Het Mongoolse rijk en Dzjengis Khan
Het Mongoolse rijk was één van de grootste rijken die er ooit ter wereld is geweest. Het reikte op zijn hoogtepunt van Zuidoost-Azië tot aan Oost-Europa. Wanneer ontstond dit rijk en onder welke leiders werd het zo groot? Hoe zag het leven van dit volk eruit? En wanneer kwam er een einde aan dit machtige rijk?
De stichting van het Mongoolse rijk
Op de vlakten van Centraal-Azië werd in het jaar 1206 een nieuw rijk gesticht. Dit was het Mongoolse rijk, dat zich op zijn hoogtepunt zou uitstrekken over een enorm gebied dat van Zuidoost-Azië tot Oost-Europa liep. Voor 1206 woonden de Mongolen in verschillende rondtrekkende stammen met allemaal een eigen leider. Deze leiders werden khans genoemd. De stammen hadden regelmatig conflicten met elkaar. Zo ook ten tijde van Temujin. Toen Temujins vader werd gedood in de strijd tussen twee stammen, kreeg Temujin bepaalde rechten die zijn vader als belangrijk persoon binnen de stam ook had gehad. Temujin begon verschillende stammen te onderwerpen en verkreeg hierdoor steeds meer macht. Toen zijn naaste rivalen dood waren, bracht Temujin alle stammen onder zijn heerschappij. Sommige stammen sloten zich vrijwillig bij hem aan, andere moest hij eerst zien te onderwerpen. In 1206 liet Temujin zich kronen tot khan, waarbij hij werd uitgeroepen tot Dzjengis Khan, ofwel de opperste leider. Dzjengis Khan was een intelligente leider die het volk tot een eenheid wist te maken en er orde in aanbracht.
Dzjengis Khan
Voor Dzjengis Khan leider van het Mongoolse rijk werd, vielen Mongoolse stammen China al binnen in pogingen het te veroveren. Dzjengis Khan had een sterk en georganiseerd leger en viel China eveneens binnen in 1211. Met zijn leger ontwierp hij verschillende technieken waarmee hij meer succes had dan eerdere khans. In 1215 slaagden ze erin de Chinese hoofdstad Yanjing (nu Beijing) in te nemen. In 1217 werd ook Korea veroverd door de Mongoolse strijders. Karakorum werd tot nieuwe hoofdstad van het rijk gemaakt. Een jaar later hadden de Mongolen hun gebied aan de westkant uitgebreid tot aan de Kaspische Zee, in het zuiden liep het tot aan de Perzische Golf en de Arabische zee. In 1219 trokken de Mongolen naar de islamitische landen. Ze vielen het rijk Khwarezm binnen (nu delen van Oezbekistan, Kazachstan en Turkmenistan) en veroverden ook dit, net als Transoxanië (groot deel van het huidige Oezbekistan) en Perzië (het Midden-Oosten met Iran als centrum). In India, Afghanistan en Rusland werden vele steden geplunderd en legers overwonnen, hoewel de Mongolen hiermee hun gebied niet uitbreidden. Vervolgens trok een Mongools leger onder leiding van Batu Khan, een kleinzoon van Dzjengis Khan, naar Europa. Hier vielen ze in 1224 Polen en Hongarije binnen.
Ögedei
In 1227 stierf Dzjengis Khan. Het rijk werd verdeeld onder zijn zoons, en zijn zoon Ögedei werd aangewezen als degene die de nieuwe leider van het rijk moest worden. Ögedei werd in 1229 de nieuwe khan, nadat zijn broer Tolui twee jaar als regent had geheerst. Ögedei was minder streng dan zijn vader en liet het veroveren van gebied liever over aan zijn generaals. Batu Khan bleef een belangrijke figuur in het leger, evenals Subotai die ook bij Dzjengis Khan een belangrijk militair leider was. De veroveringen in Europa duurden voort en Polen en Hongarije werden aan het rijk van de Mongolen toegevoegd. Er ontstond een oorlog met China die tot een aantal jaar na de dood van Ögedei zou duren. Batu Khan en Subotai vielen ook Rusland binnen en veroverden het land. In 1241 stierf Ögedei. Daarop trok zijn leger zich terug naar het Mongoolse rijk, waarmee de verovering van Europa een halt werd toegeroepen.
De ondergang van het Mongoolse rijk
In de jaren na de dood van Ögedei heersten verschillende leiders over de Mongolen. Het rijk bloeide niet meer zoals tevoren, maar het bleef een groot rijk. In 1260 kreeg Koeblai de leiding en leefde het rijk weer op. Koeblai Khan richtte zijn aandacht op China, op dat moment technologisch een zeer ontwikkeld land. Hij vestigde zich in Khanbalik (nu Beijing) en maakte dit tot nieuwe hoofdstad van het Mongoolse rijk. Hij nam ook de titel van Chinese keizer aan. In 1274 stuurde hij een leger naar Japan, maar deze tocht mislukte, evenals de aanval die hij in 1281 op Japan begon. Beide keren was een storm de oorzaak van de falende tocht. In 1279 lukte het de Mongolen uiteindelijk China te verslaan en heerste Koeblai Khan over heel China, na een langdurige oorlog die was ontstaan ten tijde van Ögedei. In 1294 stierf Koeblai Khan. Na zijn dood zette de ondergang van het rijk in. Het viel in kleine delen uiteen, waarmee er langzaam een einde kwam aan één van de grootste rijken ter wereld ooit.
De strijd
De Mongolen waren een nomadisch volk. Ze woonden in tenten die gemaakt waren van vilt. Deze werden joerten genoemd en van woonplek naar woonplek meegenomen. Ze werden op wagens gezet die werden getrokken door ossen. Daarnaast hielden ze dieren als schapen, geiten en paarden. De paarden waren ten eerste belangrijk omdat de merries melk gaven die de Mongolen dronken. Ook werden ze gebruikt in de strijd. De Mongolen vochten namelijk vooral vanaf hun paarden. Het waren zeer goede ruiters, die gezeten op hun paard hun pijl en boog gebruikten om op de vijand te schieten. Elke strijder had meerdere paarden tot zijn beschikking, zodat er altijd een fit paard was. Naast pijl en boog werden ook zwaarden en lansen gebruikt voor gevechten van dichtbij. De Mongolen werden gevreesd door andere volkeren. Ze stonden bekend als geharde en meedogenloze krijgers die na een overwinning geen genade kenden.
Wetten en handel
De Mongolen hadden niet één religie. De verschillende volkeren en stammen die het Mongoolse rijk zouden gaan vormen hadden elk hun eigen geloof toen Dzjengis Khan ze verenigde. Hij legde zijn volk geen godsdienst op, maar stelde dat alle godsdiensten gelijk waren. Er werden wetten vervaardigd om bepaalde regels vast te leggen, waaronder een verbod op lijfstraffen en rechten voor vrouwen. De rechtspraak werd ontwikkeld om de wetten te handhaven. Op deze manier zorgde Dzjengis Khan voor een georganiseerd rijk. Ook stimuleerde hij de handel. Zo werd er gehandeld met het Midden-Oosten en Europa. De Zijderoute was hiervoor belangrijk: deze route zorgde voor een bloeiende handel tussen aan de ene kant het oosten van Azië en China en aan de andere kant Europa en het Midden-Oosten.