waar komt deze bijnaam vandaan? Niet alleen Terneuzenaren, maar ook Rotterdammers dragen de bijnaam stoepenschijter. Dit is een bijnaam van plattelanders voor stedelingen, die stads en arrogant werden gevonden. Ze vonden de stoepen voor de stadse huizen een teken van hoogmoed en zo is de bijnaam stoepenschijter, in het Zeeuws-Vlaams uitgesproken als stoepenschieter, geboren.
Inwoners Axel
In Axel dragen de inwoners de schimpnaam erpelkappers. Deze bijnamen hebben ze te danken aan het feit dat de inwoners van Axel na de aardappeloogst met hun kapper (schoffel) naar het veld trokken om daar de laatste aardappelen (erpels) bloot te leggen. In Axel staat het beeld de erpelkapper als herinnering aan deze tijd.
Inwoners Zaamslag
De inwoners van Zaamslag worden Stropielekkers genoemd. In goed Nederlands betekent dit strooplikkers. In vroegere tijden kwam er een man in Zaamslag die stroop verkocht. De stroop zat in een grote ton met een kraantje erin. Deze ton stond op een kar. De kraan lekte altijd en dit had als gevolg dat er mensen met een pannetje achter de kar aanliepen om de stroop op te vangen. Het beeld van de kar met een groep mensen met pannetjes erachter heeft de inwoners van Zaamslag de bijnaam stropielekkers opgeleverd. Ook deze spotnaam heeft een kunstenaar geïnspireerd tot een beeld wat in Zaamslag te vinden is.
Inwoners Hulst
De inwoners van Hulst worden ook wel vossen genoemd. Dit is een verwijzing naar het middeleeuwse verhaal over Reynaart de Vos. Dit verhaal is afkomstig uit het land van Hulst. Meer lezen hierover kan in het artikel:
Hulst en den vos Reynaerde.
Inwoners Aardenburg
Lang geleden kreeg de plaatselijke fanfare van Aardenburg nieuwe uniformen. Deze uniformen waren wel heel erg groen uitgevallen en tijdens opvoering vielen ze nogal op. De mensen uit de omliggende dorpen gingen de inwoners van Aardenburg hierdoor kikkers noemen. Tegenwoordig wordt het als een erenaam gezien en je ziet de kikker in het plaatsje dan ook over terug.
Inwoners Boerengat
Niet echt een bijnaam, maar wel een wonderlijke benoeming is Gattenaren voor de inwoners van het gehuchtje Boerengat, wat nabij Hoek (gemeente Terneuzen) lag. Het plaatsje is inmiddels verdwenen omdat het te dicht bij een grote chemische fabriek (toentertijd DOW geheten) lag. De bewoners werden uitgekocht en sindsdien is het een spookdorpje, onder de rook van de fabriek.
Inwoners Ossenisse
Ossekoppen worden de inwoners van Ossenisse genoemd en die naam dragen ze niet alleen tijdens de carnaval. Carnaval wordt hier uitbundig gevierd, maar de naam ossekoppen danken ze vooral aan hun dwars imago. Het gebeurt vaker dat carnavalsnamen ontstaan zijn uit spotnamen die door de omliggende dorpen gebruikt werden om de plaats en zijn bewoners belachelijk te maken.
Reactie
W. D. M. Kaijser, 24-06-2018
De bijnaam van "Vossen" voor Hulstenaren is pas in de 60-er jaren in gebruik gekomen, door de (her)invoering van Carnaval en de groeiende belangstelling voor het epos "Van den Vos Reinaerde". De oorspronkelijke bijnaam voor Hulstenaren luidde (en luidt) nog steeds als "Kallesaischaiters" (kasseien zijn de gebruikelijke bestratingsstenen (kinderkopjes, maar groter), waarmee Hulst geplaveid was als stad. Het woord is in duidelijk, aan het Antwerps gerelateerde, Hulster dialect.
Reactie infoteur, 25-06-2018
Bedankt voor deze aanvulling.