De Obersalzberg en de nazi's
In het zuiden van Duitsland, in de deelstaat Beieren nabij de Oostenrijkse grens, ligt het stadje Berchtesgaden. In de buurt van dit stadje bevindt zich de Obersalzberg, een berg van zo’n duizend meter hoogte. De streek rond de Obersalzberg is een aantrekkelijk toeristisch gebied. De vakantieganger vindt er voldoende bergen en bossen om in te wandelen, meren om in te zwemmen en bezienswaardigheden om te bezoeken (zoutmijnen, kastelen, kerken, …). In de winter is de regio Obersalzberg een bekend skigebied. Het Berchtesgadener Land trekt jaarlijks een half miljoen toeristen. Berchtesgaden en de Obersalzberg zijn echter ook om een andere reden bekend geworden. De streek is onlosmakelijk verbonden met één van de donkerste perioden uit de Duitse geschiedenis: het nazitijdperk.
De Berghof: Hitlers buitenverblijf
Hitler kwam reeds vanaf het jaar 1923 naar de streek rond Berchtesgaden en de Obersalzberg. Na zijn gevangenschap wegens een poging tot staatsgreep, keerde hij in 1926 terug naar de streek rond Berchtesgaden. Hij verbleef er toen in een kleine berghut, waar hij het tweede deel van zijn boek “Mein Kampf” schreef. In 1928 huurde hij het vakantiehuis Haus Wachenfeld, gelegen vlak naast het (nog steeds bestaande) Hotel Zum Türken. Nadat hij in 1933 rijkskanselier was geworden, kocht Hitler Haus Wachenfeld, met het geld dat hij met de verkoop van zijn boek “Mein Kampf” had verdiend.
Twee jaar later startte hij grote verbouwingen aan het huis, dat hij de “Berghof” zou gaan noemen. De eigenaar van het nabijgelegen Hotel Zum Türken werd gedwongen om zijn hotel af te staan aan de SS-eenheid die moest zorgen voor de persoonlijke beveiliging van de Führer. Toen de eigenaar van Hotel Zum Türken dit aanvankelijk weigerde, werd hij opgesloten in het concentratiekamp van Dachau.
De Berghof werd ingericht volgens Hitlers persoonlijke smaak en voorkeur. Foto’s van de Berghof uit de jaren dertig van de vorige eeuw tonen ruime vertrekken met Perzische tapijten, schilderijen, wandtapijten en pompeuze decoraties, bedoeld om bezoekers te imponeren. In de grote zaal waar de Führer zijn gasten ontving, zag een groot raam van acht meter lang en vier meter hoog uit op het Alpenlandschap.
Tweede machtscentrum van de nazi's
De Berghof werd, naast de hoofdstad Berlijn, het tweede machtscentrum van de nazi’s. Ongeveer één derde van zijn regeringsperiode verbleef Hitler op de Obersalzberg. Hij ontving er prominente buitenlandse gasten, waaronder twee Britse premiers (David Lloyd George en Neville Chamberlain), de Italiaanse leider Mussolini en de hertog en hertogin van Windsor.
Belangrijke beslissingen werden genomen in de Berghof. De aansluiting van Oostenrijk, alsook de invasie van Polen en van Tsjecho-Slowakije werden hier voorbereid. Het verloop van de Tweede Wereldoorlog, die naar schatting 72 miljoen mensen het leven heeft gekost, werd voor een belangrijk deel bepaald in de Berghof.
Toen de geallieerden op D-day (6 juni 1944) landden op de kusten van Normandië, was Hitler aanwezig in de Berghof. Zijn personeel durfde de Führer niet wakker te maken om het nieuws van de invasie te melden. Enige tijd later verliet Hitler de Obersalzberg, en keerde er nooit meer terug.
De kleurenfilms van Eva Braun
Bekend zijn de beelden die Eva Braun, minnares van Hitler, filmde op de Obersalzberg. Eva verbleef het grootste deel van haar tijd in de Berghof. Als Hitler naar de Berghof kwam en er bezoekers ontving, haalde Eva haar filmcamera boven. Op de beelden zien we een totaal andere Hitler dan de dictator die we kennen uit de films van de nazipropaganda. In de films van Eva komt Hitler naar voor als een gezellige huisvader, die wandelt met zijn hond Blondi en die met de kinderen van zijn medewerkers speelt. Eva Braun zien we in badpak zonnen op het terras van de Berghof.
Andere nazigebouwen op de Obersalzberg
De medewerkers van Hitler volgden hun Führer naar de Obersalzberg. Martin Bormann, hoofd van de partijkanselarij en privésecretaris van Hitler, schafte zich een riant huis aan op de berg. Ook Hermann Göring (hoofd van de Luftwaffe en voorzitter van de Rijksdag) en Albert Speer (Hitlers architect en minister van bewapening en munitie) bouwden een luxueus verblijf nabij de Berghof.
Al deze nazikopstukken moesten natuurlijk voldoende beschermd worden. Daarvoor werd de SS ingeschakeld en werd een uitgebreide SS-kazerne (Kaserne) gebouwd. Prominente bezoekers konden logeren in een luxehotel, het Platterhof. De Obersalzberg kreeg ook een eigen modelboerderij, de Gutshof. Hitler wandelde elke dag van de Berghof naar een speciaal voor hem gebouwd theehuisje (Teehaus), waar hij zich kon ontspannen in het gezelschap van zijn minnares Eva Braun. Speciaal voor Hitlers vijftigste verjaardag werd het Kehlsteinhaus gebouwd, op de top van de naburige Kehlsteinberg.
Het nazidomein op de Obersalzberg werd steeds verder uitgebreid. Er kwamen voorzieningen voor het personeel van de nazileiders, een crèche, opslagplaatsen, een ziekenhuis, een theater. Het hele gebied (het Führersperrgebiet) was volledig omheind met prikkeldraad en werd bewaakt door eenheden van de SS. In april 1945 werd het Führersperrgebiet platgebombardeerd door de Britse Royal Air Force. De meeste nazigebouwen op de berg zijn verdwenen, maar een aantal bouwwerken overleefden het bombardement en zijn nog steeds te bezichtigen.
De bunkers en tunnels in de Obersalzberg
De huizen van de nazibonzen en de Berghof zelf werden voorzien van ondergrondse bunkers waarin men kon schuilen tijdens eventuele bombardementen. Bovendien waren alle belangrijke gebouwen op de Obersalzberg verbonden met een uitgebreid netwerk van onderaardse tunnels, zodat de bewoners konden vluchten bij een vijandelijke aanval. Tegenwoordig kan op twee plaatsen een gedeelte van het tunnelnetwerk bezocht worden.
Het einde van de nazi-aanwezigheid op de Obersalzberg
Hitler verliet de Berghof op 14 juli 1944 en zou er nooit meer terugkeren. De rest van de oorlog verbleef hij in zijn hoofdkwartier Wolfsschanze en daarna in Berlijn, waar hij en Eva Braun op 30 april 1945 zelfmoord pleegden.
De Britse Royal Air Force voerde op 25 april 1945 een bombardement uit op de Obersalzberg. Lancaster-vliegtuigen lieten een bommentapijt van 1300 bommen op de berg neerkomen, waardoor zowat alle belangrijke nazigebouwen werden beschadigd of vernietigd. Alleen het Kehlsteinhaus werd niet geraakt. De terugtrekkende SS-troepen staken de beschadigde gebouwen nadien in brand, om geen belangrijke documenten en materialen in handen van de geallieerden te laten vallen.
Op 4 mei 1945 namen Amerikaanse en Franse troepen de Obersalzberg in. De SS-troepen waren slechts enkele uren voordien weggevlucht.
Wat blijft er nu nog over?
De Berghof werd zwaar beschadigd tijden het bombardement. De ruïnes van het gebouw bleven nog staan tot 1952. Om te voorkomen dat deze plaats zou uitgroeien tot een bedevaartsoord van neonazi’s, werd de ruïne opgeblazen en het puin weggevoerd. Nu zijn alleen nog een steunmuur tegen de bergwand en de resten van funderingen min of meer zichtbaar. De plaats is nu volledig met bomen begroeid. Het enige wat nog herinnert aan het gebouw dat hier ooit heeft gestaan, is een informatiebord dat door het documentatiecentrum Obersalzberg werd geplaatst. Op het bord staat in het Duits volgende tekst:
“Beste bezoeker van de Obersalzberg,
U bevindt zich hier in het centrum van het voormalige Führersperrgebiet. Sinds 1928 bewoonde Hitler hier een klein landhuis, dat hij in 1933 aankocht en tot in 1936 ombouwde tot de pompeuze Berghof.
De Berghof werd bij een bombardement door de Royal Air Force op 25 april 1945 beschadigd en enkele dagen later door de Obersalzberg-SS in brand gestoken. Op verzoek van de Amerikaanse militaire overheid werd de ruïne in 1952 opgeblazen. Tegenwoordig blijft alleen nog de steunmuur aan de zuidzijde over.
De Obersalzberg omvatte niet alleen Hitlers private landhuis, het was ook een tweede machtscentrum van het Duitse Rijk naast de rijkshoofdstad Berlijn. Meer dan één derde van zijn twaalfjarige regeringsperiode heeft Hitler hier doorgebracht. Op de Obersalzberg werden belangrijke politieke gesprekken en onderhandelingen gevoerd, alsook beslissingen genomen die tot de catastrofe van de Tweede Wereldoorlog en de holocaust hebben geleid, en vele miljoenen mensen het leven kostten.”
Ook de ruïnes van de huizen van Bormann en Göring werden opgeblazen. De restanten van het theehuisje (Teehaus) werden in 2006 afgebroken. Het Platterhof werd in gebruik genomen door het Amerikaanse bezettingsleger en kreeg de naam Hotel General Walker. Na het vertrek van de Amerikanen werd het gebouw overgedragen aan de Duitse overheid, en tenslotte gesloopt in 2000.
Ook de voormalige modelboerderij Gutshof werd opgeëist door het Amerikaanse leger en omgevormd tot een recreatiecentrum. Nu doet het gebouw dienst als golfclub en restaurant. Het Hotel Zum Türken, vlakbij de voormalige Berghof, werd zwaar beschadigd tijdens het bombardement van april 1945. Het gebouw werd echter na de oorlog teruggegeven aan de dochter van de oorspronkelijke eigenaar en heropgebouwd. Het is nu nog steeds een hotel. Vanaf Hotel Zum Türken kan men een deel van het onderaardse netwerk van tunnels en bunkers bezichtigen.
Het enige gebouw dat niet beschadigd werd in 1945, is het Kehlsteinhaus.
Kehlsteinhaus: het Adelaarsnest van Hitler
Voor zijn vijftigste verjaardag in 1939 kreeg Hitler het Kehlsteinhaus cadeau. Martin Bormann had gezorgd voor de bouw van dit huis op de top van de Kehlstein, op een hoogte van 1834 meter.
Om het huis te bereiken werd de Kehlsteinstrasse aangelegd, die met vele haarspeldbochten en tunnels de berg opslingert. Helemaal tot aan de top kon men de weg echter niet aanleggen. De Kehlsteinstrasse eindigt op een parkeerplaats zo’n 124 m onder de top. Vanaf deze parkeerplaats leidt een tunnel in de berg tot aan een lift, die de bezoekers naar het Kehlsteinhaus brengt.
Het panoramisch uitzicht vanuit het Kehlsteinhaus is grandioos. Hitler zelf bezocht het bouwwerk echter zelden: hij zou er slechts een tiental keer geweest zijn. Hij kon niet goed tegen de ijle lucht, leed aan claustrofobie en hoogtevrees, en had schrik voor aanslagen. Het Kehlsteinhaus heeft de oorlog onbeschadigd doorstaan en werd daarna niet afgebroken of opgeblazen. De Amerikanen noemden het gebouw ook wel het “Eagle’s Nest” of “Adelaarsnest”. Tegenwoordig is het een café-restaurant, dat jaarlijks door honderdduizenden toeristen wordt bezocht.
Aanbevolen voor een bezoek
De prachtige streek rond Berchtesgaden in de Beierse Alpen is absoluut de moeite waard om er een vakantie door te brengen. Wie ook geïnteresseerd is in het naziverleden van deze streek, zou volgende plaatsen zeker moeten bezoeken:
- Het Kehlsteinhaus: met de bus de Kehlsteinberg op tot aan de parkeerplaats, verder te voet door de tunnel in de berg tot aan de lift en vervolgens met de lift naar het Kehlsteinhaus. Meer informatie te vinden op de officiële website: www.kehlsteinhaus.de.
- Het Hotel Zum Türken: via een afzonderlijke toegang van dit hotel kan men een bezoek brengen aan een gedeelte van de onderaardse bunkers en tunnels die onder andere naar de Berghof liepen. De plaats waar Hitlers Berghof heeft gestaan, bevindt zich vlak onder dit hotel. Meer informatie op de website: www.hotel-zum-tuerken.de.
- Het Documentatiecentrum Obersalzberg: dit centrum werd in 1999 geopend; het is gebouwd op de plaats waar ooit het kantoor en gastenverblijf van Bormann stond. In het documentatiecentrum wordt de geschiedenis verteld van het nationaalsocialisme en van de nazi-aanwezigheid op de Obersalzberg. In het documentatiecentrum kan men ook een bezoek brengen aan een gedeelte van de onderaardse tunnels en bunkers. Website: www.obersalzberg.de.
Een toeristische streek met een historisch verleden
De streek rond de Obersalzberg combineert de pracht van de Beierse Alpen met het naziverleden van Duitsland. De toerist, die zich voor de recente geschiedenis interesseert en niet alleen bergwandelingen wil maken of aan de oever van een meer wil zonnebaden, mag een bezoek aan de Obersalzberg niet overslaan.