De geschiedenis van Aardenbug (Zeeland)
Aardenburg is een plaats in Zeeuws-Vlaanderen met een grote en rijke geschiedenis. Het wordt beschouwd als de oudste stad van Zeeland. De fundamenten voor de plaats Aardenburg werden letterlijk en figuurlijk gelegd in de Romeinse tijd. Aardenburg beleefde zijn grootste bloeiperiode in de Middeleeuwen. In die tijd was Aardenburg ook een belangrijke bedevaartsplaats, ter ere van de heilige maagd Maria.
Prehistorie
De plek waar Aardenburg ligt werd al bewoond in de prehistorie. De oudste bewijsstukken van bewoning van deze plek stammen van ongeveer 4500 jaar voor Christus. Hoogstwaarschijnlijk was het in de prehistorie echter slecht een plek waar rondtrekkende stammen incidenteel tijdelijk verbleven en was er toen nog geen sprake van een permanent bewoonde nederzetting.
Romeinse tijd: Castellum Rodanum
Een buitengewoon belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van Aardenburg, was het besluit van de Romeinen om op deze plek in het jaar 174 na Christus een Castellum te bouwen. Dit was een legerkamp, dat met name bedoeld was voor de kustbewaking. Hier werden circa 300 soldaten gehuisvest. Bij het Romeinse fort ontstond een dorpje, dat te beschouwen is als een voorloper van de stad Aardenburg.
Het fort en de nederzetting vormden samen enige decennia een belangrijke handelsknooppunt in deze regio. Men handelde er onder meer in aardewerk, vis en zout. Rond het jaar 225 werd het fort door de Romeinse soldaten verlaten. In de daaropvolgende jaren werden de nederzetting en enige gebouwen van het fort waarschijnlijk nog wel bewoond en gebruikt door burgers. Rondom het jaar 260 werd het fort weer in gebruik genomen als militair bolwerk, ditmaal door troepen van het Gallische Keizerrijk (een afsplitsing van het Romeinse Rijk, met als hoofdstad Augusta Treverorum, het latere Trier). In 274 kwam er een einde aan het Gallische Keizerrijk en daarmee kwam er ook een einde aan de militaire aanwezigheid van de Gallische troepen in Aardenburg.
Aan het einde van de derde eeuw was behalve het fort ook de handelsnederzetting (het dorp) nagenoeg verlaten. Hier zijn meerdere mogelijke redenen voor. Mogelijk was de nederzetting, na het verdwijnen van de militairen die hun konden verdedigen, ten prooi gevallen aan invallen van Germaanse bendes. Daarnaast was de plek waar de nederzetting gevestigd was, mogelijk vanwege natuurlijke redenen minder aantrekkelijk geworden (bijvoorbeeld het dichtslibben van vaarwegen) om als handelsplaats te dienen.
Naamgeving
Wat is de oorsprong van de plaatsnaam Aardenburg? In de Romeinse tijd zou deze plaats aan een riviertje hebben gelegen, dat vermoedelijk als naam droeg: Rudanna. Het Romeinse fort kreeg een benaming, die aan deze rivier zou zijn ontleend: Castellum Rodanum. Er bestaan diverse theorieën waarin men probeert te verklaren, hoe de naam Rodanum in de loop van vele eeuwen uiteindelijk verbasterd is in Aardenburg.
Er bestaat ook een andere bekende verklaring voor het ontstaan van de plaatsnaam Aardenburg. Deze theorie heeft duidelijk vele malen minder aanhang onder de wetenschappelijke onderzoekers, maar deze naamsverklaring is in al zijn simpelheid toch te mooi en te bekend om op deze plek niet vermeld te worden. Op een gegeven werd er een grote omwalling van zand rond deze plaats gebouwd. Daardoor zag de plaats er toen uit als een 'Aarden Burcht'. Zo zou men daarom deze plaats dus gaan noemen en later zou dat lichtelijk verbasterd zijn tot 'Aardenburg'.
Middeleeuwen
Zoals veel kuststreken in Europa, had ook het gebied waar Aardenburg lag in de 9e eeuw regelmatig zwaar te kampen onder de invallen van Vikingen. Het gebied was indertijd een zogenaamde 'leen' (binnen het Middeleeuwse leenstelsel) van monnikenorde uit Gent. Hun thuisbasis was de Sint-Baafsabdij in Gent, die vernoemd was naar Sint Bavo.
Toen de streek bijgekomen was van de zware invallen en plundertochten van de Vikingen, gingen de monniken bezig met het opbouwen en uitbouwen van de plaats die later Aardenburg zou gaan heten. In het jaar 925 bouwden ze er een kerk die vernoemd werd naar hun patroonheilige: de Sint Bavokerk. Die kerk zou later nog diverse malen grotendeels verbouwd of zelfs helemaal herbouwd worden en in de 21e eeuw staat er nog steeds een Sint Bavokerk in Aardenburg.
Net als het geval was bij veel andere voormalige Romeinse nederzettingen, gebruikte men ook bij het opbouwen van de Middeleeuwse plaats Aardenburg veel fundamenten, bouwstenen, enzovoort, die nog over waren gebleven van de Romeinse tijd.
In de loop van de Middeleeuwen ging Aardenburg een nieuwe glorietijd beleven. In het jaar 1187 kreeg Aardenburg stadsrechten. De plaats was lid van de Londense Hanze en voerde volop handel met Britse, Vlaamse en Franse steden. In die Middeleeuwse bloeitijd was Aardenburg een plaats met ruim 5000 inwoners.
Bedevaartplaats: Mariadevotie
Behalve de hierboven genoemde Sint Bavokerk, stond er in het middeleeuwse Aardenburg nog een andere, grotere kerk: de Mariakerk. Volgens een legende zou deze reeds in de zevende eeuw zijn gesticht door de beroemde heilige Eligius. Waarschijnlijk werd de kerk in werkelijkheid echter pas in de negende of tiende eeuw gesticht, in opdracht van de Graaf van Vlaanderen.
Officieel was de Mariakerk in de Middeleeuwen de kerk voor de inwoners van het oostelijke deel van Aardenburg (parochie de Beooster Eede) en was de eerder genoemde Sint Bavokerk het kerkgebouw van het westelijke deel (parochie de Bewester Eede).
Aan het einde van de dertiende eeuw groeide de Mariakerk uit tot een internationaal befaamde bedevaartsplaats. Er stond in de kerk een Mariabeeld dat voor ‘menigvuldige mirakelen’ zou hebben gezorgd. Uit allerlei delen van Europa kwamen bedevaartgangers naar Aardenburg om bij dat beeld te bidden. Tot die bedevaartgangers behoorden onder meer diverse Engelse koningen en de Franse koning Filips IV.
Het befaamde Mariabeeld dat in de Middeleeuwen door zovelen werd aanbeden, werd in 1572 tijdens een beeldenstorm vernield door de Geuzen, samen met een groot deel van de rest van het interieur van de Mariakerk. In het jaar 1625 werd deze gehele kerk gesloopt.
Wonderen?
Welke grote wonderen waren er in de Middeleeuwen dankzij het Aardenburgse Mariabeeld geschied? Helaas is daar weinig over bekend. De door historici teruggevonden bronnen spreken doorgaans in abstracte termen over de vele grote wonderen die dankzij dat beeld hebben plaatsgevonden, zonder exacte feiten te noemen.
Maria met de inktpot?
In tegenstelling tot wat velen denken, heeft die Middeleeuwse Mariadevotie in Aardenburg niets te maken met het verhaal over ‘Maria met de inktpot’. Dat is namelijk een verhaal dat in een veel latere periode en in een andere plaats is ontstaan. Ergens in de 18e eeuw moet er verwarring en vermenging van enkele verhalen over Mariadevotie hebben plaatsgevonden, waardoor men (ten onrechte) ging veronderstellen dat het verhaal van ‘Maria met de inktpot’ oorspronkelijk met Aardenburg te maken had.
Als gevolg van die (feitelijk foutieve) aanname, is de katholieke gemeenschap in Aardenburg echter op den duur wel het mooie verhaal van ‘Maria met de inktpot’ in haar hart gaan sluiten. In het midden van de 19e eeuw werd er in Aardenburg een nieuwe Rooms-Katholieke kerk gebouwd: de Heilige Maria Hemelvaartkerk (of ook wel: de Maria Tenhemelopnemingkerk). Sinds 1871 staat er in deze kerk een beeld van ‘Maria met de inktpot’. Mede door dat beeld is Aardenburg sindsdien weer enigszins een centrum van Mariadevotie geworden, maar vanzelfsprekend heeft dit in de 19e, 20e en 21e eeuw nooit meer tot zulke massale pelgrimstochten en internationale faam geleid als in de Middeleeuwen.
Oorlog en neergang
De stad Aardenburg heeft in de loop der eeuwen veel te lijden gehad door oorlogen. 1383 was een inktzwart jaar in de geschiedenis van Aardenburg. De stad werd ingenomen door Gentenaars, die een groot deel van de gebouwen (waaronder de toenmalige Sint Bavokerk) verwoestten. Enkele eeuwen later, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, had de stad wederom zeer zwaar te lijden onder de oorlogshandelingen. Vervolgens werd in het rampjaar 1672 op dappere wijze een Franse aanval door de Aardenburgers afgeslagen. In 1830 werd Aardenburg, tijdens de Belgische Opstand, nog enige tijd bezet door Belgische troepen. In 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, was Aardenburg wederom het slachtoffer van oorlogsvoering: een groot aantal gebouwen in Aardenburg werd vernield.
De glorietijd van Aardenburg in perspectief
In de Middeleeuwen was Aardenberg een handelsstad van importantie, zeker vergeleken met andere steden in het gebied dat later Nederland werd. Het inwoneraantal dat Aardenburg toen had (ruim 5000), is ongeveer hetzelfde inwoneraantal als in die periode Utrecht had, terwijl bijvoorbeeld Leiden toen slechts 3000 inwoners had en Den Haag circa 2000 inwoners, terwijl Amsterdam rond het jaar 1300 slechts ongeveer 1000 inwoners telde.
Nederlands perspectief versus Vlaamse perspectief
Deze inwoneraantallen zeggen echter vooral ook iets over de opvallend kleine inwoneraantallen in de Middeleeuwen, van steden in het gebied dat later Nederland zou worden. Het Vlaamse Gent, dat in die periode één van de grote en belangrijke steden in Vlaanderen was, en voor Aardenburg indertijd als nabijgelegen handelsstad veel relevanter was dan de hierboven genoemde 'Nederlandse' steden, was vele malen groter: het telde circa 60.000 inwoners. Vergeleken met diverse Middeleeuwse steden buiten Europa, was echter ook Gent maar een relatief klein stadje: Bagdad telde rond het jaar 1200 ruim een miljoen inwoners, terwijl bijvoorbeeld in de stad Hangzhou (China) rond het jaar 1300 circa anderhalf miljoen mensen woonden.
De conclusie is dus gerechtvaardigd om het Middeleeuwse Aardenburg, wat betreft het gebied dat later Nederland werd, een grote stad te noemen, maar die kwalificatie verdient het niet in een breder, internationaal perspectief. Aardenburg had in de Middeleeuwen echter wel veel internationale faam en allure, maar dit kwam niet door haar inwoneraantal, omvang of belang als handelsstad, doch wel doordat het een vooraanstaande bedevaartsplaats was, waar men de Heilige Maagd kon aanbidden en waar, dankzij de moeder van God, alias de Troosteres der Bedroefden, allerlei wonderen zouden zijn gebeurd.
Lees verder