Anne Frank, het meisje in het achterhuis
De meeste mensen kennen het verhaal van de Tweede Wereldoorlog wel. De meesten weten wel hoe de Joodse mensen vervolgd en vermoord werden. En ook de meeste mensen kennen het verhaal van Anne Frank wel. Voor degenen die het nog niet weten of er nog eens over willen lezen; dit artikel gaat over Anne Frank, het meisje wat een dagboek bijhield in de Tweede Wereldoorlog.
Voor de oorlog
Anne Frank was een Joods meisje, dat samen met haar ouders in Frankfurt woonde. Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam, werd de Jodenhaat en de Jodenvervolging helaas al snel duidelijk. De familie van Anne Frank voorzag grote problemen en besloot uit angst voor de nazi's in 1934 naar Amsterdam in Nederland te verhuizen. Anne was toen nog maar vier jaar oud. Hier voelde de familie zich een stuk veiliger, ondanks de berichten over de vervolgingen in Duitsland. Anne had een oudere zuster, Margot en samen gingen ze in Amsterdam naar school, ze beleefden een zorgeloze jeugd. Hun vader was bedrijfsleider van het Nederlandse filiaal van het Duitse Opekta en daarnaast had hij nog een kruidenierszaak. De veiligheid was echter maar van korte duur. De Tweede Wereldoorlog brak in september 1939 uit en toen veranderde die veiligheid, in alle Europese landen.
Op 10 mei 1940 begonnen de Duitse troepen het neutrale Nederland (en België en Luxemburg) aan te vallen. Vanaf toen viel Nederland onder Duitslands heerschappij. De Joden in Nederland werden nu ook vervolgd, net als in Duitsland. De situatie verslechterde snel voor de familie Frank. Er kwamen steeds meer maatregelen tegen de Joden, er werd ze steeds meer rechten ontnomen. Zo mochten Joden bijvoorbeeld niet meer met de tram reizen, ze moesten hun fietsen afstaan en ook autorijden was niet meer toegestaan. Theatervoorstellingen en bioscopen waren verboden en ze mochten ook geen lid meer zijn van sportverenigingen. En dan was er nog de Davidsster, die alle Joden op hun kleding moesten dragen.
Het Achterhuis
In die tijd vernam Anne's moeder dat ze zich moest melden voor een transport, omdat Anne's zuster Margot naar een werkkamp gebracht zou worden. In werkelijkheid waren dit geen werkkampen, maar concentratiekampen, waar de Joden vastgehouden, gemarteld en omgebracht werden. De hele familie besloot toen zich te verstoppen in de ruimte achter het het bedrijf van vader Frank, wat daarvoor al voorbereid was. Dit werd het Achterhuis genoemd. De toegang tot het Achterhuis werd verborgen door een boekenkast, die gemaakt werd door de opzichter van het bedrijf van Otto Frank. Deze kast functioneerde als draaideur.
De familie dook onder, gelukkig werden ze toen ook niet gevonden. Ze hadden het doen laten voorkomen alsof ze naar Zwitserland gevlucht waren. De familie Frank was niet alleen in deze ruimte. Fritz Pfeiffer en de familie Pels moesten zich ook verstoppen, zij kwamen er ook bij. Er leefden dus uiteindelijk acht personen in deze kleine ruimte. Ze konden de woning niet verlaten en ze moesten altijd zachtjes doen, uit angst dat ze opgemerkt zouden worden. Ze leefden dagelijks in angst en onzekerheid. Doordat ze met zoveel mensen op een klein oppervlak leefden, konden problemen en ruzies natuurlijk niet uitblijven. Bovendien waren de families voor alles aangewezen op andere mensen, die hun wilden helpen (medewerkers van het bedrijf van Otto Frank), hun voedsel brachten en hun op de hoogte hielden van het nieuws. Deze vier mensen hebben zonder aarzelen toegestemd toen ze gevraagd werd of ze de familie Frank wilden helpen, hoewel ze wisten dat er strenge straffen op stonden. Bij ontdekking hadden ze gedeporteerd, gevangen gezet of zelfs gedood kunnen worden.
Verraden
Deze mensen woonden bijna twee jaar in het Achterhuis, toen ze het nieuws kregen te horen over een geallieerde landing in Normandië. Anne kreeg dit ook mee en schreef in haar dagboek dat ze hoopte dat ze in september of oktober weer naar school mocht. Helaas werden ze voor die tijd verraden. Op 4 augustus 1944 werden ze door de Geheime Staatspolitie gevonden, het is nooit duidelijk geworden wie ze verraden heeft. Ze werden allemaal op transport gezet naar het beruchte vernietigingskamp Auschwitz in Polen, met als tussenstop Westerbork. Mannen en vrouwen werden bij de aankomst op het station van elkaar gescheiden. Anne's vader zag daar dus zijn vrouw en dochters voor de laatste keer. Anne en haar zuster Margot werden een maand later naar Bergen Belsen getransporteerd, waar ze zwaar lichamelijk werk moesten verrichten. Hun moeder was te zwak om dit werk te doen, zij moest achterblijven in Auschwitz. Ze werd daar ziek en stierf in januari 1945. In de laatste oorlogswinter verslechterde de toestand in Bergen Belsen heel erg. De mensen leden honger, dorst, hadden het verschrikkelijk koud en raakten uitgeput. Er braken allerlei ziektes uit. Een paar weken voor de bevrijding werden Anne en Margot ziek, ze kregen tyfus, een gevaarlijke infectie. Margot stierf eerst, een dag later, in maart 1945 overleed Anne ook. Ze is 16 jaar geworden.
Dagboek
Tijdens de onderduikperiode heeft Anne veel boeken gelezen en haar eigen gedachten en belevenissen schreef ze ook op. Toen ze twaalf jaar werd, kreeg ze een dagboek en daar schreef ze alles op wat in haar opkwam. Ze noemde haar dagboek Kitty en daaraan vertrouwde ze alles toe. Zo wilde ze na de oorlog het liefst schrijfster of journaliste worden en ze wilde ook dat haar dagboek uitgegeven zou worden. In tegenstelling tot Anne zelf heeft haar dagboek de oorlog wel overleefd. Na de oorlog werd het dagboek gevonden en, zoals Anne graag wilde, werd het uitgegeven. Anne's vader Otto Frank overleefde als enige de oorlog en de daarbij behorende Jodenvervolging, hij was ook degene die Anne's dagboek uit liet geven.
Het dagboek van Anne Frank is een beschrijving over het lijden van de Joodse bevolking en over de wil van een meisje om te leven. Het dagboek werd in 67 talen vertaald en tot nu is het één van de meest gelezen boeken ter wereld. Het herinnert ons aan de misstanden van de nazi's, het is een symbool voor het lijden van alle onschuldigen in die tijd. Het huis waar Anne en haar familie zich verstopten, is inmiddels een beroemd museum geworden.