Handelsposten van de VOC op de Banda-eilanden

Handelsposten van de VOC op de Banda-eilanden De zeven bewoonde en tientallen onbewoonde eilanden die tot de Banda-eilandengroep worden gerekend zijn gelegen in de Bandazee, op ongeveer 130 kilometer ten zuiden van het Molukse eiland Ceram en 2000 kilometer van het Indonesische eiland Java. Vandaag de dag zijn de Banda-eilanden een onderdeel van de Indonesische provincie Zuid-Molukken, maar in de zeventiende en achttiende eeuw was het officieel Nederlands grondgebied. Tot in het midden van de achttiende eeuw waren de Banda-eilanden de enige bron van de zeer gewilde specerijen nootmuskaat en foelie wat maakte dat de Nederlanders hun handelsmonopolie met harde hand verdedigden.

Inhoud


De Banda-eilanden

De Banda-eilandengroep bestond uit een verzameling grote en kleine eilanden waarvan er in totaal zeven eilanden werden bewoond. In het midden van de eilandengroep vormden de drie eilanden; Banda Neira, Banda Api en Banda Besar (ook wel Lonthor genoemd) de zogenaamde 'hoofdgroep' van de archipel. Ten westen van deze hoofdgroep waren de eilanden Pulau Ai en Pulau Run gelegen en in het oosten lag het eiland Pulau Pisang (ook wel bekend als Syahrir). In het zuidoosten vond men, naast de diverse kleinere en onbewoonde eilanden zoals Batu Kapal, Manuk en Manukang, tevens het laatste bewoonde eiland van de archipel, Pulau Hatta (in de zeventiende eeuw Rosengain genoemd).

Nederlandse handelsposten

Aangezien de Banda-eilanden de enige eilanden waren waar de zeer gewilde specerijen nootmuskaat en foelie werden verbouwd, zette de VOC er al vroeg in de zeventiende eeuw voor het eerst voet aan wal. Op het hoogtepunt van haar macht had zij meerdere handelsposten in haar bezit en de belangrijkste was gelegen op het eiland Banda Neira. Vanuit het gelijknamige hoofdcomptoir (Bandaneira) werd er leiding gegeven aan de handelsposten in de plaatsen Lonthor en Wajer (ook gespeld als Waer), beide gelegen op het eiland Banda Besar en aan de handelspost op het eiland Rosengain. Tevens was hoofdcomptoir Bandaneira ook verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de handelspost Laontang, maar van dit comptoir is niet duidelijk op wel eiland het was gelegen.

Nederlandse forten

Om de Nederlandse handel op de Banda-eilanden te kunnen beschermen, en de bevolking onder de duim te houden, bouwde de VOC niet alleen diverse handelsposten, maar tevens ook een zestal forten. Zo waren Fort Nassau en Fort Belgica verantwoordelijk voor de verdediging van comptoir Bandaneira en hielden de Forten Hollandia en Orangie de handelsposten op Banda Besar veilig. Op het kleine eiland Pulau Ai hadden de Nederlanders een fort genaamd Revenge en op het eiland Kisser (vandaag de dag Kisar genoemd) was Fort Delft of Fort Delfshaven gelegen.

Handelsposten op de Banda-eilanden

Legenda
A. Hoofdcomptoir Bandaneira
B. Comptoir Rosengain
C. Comptoir Lontor
D. Comptoir Wajer
E. Fort Revenge
F. Fort Delft/Delfshaven

De ontdekking van de Banda-eilanden

Op 15 maart 1599 arriveerden vice-admiraal Jacob van Heemskerck (1567-1607) en zijn bemanning in de baai van het eiland Banda Neira maar na aankomst aan land bleek het gebied al bezet te zijn door de Portugezen. Doordat de Portugezen het op Banda Neira voor het zeggen hadden kreeg Van Heemskerck geen toestemming om handel te drijven of een handelspost te openen en teleurgesteld besloot hij zijn reis voort te zetten. In de drie jaar die volgden bleven de Nederlanders in de buurt van de Banda-eilanden, aangezien dit de enige eilanden waren waar de zeer gewilde specerijen nootmuskaat en foelie werden verhandeld, maar pas na de officiële oprichting van de VOC in 1602 kregen de Nederlanders voet aan de grond. Nog hetzelfde jaar wist de Nederlandse handelaar Wolfert Harmensz. (geboorte- en overlijdensdatum onbekend) een handelsovereenkomst te sluiten met de vorst van het kleine eiland Pulau Ai.

Moord op kapitein Verhoeff

Gezien de winstgevendheid van de handel in de nootmuskaat en foelie wilde de VOC het handelsmonopolie op de specerijen veroveren, maar dit ging niet zonder slag of stoot. In het jaar 1605 deed Steven van der Hagen (1563-1621) een tweede poging om een handelsovereenkomst te sluiten met de omliggende Banda-eilanden, maar kreeg wederom nul op het rekest. Na vier lange jaren van onderhandelen en soebatten waren de Nederlanders en de Bandezen het nog steeds niet eens geworden en toen de Nederlandse kapitein Pieter Willemsz. Verhoeff (circa 1573-1609) er in 1609 op uit werd gestuurd om een nieuwe poging te doen, ging het gruwelijk mis. Over hetgeen er precies gebeurde liepen de verhalen nogal uiteen maar feit was dat kapitein Verhoeff en dertig van zijn bemanningsleden tijdens de onderhandelingen door de Bandezen gevangen werden genomen en vermoord. Toen het nieuws van deze laffe daad de VOC bereikte besloot zij direct om wraak te nemen en geen inwoner van de Banda-eilanden was nog veilig.

Moord en doodslag

Op 15 juni 1609 arriveerde een grote groep Nederlandse soldaten in de baai van Banda Neira en viel direct na aankomst de kampong Lebetakke aan. De inwoners van de kampong die niet snel genoeg konden vluchten werden door de Nederlanders op brute wijze vermoord en toen er niemand meer in Lebetakke in leven was trokken de Nederlanders verder. Door met harde hand op te treden en zich van hun meest wrede kant te laten zien wist de VOC al snel de baai van Banda Neira in bezit te nemen en bouwde ze - zonder toestemming van de lokale vorst - het Nederlandse Fort Nassau. Waar de Portugezen hadden besloten de eilanden te verlaten nadat de Nederlanders met hun moordaanslagen begonnen, waren de Engelse handelaren een stuk dapperder en zij besloten hun forten op de eilanden Pulau Ai en Pulau Run te verstevigen om de VOC buiten de deur te houden. Om te laten zien wie de sterkte was besloten de Nederlanders schuin boven Fort Nassau het imposante Fort Belgica te bouwen, waarvan de bouw in 1611 werd voltooid.

De Nederlandse Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen / Bron: Jacques Waben, Wikimedia Commons (Publiek domein)De Nederlandse Gouverneur-Generaal Jan Pieterszoon Coen / Bron: Jacques Waben, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Overmeestering van de Banda-eilanden

Dat de Nederlanders niet welkom waren op de Banda-eilanden bleek duidelijk uit het feit dat de lokale handelaren weigerden om handelsovereenkomsten met de VOC te sluiten. Aangezien de VOC veel geld nodig had om haar rooftochten en moordpartijen op de eilanden te kunnen financieren betaalde ze schandalig lage prijzen voor de specerijen. En omdat de Engelse handelaren wel bereid waren om normale prijzen te betalen kozen de Bandezen ervoor om met hen handel te drijven. De opstandigheid van de Bandezen was een doorn in het oog van de Nederlanders en de Heeren XVII namen het drastische besluit om de inwoners van de eilanden dan maar te 'overmeesteren'. Met andere woorden de VOC kreeg de vrije hand om alle opperhoofden en lokale vorsten op de eilanden om het leven te brengen en de lokale bevolking te onderwerpen of te verjagen. De man die deze 'eervolle' taak mocht gaan uitvoeren was niemand minder dan de nieuwe Nederlandse Gouverneur-Generaal, Jan Pieterszoon Coen (1587-1629), de enige overlevende van de Bandese aanval op kapitein Verhoeff en zijn mannen.

Voorbereidingen

Gouverneur-Generaal Coen besloot zich al eerste te richten op het verjagen van de Engelse handelaren aangezien hij geen concurrenten duldde op 'zijn' eilanden. In het jaar 1615 vielen 900 Nederlandse soldaten de bevolking en Engelse handelaren op het eiland Pulau Ai aan en de Nederlanders gingen ook nu weer beestachtig tekeer. De Engelsen waren hevig onder de indruk van het geweld en besloten zich direct terug te trekken naar het kleine eiland Pulau Run, maar maakten ook meteen plannen voor een tegenaanval. Dezelfde nacht keerden de Engelsen terug en wisten wraak te nemen door 200 Nederlandse soldaten om het leven te brengen, waarop Coen besloot zich terug te trekken. Een jaar later reisden Coen en zijn soldaten opnieuw naar Pulau Ai en dit keer lukte het hen om de Engelsen te verjagen. De Bandezen op het eiland kwamen er nu alleen voor te staan en zij wisten de VOC met hun kanonnen een maand lang op afstand te houden. Toen zij zonder munitie kwamen te zitten greep de VOC haar kans, ging in de aanval en vermoorde iedere man die ze in handen kregen.

Ten aanval

Na hun overwinning bouwde de VOC een Fort dat ze de opvallende naam 'Fort Der Wrake' (Fort Revenge) gaven en dwongen de overgebleven inwoners van het eiland om met hen samen te werken. Gedurende de jaren 1616 tot en met 1621 was het redelijk rustig in het gebied, maar Gouverneur-Generaal Coen zat in de tussentijd niet stil. In het geheim werkte hij aan een aanval die de Banda-eilanden volledig onder Nederlands gezag moesten brengen en in 1621 was het plan gereed. Met een twaalftal Nederlandse schepen en 1500 soldaten bereikte Coen op 11 maart 1621 het grootste eiland Banda Besar (toentertijd Lonthor genoemd) en opende de aanval. Huizen, dorpen en tempels die op de route lagen werden in brand gestoken en de mannen, vrouwen en kinderen die in de weg liepen werden door de Nederlanders zonder pardon vermoord. Op een heuvel aan de noordoostkant van het eiland bouwde Coen het Nederlandse Fort Hollandia en de lokale vorst van het eiland werd gedwongen een onmogelijke handelsovereenkomst te tekenen.

Een kaart van de Banda-eilanden omstreeks 1753 / Bron: Jakob van der Schley, Wikimedia Commons (Publiek domein)Een kaart van de Banda-eilanden omstreeks 1753 / Bron: Jakob van der Schley, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Wandaden en gruwelijkheden

Door de handelsovereenkomst zo op te stellen dat deze onmogelijk was na te komen voor de inwoners van Banda Besar, had Coen het mogelijk gemaakt om in te kunnen grijpen wanneer hij dit nodig achtte. Onder het mom dat de Bandezen de afspraken uit de handelsovereenkomst schonden konden Coen en zijn beambten hun gang gaan en het geweld dat ze gebruikten rechtvaardigen. In korte tijd werden vierenveertig opperhoofden en stamoudsten van de omliggende eilanden door de Nederlanders gearresteerd en overgebracht naar Fort Hollandia waar ze gevangen werden gezet. Om de inwoners van eilanden duidelijk te maken dat ze beter konden meewerken werden alle gevangen onthoofd om vervolgens te worden gevierendeeld. De Bandezen die weigerden mee te werken sloegen massaal op de vlucht en vonden hun heil op het Molukse eiland Seram Laut. Bij het 'overmeesteren' van de bevolking gingen de Nederlanders zo grondig te werk dat er van de oorspronkelijke 15.000 inwoners al snel nog maar 800 over waren en deze werden vervolgens als slaaf afgevoerd naar Batavia.

Heropbouw

Terwijl de Nederlanders huis hielden op Banda Neira en Banda Besar besloten de Engelsen hun handelspost op Pulau Run te verlaten en na hun vertrek was er niets dat de VOC nog in de weg stond. Nu Coen het eerste deel van zijn opdracht had volbracht werd het zaak zich op zijn volgende taak te richten; het her-bevolken van de Banda-eilanden. Doordat de Nederlanders de gehele plaatselijke bevolking hadden uitgemoord of verjaagd kampte men met een groot tekort aan arbeidskrachten. Om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen werden er diverse militaire expedities georganiseerd om de inwoners van de omliggende eilanden tot slaaf te maken. Toen deze rooftochten niet voldoende arbeidskrachten opleverden besloot Coen het gebruik van slaven toe te staan en in de jaren die volgden werden duizenden slaven door de VOC aangekocht en te werk gesteld. Om te voorkomen dat men handel dreef voor eigen gewin hield de VOC streng toezicht op haar plantages door zogenaamde perkeniers aan te stellen. De perkenier pachtte een plantage van de VOC tegen een klein bedrag en verkocht de opbrengst tegen vooraf vastgestelde prijzen weer aan de VOC. In ruil voor zijn werk ontving de perkenier een vaste vergoeding.

Feiten en cijfers

Het zogenaamde 'perkeniersstelsel' werd in 1626 door Gouverneur-Generaal Coen in het leven geroepen en hij verdeelde de drie eilanden die in het bezit van de VOC waren op in 68 perken (plantages) van ieder 1,5 hectare groot. Op het grootste eiland Banda Besar waren 34 perken gelegen, op het naastgelegen Banda Neira 3 en op het kleine Pulau Ai was het land verdeeld in 31 perken. Om één perk te kunnen bewerken, onderhouden en oogsten had een perkenier in totaal tussen de 900 en 1.000 slaven nodig die allemaal 1 gulden per maand kregen betaald voor hun harde werk. Naast het recht op een maandelijkse vergoeding diende de perkenier de slaaf ook nog een kleine hoeveelheid zout en rijst te geven en minimaal één keer in het jaar in de nieuwe kleren te steken. De winsten die de VOC op de Banda-eilanden behaalden bedroegen bijna 300%, iets dat mede kwam doordat zij de nootmuskaat en foelie tegen een vaste (lage) prijs kon inkopen. Zo werd de nootmuskaat (gemiddeld) ingekocht voor ƒ 2,5 cent per pond en verkocht voor ƒ 3,75 per pond en kostte een pond foelie de VOC ƒ 0,35 inkoop, waarna ze deze verkocht voor ƒ 6,- per pond. Per schip dat terugkeerde uit de Banda-eilanden boekte de VOC een winst van gemiddeld ƒ 25.000,- en aangezien er tussen de 15 en 20 schepen per jaar naar de Nederlanden zeilden, waren de Banda-eilanden van groot belang.

Uiteindelijke neergang

Aangezien de handel op de Banda-eilanden alleen al voldoende was om de gehele VOC kostendekkend te maken moesten de eilanden worden gekoesterd als een schat en het monopolie met hand en tand verdedigd worden. Om te voorkomen dat de handelaren op andere plaatsen de zeer gewilde nootmuskaat en foelie konden inkopen organiseerde de VOC zogenaamde 'Hongi-tochten'; militaire expedities naar de omliggende eilanden om de nootmuskaat- en foelieplantages te vernietigen. Net als bij het uitmoorden van de bevolking ging de VOC ook tijdens deze hongi-tochten zeer grondig te werken en de gehele zeventiende en de halve achttiende eeuw waren de Banda-eilanden de enige eilanden waar men de voornoemde specerijen kon inkopen, met dank aan de Nederlanders.

Rijkdom

Aangezien de Nederlandse macht in de eilandengroep ongekend groot was deed geen enkel land een poging het Nederlandse handelsmonopolie te doorbreken en in 1735 had de VOC zo'n enorme voorraad nootmuskaat aangelegd dat de pakhuizen op de Banda-eilanden bijna uit hun voegen barstten. Om de prijs van de specerijen hoog te houden besloot de VOC in 1637 om 1,25 miljoen pond (!) nootmuskaat te vernietigen en in 1760 volgde in Amsterdam een soortgelijke actie toen men een berg nootmuskaat ter waarde van ƒ 4.000.000 verbrandde. De handel in de specerijen maakte niet alleen vele Nederlanders schatrijk ook de VOC-beambten die op de Banda-eilanden werkten als perkenier hielden er een goede boterham aan over. In de loop van de achttiende eeuw werden de Nederlandse woningen in het gebied steeds luxueuzer en marmeren vloeren en kristallen kroonluchters waren eerder een regel dan een uitzondering.

Neergang

Naast de enorme winsten die de VOC maakte op de Banda-eilanden waren ook de kosten zeer hoog, mede door de vele forten en soldaten die er waren gelegerd om het handelsmonopolie te beschermen. In de hoogtijdagen van de VOC vielen deze kosten in het niet en werden dan ook met liefde betaald maar toen in 1778 de vulkaan Gunung Api uitbarstte en een ware chaos aanrichtte op de omliggende Banda-eilanden, begon het tij te keren. De vulkaanuitbarsting werd vooraf gegaan door een flinke aardbeving en opgevolgd door een enorme vloedgolf die de Nederlandse plantages zwaar beschadigde. De VOC had vervolgens al haar tijd en energie nodig om de plantages weer op te bouwen en winstgevend te maken en was hierdoor niet langer in staat haar handelsmonopolie te handhaven. In de jaren die volgden begon de VOC haar handelsmonopolie langzaam te verliezen en de winsten kwamen flink onder druk te staan. In 1799 kwam het Nederlandse avontuur op de Banda-eilanden ten einde toen de VOC failliet werd verklaard en haar vele overzeese gebieden in handen kwamen van de Engelsen, Fransen en Portugezen.
© 2017 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Handelsposten van de VOC op MakassarHandelsposten van de VOC op MakassarHet hedendaagse Makassar is de hoofdstad van de Indonesische provincie Zuid-Celebes en is gelegen op het gelijknamige ei…
Handelsposten van de VOC op en rond Bantam en LapongHandelsposten van de VOC op en rond Bantam en LapongHet voormalig sultanaat Bantam (vandaag de dag Banten) genoemd was in de zestiende eeuw gelegen in en rond de Indonesisc…
Specerijen: NootmuskaatSpecerijen: NootmuskaatOorspronkelijk wordt nootmuskaat alleen gevonden op een aantal eilanden in de Molukken, tegenwoordig is Indonesië nog st…
Organisatiestructuur VOC in Nederland en IndiëOrganisatiestructuur VOC in Nederland en IndiëWaar de organisatiestructuur van de VOC in de eerste jaren van haar bestaan nog redelijk eenvoudig was, werden er in de…

Handelsposten van de VOC op CheribonHandelsposten van de VOC op CheribonDe stad Cheribon, ook wel geschreven als Cirebon, Chirebon of Tjirebon, is gelegen op de noordkust van het Indonesische…
Het VOC bestuurscentrum (handelspost) in BataviaHet VOC bestuurscentrum (handelspost) in BataviaDe stad die door de Nederlanders in de zeventiende eeuw Batavia werd genoemd, was gelegen op de noordkust van het Indone…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Himasaram, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • http://www.rvdbroeke.nl/banda.htm
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/VOC_op_de_Banda-eilanden
  • https://www.vocsite.nl/geschiedenis/handelsposten/banda.html
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Cornelisz_Schouten
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacob_van_Heemskerck
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Steven_van_der_Hagen
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_Willemsz._Verhoeff
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Maurits_van_Oranje
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Pieterszoon_Coen
  • Afbeelding bron 1: Jacques Waben, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Jakob van der Schley, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 12
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.