De vergeten geschiedenis van de mensenzoo
Eigenlijk kennen wij alleen maar de dierentuin waar we (inheemse) dieren van dichtbij kunnen bekijken in hun ‘natuurlijke’ leefomgeving. Maar dit is niet altijd zo geweest. Naast de dierentuin bestond er in de 19e en 20e eeuw ook een mensentuin. Dit was een soort dierentuin waar mensen en stammen uit verre en vreemde landen in hun ‘natuurlijke’ leefomgeving werden geplaatst zodat men hen kon bezichtigen tegen entreeprijs. Het is ongelooflijk maar waar. Natuurlijk is dit in de doofpot proberen te stoppen en is er niet heel veel bekendheid aan gegeven, toch heeft het wel degelijk bestaan.
De opkomst van de mensenzoo
In de 19e en 20e eeuw werden in Europa mensentuinen opgericht. Omdat er veel bekend was over ‘verre landen’ en mensen daar meer over te zien moesten krijgen, werden volkeren vanuit deze landen (Afrika, Zuid-Amerika) overgebracht naar verschillende plekken in Europa om ze ten toon te stellen. De dierentuinen vertoonden niet langer olifanten en apen, maar mensen die in een soort territorium omgeving geacht werden te leven zoals ze leefden in hun thuisland. Zo werden stammen onder toezicht op een bepaalde plek van het park gezet, met als doel ze zo natuurlijk mogelijk te laten leven met toeschouwers die dit nog nooit hadden gezien.
Het begon allemaal omstreeks rond 1870 tot aan de Tweede Wereldoorlog. Feitelijk kunnen we nog verder terug gaan, want de eerste verhalen van mensentuinen dateren uit de 16e eeuw, waar kardinaal Hippolytus Medici een collectie van mensen uit verschillende landen had. Daarnaast had hij veel exotische dieren.
Europa in de ban van de mensenzoo
In 1870 begonnen Frankrijk (Parijs), Duitsland (Hamburg), België (Antwerpen), Spanje (Barcelona en Milaan), Engeland (Londen) en zelfs Amerika (New York) met het openen van deze parken. Er kwamen per park al snel zo’n 200.000 tot 300.000 bezoekers per jaar om het tafereel van de vreemde mensen te aanschouwen. Feitelijk is het fenomeen ontstaan (volgens bronnen) in Duitsland, waar de directeur van enkele grote dierentuinen Somoan en Sami mensen wilde tentoonstellen. Dit bleek een succes. De enige voorwaarde was dat ze in hun ‘eigen’ leefomgeving getoond werden. De andere steden volgden snel en in een mum van tijd was Europa overladen met dit soort parken waar andere mensen werden tentoongesteld.
Niet alleen werd verwacht dat men moest doen zoals ze thuis deden, soms werden er ook acts verwacht. Zo werden er buikdansacts opgevoerd, werden bepaalde volkeren geleerd om trucs uit te halen om het bezoekersaantal omhoog te halen en de bezoekers op hun gemak te stellen.
Vanaf 1870 bleef het succes groot en daarom stichtte men in 1914 ook een mensenzoo in Noorwegen. Dit is niet een van de meest bekende historische landen die hieraan mee deed, maar ze hadden vijf maanden zo’n tachtig mensen van Afrikaanse afkomst in hun zoo. Ze leefden in ‘Congo Village’ in Oslo.
Sarah Baartman
Eén van de meest opzienbarende verhalen komt van Sarah Baartman. Dit geeft een mooie indruk hoe men van hun land naar Europa reisde, onder welke voorwaarde en hoe een heel andere verwachting werd gecreëerd. Dit is een van de weinige verhalen die bewaard is gebleven.
Sarah Baartman was 20 jaar en leefde in Zuid-Afrika en zou het begin zijn van een mensenzoo. Ze was door een exotische dierenhandelaar gevraagd of ze van Cape Town naar Londen wilde reizen. Dit gebeurde in 1810. Ze zou onderdeel uitmaken van een belangrijke tentoonstelling. Sarah stemde hier vrijwillig mee in onder de voorwaarde dat ze bekendheid zou krijgen. Sarah was uitgekozen omdat ze precies was wat in de ogen van de dierenhandelaar een Zuid-Afrikaanse vrouw was.
Toen ze in Londen arriveerde begon de tentoonstelling. Maar hoewel Sarah had gedacht dat het voor haar bekendheid was, liep het heel anders. Ze werd opgesloten in een kooi met te strakke kleding en diende als attractie. Later reisde ze af naar Parijs, dit gebeurde vele jaren later. Daar werd ze niet beter behandeld. Uiteindelijk belandde Sarah in de prostitutie en werd ze alcoholist. In totaal was ze vier jaar in Europa geweest toen ze stierf.
Afschaffing van de mensenzoo
Tot aan de Tweede Wereldoorlog zijn deze parken geopend geweest. Alleen al in België zijn zo’n 267 mensen gestorven in het park en zonder eer begraven in anonieme graven. Door veel weerstand (men zag in dat het toch onmenselijk was), schafte men de mensenzoo af. Natuurlijk probeerden veel landen dit in de doofpot te stoppen. Er is daardoor weinig bekend over deze parken, maar er is zeker informatie over te vinden. Dit wordt niet geleerd in geschiedenislessen op school, niemand zal toegeven (als ze in die tijd leefden), dat ze nog naar een mensenzoo zijn geweest. Allerminst is het een belangrijk onderdeel van de geschiedenis en mag die niet vergeten worden.