De hoofdman en de prinses van Drouwen (Drenthe)
Bij de Drentse plaats Drouwen werden in de 20e eeuw twee vondsten uit de bronstijd gedaan, die grote bekendheid kregen in de wereld van de archeologie. In 1927 vond men een opvallend graf van een man uit de prehistorie, die van de archeologen als bijnaam kreeg: 'de hoofdman van Drouwen' (sommige historici noemen hem ook wel 'het stamhoofd van Drouwen'). In 1939 vond men bij Drouwen een grote verzameling bronzen voorwerpen, die waarschijnlijk van een vrouw uit de bronstijd waren geweest. Die vrouw gaf men als bijnaam 'de prinses van Drouwen'. Hoewel de gezamenlijke benaming van deze twee personen, 'de hoofdman en de prinses van Drouwen' doet vermoeden dat het om een vader en een dochter gaat, is dat beslist niet het geval. De 'hoofdman van Drouwen' leefde namelijk circa 700 jaar eerder dan de 'prinses van Drouwen'.
De vondst van de hoofdman van Drouwen
In de jaren '20 van de 20e eeuw vond er een uitgebreid archeologisch onderzoek plaats in een tumulus (grafheuvel) nabij Drouwen. In eerste instantie vond men daar veel ijzeren voorwerpen uit de periode van de grote volksverhuizingen (de periode rond het jaar 400 na Christus). Toen de archeoloog
A.E. van Giffen het laatste stukje van de tumulus onderzocht, trof hij daar tot zijn verbazing een graf aan dat bijna 2000 jaar ouder bleek te zijn dan bijna alle andere gevonden voorwerpen.
Het graf stamde waarschijnlijk uit de periode rond 1500 voor Christus en was rijk gevuld met 'grafgiften' (voorwerpen die men aan de overledene meegaf voor in het hiernamaals). De vondst van deze grafgiften was van groot historisch belang. De beroemde historicus Dr. J.J. Butler schreef hierover: 'Zonder twijfel de beste indruk van de wapens en uitrusting van een krijger en stamhoofd uit de vroege Bronstijd wordt in Nederland geboden door de inhoud van het 'Sögel'-krijgersgraf in Drouwen.'
Wat werd er gevonden?
Van het lichaam van de krijger was in het graf niets overgebleven. Dat is vaak het geval bij zeer oude graven in niet-kalkhoudend zand. Toch was de plek te bepalen waar waarschijnlijk het hoofd van de man had gelegen: men vond twee ringen, wat hoogstwaarschijnlijk de oorringen waren die hij droeg toen hij werd begraven. Het graf bevatte ook een breed zwaard, met een versiering op de kling. Dit wordt beschouwd als het oudste zwaard dat ooit in Nederland is gevonden. Ook vond men diverse pijlpunten van een zeer goede kwaliteit. Ze waren gemaakt van doorschijnende, oranje-grijze vuurstenen. Verder vond men onder meer een bronzen scheermes, een gepolijste slijpsteen (van zwart lydiet), een vuurstenen vuurslag en het blad van een bronzen bijl.
Vergeleken met andere graven uit de bronstijd die in Nederland gevonden werden, was dit graf bij Drouwen buitengewoon rijk aan grafgiften (zowel kwantitatief als kwalitatief). Daarom gaan veel historici er vanuit dat de hier begraven persoon indertijd buitengewoon belangrijk moet zijn geweest. Vandaar dat men hem als bijnaam heeft gegeven: de hoofdman (of het stamhoofd) van Drouwen.
De vondst van de prinses van Drouwen
Eind jaren dertig werden er grote ontginningswerkzaamheden verricht bij Drouwen. Bij die werkzaamheden ontdekte men urnenvelden en 'kringgreppels' (ronde greppels die in de prehistorie zijn aangelegd rond onder meer grafheuvels). Men besloot om de befaamde archeoloog
A. E. van Giffen hier uitgebreid onderzoek naar te laten doen.
Sinterklaasavond
Professor dr. H. Brunsting assisteerde Van Giffen bij dit onderzoek. Hij vertelde later dat de grootste vondst van deze opgravingen op een tamelijk ongelukkige datum werden gedaan: 5 december. De werklieden die waren ingehuurd, hadden eerder al aangegeven dat ze die dag zeer bijtijds naar huis wilden gaan om Sinterklaasavond te vieren. Normaal gesproken was dat geen probleem. Er werd niet verwacht dat er die dag iets groots en meeslepends zou worden gevonden. Maar plotseling vond men een grote hoeveelheid bronzen voorwerpen, die men daar natuurlijk niet onbewaakt kon laten liggen tot de volgende dag. De opgraving van deze enorme historische schat werd haastiger en slordiger gedaan dan eigenlijk wetenschappelijk verantwoord is, omdat men hoopte om toch nog op tijd thuis te zijn voor sinterklaasavond.
Wat werd er gevonden?
Er werden circa 25 voorwerpen gevonden, waaronder opvallend veel armbanden. Tot de opvallendste objecten behoren een brilfibula (een mantelspeld) en een rijkelijk versierde hangbekken van brons. Wat deze twee objecten mede zo interessant maakt, is dat deze waarschijnlijk waren geïmporteerd uit Scandinavië. Dit heeft geleid tot heel wat speculatie over mogelijke ruilhandel of andere contacten van inwoners van de lage landen, met de bewoners van Scandinavië, in deze prehistorische tijd (de achtste eeuw voor Christus).
Speculaties: een graf of een opbergplek?
Deze grote schat uit de bronstijd heeft in de loop der jaren sowieso voor veel speculatie gezorgd. Sommigen concludeerden dat op die plek een graf had gelegen en dat dit de grafgiften waren voor een belangrijke dame, die als bijnaam kreeg: 'de prinses van Drouwen'. Anderen wilden die conclusie niet delen, aangezien er te weinig aanwijzingen waren dat die bronzen voorwerpen daadwerkelijk in een graf hadden gelegen.
Ze werden immers gevonden in een greppel naast (en dus niet op) een plek die als begraafplaats en urnenveld gebruikt was. Als het werkelijk om een graf van een belangrijk persoon zou gaan, zou het dan niet waarschijnlijker zijn dat graf zich centraal op de begraafplaats zou bevinden en niet in een kringgreppel die eigenlijk naast de begraafplaats lag? En bovendien: er waren geen stoffelijke resten (of bijvoorbeeld een urn met as) gevonden op de plek waar de bronzen schat werd gevonden. Dit is echter niet ongewoon aangezien stoffelijke resten vaak na zoveel tijd al vergaan zijn. En bovendien is het niet zeker dat er niet bijvoorbeeld toch nog verkoolde resten op die plek hebben gelegen, aangezien deze opgraving nogal haastig en slordig is gedaan.
Maar waarom lagen die bronzen voorwerpen daar dan, als er op die plek geen graf was en het dus geen grafgiften waren? Daarvoor is een zeer simpele verklaring mogelijk: misschien was deze plek, nabij de begraafplaats, simpelweg een opbergplek waar waardevolle dingen werden verborgen, bijvoorbeeld wanneer er gevaar dreigde van oorlog of roversbendes.
Drents Museum
De bronzen voorwerpen van de 'prinses van Drouwen' zijn later naar het Drents Museum overgebracht. Daar zijn ze een belangrijke onderdeel van een imponerende collectie van prehistorische voorwerpen, waaronder de
'Boot van Pesse' (de oudste boot ter wereld) en diverse voorwerpen van de
'prinses van Zweeloo'. Ook bevinden zich in dat museum diverse beroemde prehistorische veenlijken, waaronder het
'meisje van Yde'.
Albert van Giffen
De opgravingen van zowel de hoofdman als de prinses van Drouwen vonden plaats onder leiding van
Albert Egges van Giffen (1884-1973). Hij behoorde tot de belangrijkste Nederlandse archeologen. Van Geffen deed veel onderzoek naar hunebedden en kreeg daarom als bijnaam de 'vader van de hunebedden'. Daarnaast kreeg hij in Drenthe ook de bijnaam 'het Spittertien', omdat men hem daar zo vaak in de grond zag spitten, op zoek naar historische schatten.
Drouwen
Drouwen is een dorp in het Noord-Oosten van Drenthe met circa 500 inwoners (anno 2020). Het ligt in het heuvelgebied 'de Hondsrug', tussen Borger en Gasselte. De omgeving van Drouwen werd reeds erg lang geleden bewoond. Zo werd er bij Drouwen een vuistbijl gevonden die meer dan 60.000 jaar oud is. (In die periode was de laatste ijstijd nog bezig.) Ook bevinden zich rondom Drouwen diverse hunebedden, die stammen uit de periode tussen 3500 en 3000 voor Christus.