De geschiedenis en ontwikkeling van landbouw in Nederland
De landbouw is in Nederland al duizenden jaren een belangrijk onderdeel van de samenleving. Voor deze periode moesten onze voorouders grotendeels op jacht gaan om zichzelf van voedsel te voorzien. Landbouw zorgde ervoor dat wij een vaste toevoer van levensmiddelen kregen. Zonder landbouw zou het voor de mensheid een stuk moeilijker zijn geweest om te kunnen overleven. Door middel van allerlei uitvindingen kon het land op een efficiënte manier bewerkt worden. Allerlei diersoorten werden ingezet om het gebruik van bepaalde werktuigen te vereenvoudigen.
Geschiedenis Nederlandse landbouw
De eerste boeren
Het menselijk ras is langzaam veranderd van jagers en verzamelaars in boeren. Op een gegeven moment in de geschiedenis ging de mens zich settelen en ervoor zorgen dat er regelmatig voldoende voedsel ter beschikking was. De eerste boeren (agrariërs), begonnen zo'n twaalfduizend jaar geleden land klaar te maken voor de landbouw. Dit gebeurde in het Midden-Oosten voor het eerst. Deze landbouwrevolutie wordt ook wel de 'neolithische revolutie' genoemd en begon ongeveer 10.000 jaar voor Christus. In deze periode leefden er zo'n 1 tot 10 miljoen mensen op aarde. Daarna werd er ook in Griekenland en diverse andere Europese landen aan landbouw gedaan.
De opkomst van landbouw in het huidige Nederland
De eerste landbouw in Nederland was pas zo'n 7.000 tot 5.500 jaar voor Christus werkelijkheid. Dit was ongeveer vijfduizend jaar later ten opzichte van de eerste vormen van landbouw elders op de wereld. Dit komt omdat Nederland voor deze tijd ongerept gebied was en weinig inwoners had. Nederland bestond voornamelijk uit bos- en moerasgebied en door middel van imitatie werd er langzaam overgegaan van een jager/verzamelaar-samenleving naar een samenleving met een vast woongebied. De huidige provincie Drenthe was vroeger het gebied waarin de eerste Nederlandse boeren hun land bewerkten. De eerste (Nederlandse) boeren gebruikten hierbij onder andere een sikkel.
De sikkel
Een sikkel is een werktuig waarmee je (onder andere) graan en gras kunt afsnijden. De meest simpele vorm van dit werktuig werd al in het stenen tijdperk gebruikt.
De opkomst van landbouw in het buitenland
Nederland is zeer vlak, waardoor de landbouw er anders uitzag dan elders op de wereld. Zo'n 5.000 jaar geleden werd er in het verre Oosten bijvoorbeeld het eerste (simpele) irrigatie systeem uitgevonden. Hier werden rijstvelden op verschillende plateau's gemaakt zodat het water beter verdeeld werd. Op deze manier kon water naar de lager gelegen velden stromen.
De eerste landbouwproducten
De landbouw zorgde sinds het ontstaan dat een gemeenschap voldoende en gevarieerd voedsel kon bemachtigen. De eerste boeren produceerden hoogstwaarschijnlijk de voorlopers van onder andere tarwe en gerst. Om de producten te vervoeren werd er gebruik gemaakt van een kar.
Vervoer van landbouwproducten
Om de producten te kunnen vervoeren werd er gebruik gemaakt van een kar. Het woord 'kar' komt van het woord 'carre'. Dit woord is Middelnederlands, dat een voorloper is van de Nederlandse taal. Er werd gebruik gemaakt van een kar om de oogst aan de man te brengen. De boer bracht een kar met zijn producten mee naar de lokale markt. Een kar bestond uit twee grote wielen en werd veelal met één of meerdere paarden voortbewogen. Hiernaast bestonden er kleinere karren die door een ezel, mens of honden (een zogenaamde 'hondenkar') werd voortgetrokken.
Verbeteringen van landbouwwerktuigen
Er werden allerlei landbouwwerktuigen uitgevonden om het zware werk op het land te vergemakkelijken. De boeren kregen namelijk steeds meer concurrentie en moesten steeds meer voedsel produceren. Door bijvoorbeeld het gebruik van één of twee scharen werd de grond gereedgemaakt voor akkerbouw. De sikkel werd in de middeleeuwen steeds meer vervangen door de zeis. Een zeis is groter en heeft geen ronde vorm zoals een sikkel. Het is bekend dat de zeis al in de Romeinse tijd werd gebruikt. Het landbouwwerktuig is zelfs mogelijk eerder uitgevonden. Sommige landbouwwerktuigen werden door middel van dieren voortbewogen.
De ploeg
De ploeg is een middel waarmee je de bodem bewerkt. Door de grond om te ploegen kun je ervoor zorgen dat resten van de vorige oogst in de bodem terechtkomen. Dit fungeert vervolgens als mest. Hiernaast worden de achtergebleven wortels los gewrikt zodat er meer ruimte is voor de groei van nieuwe gewassen. Tevens is de afwatering van een omgeploegd stuk land efficiënter. In het verleden werd er in Nederland onder andere gebruikgemaakt van paarden om ploegen voort te bewegen. In andere landen werden er vaak ook andere trekdieren gebruikt, zoals kamelen en waterbuffels.
De opkomst van nieuwe landbouwproducten
In een later stadium kwamen er steeds meer landbouwproducten bij. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld sla, komkommer, tomaten en aardappelen.
Aardappelen
De aardappel was een product dat pas aan het einde van de 16e eeuw in Europa verkrijgbaar. Hier hoort Nederland ook bij. Aardappelen komen oorspronkelijk uit het Andesgebergte. Deze groente werd hier al duizenden jaren geleden voor het eerst geproduceerd. Uiteindelijk kwam de aardappel via Colombia door de Spanjaarden in Europa terecht.
De opkomst van brood
De productie van granen zorgde er uiteindelijk voor dat er brood gebakken kon worden. In 1856 opende de eerste fabrieksbakkerij in Amsterdam zijn deuren zodat er op grote schaal brood geproduceerd kon worden. Dit zorgde dat de boeren extra inkomsten kregen door het benodigde graan te leveren.
Kunstmest
In 1893 werd er kunstmest uitgevonden. Kunstmest zorgde ineens voor een verhoging van de inkomsten omdat hierdoor de gewassen sneller konden groeien. Hiervóór gebruikten boeren alleen de ontlasting van vee en compost als mest. Het nadeel van overmatig gebruik van (kunst)mest is dat het land na een langdurige periode onvruchtbaar kan worden. Hiernaast kan kunstmest het milieu vervuilen wanneer het in het slootwater terechtkomt. Dit dient uiteindelijk uit ons drinkwater gefilterd te worden. In 1926 kwamen de eerste biologische landbouwbedrijven die van kunstmest af waren gestapt.
Tomaten
De tomaat werd pas rond 1900 in Nederland geproduceerd. Het product komt net als de aardappel oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. De tomaat werd eveneens door de Spanjaarden voor het eerst naar Europa gebracht om te kijken of deze hier ook geteeld kon worden.
Een forse groei van de landbouwsector
Aan het einde van de 20e eeuw ontstonden er in Nederland duizenden verschillende landbouwbedrijven die de maatschappij van voedsel voorzag. Ze concurreren met elkaar en zorgen ervoor dat zij zo snel mogelijk vers voedsel aan de man kunnen brengen. Tegenwoordig zijn er miljoenen hectaren aan grond beschikbaar gesteld voor de landbouw. De boeren in de landbouwsector krijgen subsidie omdat zij een belangrijke rol spelen in de samenleving.
De opkomst van machines
Een groot gedeelte van de landbouw werd in de 20e eeuw steeds meer machinaal gedaan. Omdat een groot gedeelte geautomatiseerd is geworden kunnen gewassen beter besproeid worden. Hiernaast kost het omploegen van land minder tijd dan vroeger. Door middel van tractoren en zelfs drones kunnen er grotere afstanden afgelegd worden binnen een kortere periode. Dit zorgt ervoor dat er voorkomen kan worden dat de oogst mislukt. Met behulp van weersvoorspellingen, analyses en het voortijdig besproeien van de gewassen wordt dit bewerkstelligd.