De geheime dienst van het Romeinse Rijk
De 20ste eeuw (en vooral dan de Koude Oorlog) was de periode waarin de inlichtingendiensten ontstonden die vandaag nog ons beeld over de spionagewereld kleuren. Dode brievenbussen, dubbelagenten en technische snufjes bedoeld voor afluisterpraktijken zijn slechts enkele voorbeelden die er ongetwijfeld in dat beeld voorkomen. Spionnen en geheime diensten zijn echter geen dingen die volledig in de 20ste eeuw zijn ontstaan. De KGB, Stasi of CIA hebben al veel oudere en archaïsche voorgangers. Ook Napoleon had een dienst voor militaire informatievergaring die essentieel was om zijn tactische manoeuvres te bepalen. Deze spionnen hadden echter niet de beschikking over technische snufjes, net zoals de "geheim agenten" van het Romeinse Rijk dit ook niet hadden. In dit artikel zal kort worden besproken of er in het Romeinse Rijk sprake was van een inlichtingendienst in de moderne zin van het woord en met welke taken deze "geheime agenten" werden belast.
De Frumentarii
De Frumentarii, een geheim leven?
Een eerste groep mensen die in de buurt kwam van een volwaardige inlichtingendienst waren de Frumentarii. De term slaagt op de personen die deze taak uitoefenden, maar kan gerust als synoniem worden gebruikt om een organisatie te beschrijven. De term "politie" in onze hedendaagse context gebruikt deze zelfde logica. De "politie" kan immers zowel slagen op de organisatie als op een groepje van minimum twee agenten ("De politie is daar"). De Frumentarii waren losjes verbonden met het Romeinse militaire apparaat, maar genoten toch een aparte status die duidelijk terugkomt na onderzoek van archeologische bronnen. Grafonderzoek heeft uitgewezen dat de Frumentarii zelf zeer trots waren op de status die ze bezaten. Dit toont niet alleen aan dat de organisatie een zeker aanzien had in het Romeinse Rijk, maar ook dat deze mensen niet zo'n stiekem en verborgen leven leidden zoals spionnen dat vandaag doen. Integendeel, ze hadden een hoge sociale status en gebruikten deze ook. Het leverde hen de haat van de maatschappij op, in die mate dat Diocletianus de organisatie in de 3de eeuw liet ontbinden.
Ontstaan en taken
De Frumentarii waren oorspronkelijk slechts graanverzamelaars die spionage en inlichtingenvergaring als extra taak erbij namen. Zo hielpen ze onder meer al lang voor hun officiële aanstelling tot spionagedienst door Hadrianus (daarover later meer) mee aan militaire operaties. Frumentarii werden ingeschakeld voor het bepalen van de vijandelijke locatie, het in kaart brengen van bevoorradingsplekken zoals graanschuren en het zoeken naar gunstige land-en communicatieroutes. De ingeschakelde Frumentarii hadden een goede kennis van het landschap. Dit stond de legioenen bij in het bepalen van hun bevoorradings- en gevechtsstrategie.
In de 2de eeuw kwamen de Frumentarii onder de aandacht van keizer Hadrianus in de 2de eeuw. Hij had dringend nood aan een echte, georganiseerde inlichtingendienst die in het hele Romeinse Rijk zou opereren. Een volledige nieuwe dienst oprichten was zeer omslachtig en daardoor niet gewenst. De Frumentarii waren echter mannen met veel kennis van de provincie die hen als graanverzamelaar was toegewezen. Nog belangrijker was het contact dat ze veelvuldig hadden met de lokale bevolking van dit gebied, een uitstekende gelegenheid tot spionage dus. Waar een inlichtingendienst is, is uiteraard ook de reputatie van machtsmisbruik en excessief geweld. Dit leidde ongetwijfeld tot de slechte reputatie die de organisatie al snel kreeg bij de bevolking, waardoor ze zoals al gezegd door Diocletianus werd ontbonden. Toch waren ze vermoedelijk meer dan 100 jaar in dienst geweest van de keizers. Ter vergelijking, de beruchte CIA bestaat nog maar vanaf 1947.
Agentes in rebus
De Agentes in rebus waren de directe opvolgers van de Frumentarii, waarschijnlijk opgericht door keizer Diocletianus. De exacte ontstaansdatum is niet bekend, maar zoals hierboven al besproken werden de Frumentarii door deze keizer ontbonden. Het is dus niet ondenkbaar dat Diocletianus meteen zorgde voor een opvolger. Officieel stonden de Agentes in rebus bekend als koeriers die rechtstreeks onder het bevel stonden van de magister officiorum. Ook was een niet onbelangrijke taak van de Agentes het beveiligen en superviseren van herbergen en wegen die deel uitmaakten van de cursus publius ( de postorganisatie van het Romeinse Rijk zeg maar). In zo'n functie is het niet moeilijk in te denken dat men wel eens in contact kwam met zaken die zeer interessant waren voor het keizerlijk hof. De Agentes in rebus rapporteerden hier dan ook aan. Dit gaf hen de reputatie van inlichtingendienst en zoals al geraden was dan ook de keerzijde van de medaille niet ver weg. De Agentes in rebus waren van belang voor het hof, maar kregen net als de Frumentarii een zeer slechte reputatie bij de bevolking. Ze werden onder meer beschuldigd van het terroriseren en uitbuiten van lokale bevolkingsgroepen. Er was echter niets geheim aan wat ze deden. In tegenstelling tot bij moderne inlichtingendiensten en in navolging van hun voorgangers de Frumentarii opereerden de Agentes in rebus volledig openbaar. Van een heuse "geheime politie" was dus niet echt sprake.
Conclusie
Dit artikel heeft uitgewezen dat het Romeinse Rijk weliswaar organisaties had die kunnen worden bestempeld als inlichtingendienst, maar met enkele fundamentele verschillen met de diensten die we vandaag kennen. Het grootste en belangrijkste verschil was de geheimhouding. Zowel de Frumentarii als de Agentes in rebus opereerden openbaar en waren fier op de status die hun functie met zich meebracht. Frumentarii lieten hun functie op hun grafsteen beitelen en gebruikten de status die ze hadden ook tijdens het leven. Van een dubbelleven was dus geen sprake. Een ander verschil was het gebrek aan professionalisering. De Frumentarii en Agentes in rebus waren dan misschien wel inlichtingendiensten, maar de mensen die hiervoor werkten hadden hiernaast nog een andere belangrijke functie. Bij de Frumentarii was dit het verzamelen van graan en bij de Agentes in rebus koerierdienst. We kunnen dus besluiten dat er zeker spionageorganisaties waren in het Romeinse Rijk, maar dat deze heel anders in elkaar zaten dan de CIA of MI6.