De Atlantikwall: Festung Norwegen
De Atlantikwall was een verdedigingslinie aan de kusten van Europa ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De Duitse bezetter bouwde de wall om een invasie van geallieerde krachten te voorkomen. Huis en haard moesten wijken voor de linie, die van de kust van Noord-Noorwegen tot aan de Franse zuidkust liep. De Atlantikwall in Noorwegen, door de Duitsers Festung Norwegen genoemd, was een bijzonder onderdeel van de linie. Met haar ruige landschap, enorme kustoppervlak en beperkte infrastructuur vormde de aanleg een grote uitdaging. Hoe was de Atlantikwall in Noorwegen opgebouwd en verschilde dat van de rest van Europa?
Korte achtergrond: Noorwegen in de oorlog
Verovering van Narvik
Er is enorm gestreden om de verovering van Noorwegen. Niet alleen tussen Duitse en Noorse troepen, maar ook tussen Duitse en geallieerde troepen, afkomstig uit Engeland. Vooral in Narvik was de strijd fel en dat had een reden. Narvik was een enorm belangrijke plaats voor het verschepen van ijzererts. De noordelijke Noorse kuststad wisselde uiteindelijk drie maal van eigenaar. Na twee marine oorlogen waarin de Britten eerst wonnen en vervolgens werden verslagen, was het lot in de derde oorlog, een landoorlog, weer aan Britse zijde. Daarop volgde echter een Brits plan om de troepen terug te trekken, gelijktijdig met de terugtrekking van troepen uit België en Frankrijk. De Noren konden hun stellingen zelf niet houden en de stad viel voor de rest van de oorlog in Duitse handen. In Noorwegen waren tijdens de oorlog zo'n 400.000 Duitse troepen gelegerd, een verhouding van 1 staat tot 8 (Noren).
Honger
Met het in Duitse handen vallen van Noorwegen werd ook een beslag gelegd op een groot deel van de industriële productie. Zo'n veertig procent daarvan konden de Noren voortaan zelf houden en de rest werd naar hun bezetter en enige nieuwe handelspartner verscheept. Er kwamen grote problemen met de voedselproductie en de burgers in de steden leden honger. Aan het einde van de oorlog werd de inwoners van de noordelijke provincie Norrland het leven zuur gemaakt door de terugtrekkende Duitsers. In navolging op de opstomende Sovjet troepen werden diverse plaatsen volledig in de as gelegd.
Belangen bij verkrijgen en behouden van Noorwegen
Hoewel Zweden neutraal was, waren de belangen bij het verkrijgen van de Noorwegen dusdanig groot dat daar bij dit land geen sprake van kon zijn. Er speelden verschillende zaken. Een was de gunstige ligging aan de Atlantische Oceaan; Duitsland kon van hieruit een poging doen de noordelijke Atlantische oceaan onder hun invloed te krijgen. Verder was Noorwegen rijk aan grondstoffen zoals ijzererts en olie. Ook is bekend dat de Duitsers in Noorwegen het zogenaamde 'zwaar water' produceerden, waarmee men hoopte een atoombom te kunnen bouwen. Voor deze productie van zwaar water waren ze afhankelijk van het land.
Festung Norwegen
Noorwegen staat bekend als het zwaarst gefortificeerde land van de Atlantikwall. Over de gehele kust verspreid werden kleine en grote stukken geschut geplaatst en diverse plaatsen aangewezen tot de hoogste categorie 'Festung'. Het ging daarbij om onder andere grote plaatsen en tactische havens, zoals Oslo, Christiansand, Stavanger, Bergen, Trondheim en Narvik. Een aantal van de steden golden als ideaal voor de bezetter om de gehele noordelijke Oceaan naar hun hand te zetten, een aantal vond men kwetsbaar voor de aanvallen van vijandige troepen.
Behalve de grote vestingplaatsen waren op diverse kustplaatsen groepen artillerie opgericht, vaak gericht tegen aanvallen vanaf zee en soms ook tegen aanvallen uit de lucht. Het meest intrigerend zijn waarschijnlijk de twee enorme forten die men in de bergen bouwde, waarover later meer.
Problemen bij de bouw
De Atlantikwall werd gebouwd aan de hand van een lijst vastgestelde standaard bunkerontwerpen, de standaardbouw. De Duitsers stuitten in Noorwegen echter op nieuwe uitdagingen. Er waren onvoldoende grondstoffen als beton en staal voorhanden om aan de vraag te voldoen. Ook werden de transportlijnen al gauw te lang en waren havens, wegen en het spoor niet toegerust op de grote hoeveelheden vervoer. Dit alles maakte dat men vaak moest improviseren met allerlei materiaal dat wel voorhanden was om de stellingen in werking te brengen. Het verklaart waarom de Atlantikwall er in Noorwegen sterk anders uitziet dan in de rest van Europa, geen artilleriegroep is hetzelfde.
Kansen bij de bouw
Toch waren er niet alleen problemen. Het ruige Noorse landschap bood ook mogelijkheden. Zo maakte men dankbaar gebruik van de rotsachtige grond om manschappenruimtes en ammunitiedepots zo ver als mogelijk in de bergen te verzinken.
Structuur van de verdedigingswerken
Niet over alle plaatsen is precies bekend welk verdedigingsniveau ze kregen toegewezen. De Atlantikwall was in Noorwegen omvangrijk en de kaart die hier afgebeeld is laat zien dat iedere tactisch belangrijke locatie wel enige verdedigingswerken kreeg toegewezen.
Over het algemeen werd per cluster de naam Art. Gr. gebruikt (Artillerie Groep), op de kaart staan er de soorten artillerie onder elkaar bij geschreven, inclusief type geschut. Verder staat per Wehrmacht groep de commandant opgeschreven en waar zij waren gestationeerd. Op de kaart staan zij weergegeven onder de naam Seekommandant en 'Heer', wat Wehrmacht betekende. Ook staan de belangrijke havens van de Kriegsmarine weergegeven, welke men opdeelde in de drie havens, bij Oslo (zuid), bij Bergen (west) en bij Trondheim (noord). Verder is bekend dat het noordelijker Narvik als haven werd gebruikt door de Kriegsmarine, maar die valt buiten het bereik van deze kaart.
Locaties die tot Festung werden benoemd waren dus de havenplaatsen en aangevuld door Christiansand en het noordelijke Tromso, Kirkenes en Petsamo waren dat de volgende plaatsen:
- Christiansand
- Stavanger
- Bergen
- Trondheim
- Narvik
- Tromso
- Kirkenes
- Petsamo (Finland/USSR)
Een scheepskanon wordt geladen bij Tana, boven de poolcirkel /
Bron: Fraß, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) Forten en geschut
Als scheepsgeschut werd vaak gebruik gemaakt van enorme 38cm kanonnen, ingebouwd in een bunker, maar soms ook open en bloot, want het gevaar van luchtaanvallen was aanzienlijk kleiner dan in bijvoorbeeld Nederland. Ook werden soms oude scheepskanonnen hergebruikt voor op het land. Zo werd bij het fort op Fjell het kanon van kruiser de Gneisenau hergebruikt. Dit fort, dat gelegen was bij de fjorden van Bergen, had bij de aanleg een enorme inspanning vereist. Men moest wel 17 meter diep graven om het geschut en de gangenstelsels te kunnen aanleggen. Het kanon van de Gneisenau had drie lopen van 28,3cm elk en kon tot 41km weg schieten op doelen. Volgens een mythe zou het afschieten van de volledige lading haast een soort aardbeving hebben veroorzaakt, die alle ruiten in de wijde omgeving deed sneuvelen.
Ook op andere locaties werden enorme stukken geschut gebruikt. Boven de poolcirkel werden de wateren rond de kustlijn extra zwaar bewaakt. Zo zijn er drie locaties bekend waar dit geschut stond geprepareerd, namelijk in Metsersand, Husoya en Tana.
Kirkenes en Petsamo: gestationeerd boven de poolcirkel
Zoals gezegd waren ook in het uiterste noorden Duitse troepen gestationeerd. Vooral strategische plaatsen als Narvik, Tromso, Kirkenes en Petsamo, die waren benoemd tot Festung waren erg zwaar bewapend. Petsamo lag in het uiterste noorden, op de in die tijd betwiste grens van Noorwegen, Finland en de USSR. Duitsland hechte veel waarde aan de grondstoffen die nikkelmijnen in het gebied opleverden. Ondanks de afgelegen ligging in het extreme klimaat waren gelegerde Duitser troepen over het algemeen erg tevreden met hun uitzending. Die voorkwam namelijk dat zij moesten meevechten aan de zwaar bevochten fronten in de Sovjet-Unie.
Terugtrekken van Atlantikwall-stellingen
De slag van Kirkenes & Petsamo en het terugtrekken van de Duitsers
De Duitsers vonden dreiging uitgaan van de marine ligging nabij de Sovjet-Unie. De noordelijkste plaatsen waren daarom vooral gericht op het voorbij varen van schepen en in mindere mate op vliegtuigen uit die richting. Op een zeker moment, toen de Sovjet-Unie in 1943 in de tegenaanval ging, begon Engeland hen te zien als partners tegen de nazi's. Daarom stuurden zij diverse schepen boven Noorwegen langs naar de Sovjet-Unie om hen van extra goederen en wapenmaterieel te voorzien. Het lukte Duitsland maar matig om deze schepen tot zinken te brengen.
Minder bekend is hoe de Duitsers uit Noorwegen zijn verdreven. Het waren in het noorden ook de Sovjets die in oktober 1944 de beslissende aanvalskracht op hen uitoefenden. Via een landing bij Petsamo en Kirkenes, het zogenoemde Petsamo-Kirkenes offensief, wisten zij een begin te maken aan de aftocht van de Duitsers. Duitsland had het offensief al lange tijd zien aankomen en was al van plan terug te trekken. Hitler had bevolen voorraden te verschepen alvorens terug te trekken, wat onmogelijk bleek. Later in het terugtrekkingsoffensief werden ook eens kanonnen geprobeerd naar het zuiden te verschepen, maar boten waren extreem kwetsbaar en werden door de Sovjets tot zinken gebracht.
Tactiek van de verschroeide aarde
Wat niet kon worden meegenomen werd vernietigd. Dat gold ook voor geschut op de noordelijke stellingen van Narvik tot Petsamo. De verschroeide aarde-tactiek werd ook op de dorpen en steden toegepast. Door brandstichting stond van Narvik en Kirkenes nog maar weinig overeind na de oorlog. Op 6 november 1944, de beide machten waren toen rond Narvik, hielden de Sovjets halt en het was die dag dat zij het laatste contact hadden met hun opponent. In feite zijn de Duitsers tot het einde van de oorlog aanwezig geweest in het land, totdat overgave hen dwong terug te keren naar Duitsland. De Sovjets gaven na de oorlog Noorwegen terug aan de Noren.
Lees verder