Behoud van historische Brabantse boerderijen

Hoofdgebouw, bijgebouwen en bouwsels
In veel gevallen is de historische boerderij het hoofdbouwwerk van een complex met bijgebouwen zoals schuren, een bakhuis en een waterput. Vaak bevinden zich in die gebouwen nog historische onderdelen. Soms zijn de bijgebouwen behouden gebleven maar velen zijn reeds verdwenen zoals ook andere bijbehorende bouwsels als:- bijenkorven
- diverse hokken
- duifhuizen
- hooibergen
- hooimijten
- kippenrennen
- leghokken
- losstaande wc’s
- schaapskooien
- veldschuren
Historische waarde en karakteristieken
De historische waarde van een boerderij wordt voornamelijk bepaald door de aanwezigheid van karakteristieken met betrekking tot de hoofdstructuur, constructie, exterieur en interieur.Hoofdstructuur
De hoofdstructuur bestaat uit een gedeelte dat woonbestemming heeft en een bedrijfsgedeelte meestal in de verhouding een vierde woongedeelte en drie vierde bedrijfsbestemming. De grootte van de boerderij was afhankelijk van het vermogen van de boer.
Constructie
Oudere boerderijen hebben een houten gebint en kapconstructie. Bij nieuwere boerderijen rust de kapconstructie vaak op balkdragende muren. De houten gebinten zijn dikwijls na honderden jaren nog steeds zeer sterk.
Exterieur
Sommige oudere boerderijen zijn opgetrokken als vakwerkgebouwen met verwerking van leem. Later werd het leem vervangen door bakstenen. Oorspronkelijk waren de daken geheel bedekt met riet en later de bovenste helft met riet en daar onder bevonden zich dakpannen.
Interieur
De belangrijkste ruimte is de zogenaamde herd die bestaat uit een woonkamer met een schouw van waaruit het hele woonhuis verwarmd werd. Aanvankelijk kon de herd via de voordeur direct worden betreden maar later werd ook wel een gang toegepast. Boven de voordeur bevindt zich dikwijls een zogenaamd bovenlicht. Een of meer slaapkamers kunnen meteen vanuit de woonkamer worden bereikt. De slaapplek in oude boerderijen is een soort kast die bedstede wordt genoemd. Verder bevindt zich in het woongedeelte een spoelkeuken, een ondiepe kelder met daarboven een opkamer. Het eerste gedeelte van de stal was bestemd voor de koeien met daarachter een gedeelte voor de wagens zoals de hooiwagen en tenslotte een ruimte voor de overige dieren. De bovenverdieping werd aanvankelijk alleen gebruikt voor de opslag van het hooi maar later werden er ook wel slaapkamers gebouwd.
Kenmerken van historische Brabantse boerderijen
Naast de karakteristieken die de historische waarde van oude boerderijen bepalen bestaan er nog andere kenmerken zoals het gebint en kapconstructie, gebruikte materialen, het erf en overige kenmerken.Gebinten en kapconstructie
Een gebint is een draagconstructie die bestaat uit twee staanders die met elkaar verbonden zijn door een horizontale balk. Een aantal gebinten achter elkaar vormt de onderbouw waar de driehoekvormige kapconstructie op rust.
Materialen
Oorspronkelijk werden de boerderijen vooral opgetrokken uit materialen die dichtbij voorhanden waren zoals hout, klei en riet. Veel historische boerderijen hebben die materialen nog duidelijk zichtbaar. Later werden ook andere materialen gebruikt zoals bakstenen.
Erf
Ook het erf draagt bij aan de beeldbepaling. Het erf heeft vaak een typerend karakter met monumentale alleenstaande bomen en ook boomgaarden en karakteristieke hagen, houtwallen en singels.
Overige kenmerken
Een aantal andere kenmerken zijn:- Dakvlak: Kenmerkend voor de oudere boerderijen zijn de laag aflopende dakvlakken die daardoor minder vatbaar zijn voor de wind omdat die er moeilijker onder kan slaan.
- Schoorsteen: De kleine sobere schoorsteen op de nok van het dak geeft aan waar zich in de woonruimte de schouw van de boerderij bevindt.
- Deur en ramen: In de gevel van het woongedeelte bevinden zich de voordeur en kleine ramen voor de woonkamer en andere vertrekken en ook het opkamerraam en kelderraam.
- Staldeur en stalramen: Het bedrijfsgedeelte bevat naast een eenvoudige deur ook de grote staldeuren en kleine stalramen.