Het VOC bestuurscentrum (handelspost) in Batavia
De stad die door de Nederlanders in de zeventiende eeuw Batavia werd genoemd, was gelegen op de noordkust van het Indonesische eiland Java en werd gesticht in de veertiende eeuw als Soenda Kelapa. Nadat het gebied in 1527 werd veroverd door de sultan van Demak - het grootste en machtigste sultanaat op Java - werd de naam veranderd in Jakarta, dat glorieuze overwinning betekend, om in de loop van de zeventiende eeuw te worden omgedoopt tot Batavia. Het eiland Java was zeer gunstig gelegen en werd aan de zuidkant begrensd door de Indische Oceaan en aan de noordkant door de Javazee. Tevens was in het noordwesten het eiland Sumatra gelegen, in het oosten Bali, in het noord-noordoosten en noordoosten de eilanden Borneo en de Celebs en in het zuiden lagen Christmaseiland en de Cocoseilanden.
Inhoud
Het Nederlandse Kasteel Batavia, geschilderd omstreeks 1656-1658. /
Bron: Andries Beeckman, Wikimedia Commons (Publiek domein)De ontdekking van Batavia
Sinds het begin van de zeventiende eeuw waren de Nederlandse handelaren actief op de eilanden die waren gelegen in de Indische Archipel en rond het jaar 1600 openden zij haar eerste handelspost in de plaats Bantam, gelegen op het eiland Java. Naarmate er meerdere handelsposten op de omliggende eilanden werden geopend besloot de VOC om Bantam te benoemen tot bestuurscentrum, maar de onrust in het gebied nam in hoog tempo toe. Toen de relatie tussen de VOC en de lokale vorst van Bantam onder druk kwam te staan, besloot de VOC op zoek te gaan naar een andere plaats voor het vestigen van haar bestuurscentrum en stuurde de Nederlandse VOC-beambte Pieter Both (1568-1615) op pad. Both reisde naar diverse plaatsen, kreeg meerdere keren nul op het rekest en wist in 1610 uiteindelijk een overeenkomst te sluiten met de Pangeran van de noord-Javaanse stad Jakarta. Both kreeg een klein stukje land toegewezen dat was gelegen in de Chinese handelswijk en bouwde hier een kleine factorij die was gelegen aan de oever van de Tjiliwoeng rivier (vandaag de dag Ciliwung rivier genoemd).
Zetel Gouverneur-Generaal
In 1611 opende de Nederlandse factorij in Jakarta haar deuren en Pieter Both werd aangesteld als de eerste Gouverneur-Generaal van het gebied. In de loop der jaren breidde Gouverneur-Generaal Both de Nederlandse factorij uit door op het eiland Onrust (gelegen voor de kust van Jakarta) een scheepswerf te bouwen en kreeg de opdracht om een juridische raad samen te stellen die de Raad van Indië werd genoemd. Helaas maakte het samenstellen van de raad dat Gouverneur-Generaal Both flink onder vuur kwam te liggen en in 1614 trad hij af ten gunste van Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen (1587-1629). Vier jaar na zijn aantreden besloot Gouverneur-Generaal Coen de strijd aan te gaan met de concurrerende Chinese en Engelse handelaren in het gebied en hij gaf opdracht de Nederlandse factorij flink uit te breiden. Toen de Engelsen hier lucht van kregen besloten zij dat ze niet achter konden blijven en startten meteen met het uitbreiden van hun eigen handelspost. De concurrentiestrijd tussen de VOC en de Engelse Oost-Indische Compagnie leidden uiteindelijk tot een treffen tussen beide partijen op 2 januari 1619, maar de slag eindigde onbeslist.
Verovering van Jakarta
Aangezien de Nederlandse Gouverneur-Generaal korte metten met de Engelsen wilde maken zeilde hij in het geheim naar de Molukken om de Nederlandse schepen die daar voor anker lagen om hulp te vragen. Gouverneur-Generaal Coen droeg de leiding over de factorij gedurende zijn afwezigheid over aan Pieter van den Broecke (1585-1640), maar deze werd kort na Coen's vertrek door een groep samenwerkende Javanen en Engelsen ontvoerd. Aangezien Van den Broecke weigerde te capituleren raakte de situatie in een impasse tot op Gouverneur-Generaal Coen vergezeld door zestien Nederlandse schepen op 30 mei 1619 voor de kust van Jakarta verscheen. Door het gevecht dat volgde brandde de stad Jakarta tot op de grond toe af en de Javanen en Engelsen besloten zich over te geven. Nadat alle inwoners en concurrenten het gebied hadden verlaten hief Gouverneur-Generaal Coen de blokkade van de haven op en begon met het stichten van een geheel nieuwe stad die de naam Batavia kreeg.
De Nederlandse Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen /
Bron: Jacques Waben, Wikimedia Commons (Publiek domein)De oprichting van Batavia
De officiële oprichting van Batavia was op 18 januari 1621 een feit en Gouverneur-Generaal Coen stond voor de uitdaging om een geheel nieuwe stad, bestuurscentrum en stapelplaats te bouwen op de puinhopen die eens Jakarta waren geweest. Al snel na de oprichting werd de verbouwing van de factorij voltooid en Kasteel Batavia werd feestelijk geopend. Het vierkante fort viel op door de grote, uitspringende bastions die de vier hoeken van het bouwwerk sierden en stonden symbool voor de macht die de VOC had in het gebied. Om van de nieuwe stad een succes te maken waren veel inwoners (arbeiders) nodig, maar aangezien Javanen niet welkom waren - uit angst voor opstanden - en migratie onder de Nederlanders weinig populair was, ontstond er al snel een tekort aan arbeiders. Om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen stuurden Gouverneur-Generaal Coen diverse militaire expedities naar de Chinese stad Mavao om arbeiders te ronselen, maar door de slechte omstandigheden tijdens de terugreis wisten maar enkele van hen Batavia levend te bereiken.
Op zoek naar inwoners/arbeidskrachten
Enkele maanden na de mislukking met de Chinezen besloot de VOC de inwoners van de Banda-eilanden te verplichten om te verhuizen. Aangezien de VOC er in de voorgaande jaren al flink huis had gehouden waren er van de oorspronkelijke 15.000 inwoners nog maar 800 over en van hen wisten er maar 600 Batavia te bereiken. Nu ook het overbrengen van de Bandezen was mislukt besloot de VOC het gebruik van slaven toe te staan, maar verbood hierbij wel het gebruik van Javaanse slaven om deze niet tegen de haren in te strijken. In de maanden en jaren die volgden werden vanuit India en Birma honderden slaven naar Batavia verscheept die vooral werden ingezet bij het verrichtten van huishoudelijke taken. Ondanks dat de VOC wetten had opgesteld om wreedheden tegen slaven tegen te gaan, was het leven voor hen geen pretje en vele probeerden dan ook te ontsnappen. Voor hen die het lukte was een leven buiten de stadsmuren van Batavia weggelegd waar ze vaak hun brood 'verdienden' door te roven en te plunderen.
Explosieve groei
Met name in de beginjaren werd de nieuwe stad regelmatig aangevallen door Javanen en na een aanval in augustus 1628 was voor toenmalige Gouverneur-Generaal, Jacques Specx (1585-1652), de maat vol. Hij besloot Batavia te versterken door haar uit te breiden met de bouw van de zogenaamde 'Oosterstad', en legde ter bescherming een stadsgracht aan. Het wonen in Batavia werd om diverse redenen steeds aantrekkelijker en mede door de 'wervingsactie's' van de VOC in China was het aantal Chinese inwoners in de afgelopen jaren enorm gestegen. Ook de komst van vele 'Mardijkers' - Aziatische christenen die door de Portugezen werden gebruikt als slaaf - die de VOC krijgsgevangen had gemaakt deed het inwoneraantal van Batavia aanzienlijk stijgen. Toen bekend werd dat de Nederlanders redelijk tolerant waren ten aanzien van andere godsdiensten werd de stad ook populair onder Indiase moslims, Hindoes en Maleisiërs en het inwoneraantal steeg explosief.
Een gravure met een afbeelding van de 'Chinezen Moord' /
Bron: Jakob van der Schley, Wikimedia Commons (Publiek domein)Ontwikkelingen in en om Batavia
Bij het bereiken van het jaar 1659 barstte Batavia volledig uit haar voegen en nieuwe inwoners werden gedwongen om zich buiten de stadsmuren te vestigen. De kleine woongemeenschappen buiten de stadsmuren groeiden als snel uit tot heuse voorsteden, maar het wonen in deze buitengebieden was niet zonder gevaar. Tussen de jaren 1660 en 1684 werden Batavia en haar voorsteden meerdere keren aangevallen door opstandige Javanen uit Bantam en met name de inwoners in de buitengebieden konden dit vaak niet na vertellen. Na 1684 begon de rust in het gebied terug te keren en de VOC begon de buitengebieden van Batavia in cultuur te brengen. Om te voorkomen dat de oude binnenstad te vol zou worden werd in 1688 besloten om iedere bevolkingsgroep zijn eigen 'kampong' (klein dorp) buiten de stadsmuren te geven en honderden Aziaten werden gedwongen om te verhuizen. Na de massale verhuizing hadden de Nederlanders het weer alleen voor het zeggen in het oude centrum van Batavia en tevens had de VOC precies in beeld hoeveel andere nationaliteiten er in en om de stad actief waren. De Chinezen namen na hun verhuizing naar de kampong het voortouw in verder cultiveren van de grond want mede door hen kwam het verbouwen van suikerriet op gang.
Mestiezen
Ondanks het feit dat Batavia volledig naar Nederlands voorbeeld was gesticht, inclusief grachten en herenhuizen, was het aantal Nederlanders - en dan met name Nederlandse vrouwen - flink in de minderheid. Aangezien de mannen die werkzaam waren in Batavia vaak al lange tijd van huis waren en het inwoner aantal toch op een manier moest groeien stond de VOC al snel gemengde relaties toe. Het aantal kinderen van gemengde ouders dat in de jaren daarna werd geboren was enorm en de Nederlandse Indiërs werden in de volksmond Mestiezen genoemd. De Mestiezen namen bij het naderen van de achttiende eeuw een belangrijke plaats in de samenleving in want de zonen werden vaak naar de Republiek gestuurd om daar te studeren en de meisjes werden op jonge leeftijd uitgehuwelijkt, waardoor zij de spil in het sociale netwerk van Batavia werden. Helaas voelden maar weinig Nederlandse mannen zich geroepen om met de moeder van kinderen te trouwen aangezien een huwelijk hun terugkeer naar de Nederlanden onmogelijk maakte.
Spanningen
Dat het wonen op een klein stukje grond met veel mensen spanningen met zich mee bracht werd duidelijk in 1740. Het aantal Chinese inwoners was in de afgelopen eeuw bijna verdrievoudigd en ondanks dat ze door de Nederlanders volledig werden vertrouwd hadden enkele van hen het lef om Kasteel Batavia aan te vallen. Aangezien de aanval slecht was georganiseerd werden de Chinezen al snel gevangen genomen en toen de VOC besloot de Chinese kampongs te doorzoeken, werden daar enkele wapens aangetroffen. Het wantrouwen van de Nederlanders sloeg al snel om in angst en toen zij besloten het heft in eigen hand te nemen vonden rond de 10.000 Chinezen op gruwelijke wijze de dood. De Chinezen die de Nederlandse aanval hadden overleefd verlieten Batavia per direct of besloten zich te verschuilen in de buitengebieden en de 'Chinezen Moord' werd een schandvlek op het blazoen van toenmalig Gouverneur-Generaal Adriaan Valckenier (1737-1751).
Batavia in de achttiende- en negentiende eeuw
Onder invloed van het kastensysteem dat in Indië strikt werd gehanteerd ontstond er een grote mate van pronkzucht onder de Nederlanders in Batavia. Het werd al snel een gewoonte om met je rijkdom te koop te lopen en sommige Nederlanders hadden zo veel paarden voor hun koets dat het enkele minuten duurden voor het rijtuig was gepasseerd. Onder de Nederlandse vrouwen werd het een gebruik om hun rijkdom te tonen door hun slaven zo uitbundig mogelijk te kleden en een Nederlandse vrouw die met haar enorme gevolg bonte slaven naar de markt ging was dan ook een waar spektakel. In navolging van de Republiek werden er ook in Batavia zogenaamde weeldewetten ingevoerd, maar men trok zich daar over het algemeen genomen weinig van aan. Met het aantreden van Gouverneur-Generaal Jacob Mossel (1704-1761) kwam er in 1754 een einde aan de pronkzucht toen hij streng op het naleven van de weeldewetten ging toezien. In 1795 werden de weeldewetten afgeschaft toen de Fransen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden omdoopten tot de Bataafse Republiek.
Oude en nieuwe stad
Voor het aanleggen van de vele suikerplantages die Batavia rijk was, waren er vele bomen gekapt en in de loop der jaren begon er erosie op te treden in de voorsteden. Door het afbrokkelen van de 'randen' van de stad begonnen de grachten in Batavia dicht te slibben en ondanks dat de Nederlanders diverse pogingen deden de grachten uit te baggeren veranderden deze in stinkende modderpoelen. De erosie had ook tot gevolg dat de vele viswateren rondom de stad veranderden in broeinesten van de malariamug en de ziektes en epidemieën volgden elkaar in hoog tempo op. De (Nederlandse) inwoners die het zich konden veroorloven besloten naar de hogere en onbewoonde delen van Batavia te verhuizen en er ontstond daar al snel een geheel nieuwe villawijk die Weltevreden werd genoemd. De lagere delen van Batavia - ook wel de oude stad genoemd - begonnen steeds meer in verval te raken en in 1810 besloten de Nederlanders de oude stad volledig af te breken. Het afbreken van de oude stad luidde een geheel nieuw tijdperk in en in de negentiende eeuw volgden de veranderingen elkaar in hoog tempo op.
Onafhankelijkheid
In 1873 werd de eerste spoorlijn van Indonesië aangelegd in Batavia en in 1899 introduceerden de Nederlanders er de elektrische tram. De introductie van de auto maakten dat er vele geasfalteerde wegen werden aangelegd en in de negentiende eeuw werden er aan de lopende band scholen, ziekenhuizen, fabrieken en kantoren gebouwd. Rond het jaar 1940 woonde er rond de 50.000 Europeanen in Batavia en om hen allemaal onderdak te kunnen bieden werd het oude - en verlaten - deel van de stad weer in ere hersteld. In 1942 vielen de Japanners Nederlands-Indië binnen en wisten de macht op de eilanden al snel van de Nederlanders over te nemen. Na hun verovering gaven ze Batavia direct haar oude naam terug en de stad ging voortaan weer door het leven als Jakarta. Drie jaar na de Japanse aanval besloot de Republiek Indonesië zichzelf onafhankelijk te verklaren, maar de Nederlanders weigerden de onafhankelijkheid in eerste instantie te erkennen. Na vier lange jaren van gevechten en aanvallen over en weer beseften de Nederlanders dat ze de strijd verloren hadden en gaven hun rechten in Nederlands-Indië op.